Dipsausjes die je ook in de winter een vakantie gevoel geven

          Dipsausjes die je ook in de winter een vakantie gevoel geven

neem je blender en ga aan de slag, het is zo klaar


Tzatziki

Heerlijk bij Griekse of Turkse gerechten. Maar combineert ook goed met peulvruchten, kip, varkensvleesreepjes en gegrilde groente.

  • 1 teentje knoflook
  • 100 ml halfvolle yoghurt
  • 2 theelepels citroensap
  • ½ eetlepel olijfolie
  • ½ komkommer
  • dille of gemalen komijn
  • peper

Bewaar maximaal 2 dagen in de koelkast. Niet geschikt om in te vriezen.

Guacamole

Haal het zonnetje in huis met deze lekkere Mexicaanse dip. Dip voor groente en ideaal op brood.

  • ½ ui
  • ½ tomaat
  • 3 takjes koriander
  • 1 avocado
  • 1 teentje knoflook
  • limoensap
  • peper

 

Hummus

Een makkelijk recept voor zelfgemaakte hummus. Lekker om groente in te dippen en lekker op brood!

  • 1 kleine pot of blikje kikkererwten (uitlekgewicht ca 200 gram)
  • 1 teentje knoflook
  • ½ theelepel gemalen komijn (djinten)
  • 1 eetlepel tahin
  • 1 eetlepel olijfolie
  • ½ citroen
  • peper

Bron :   https://www.voedingscentrum.nl/recepten/gezond-recept/quinoasalade-met-geitenkaas-en-ei.aspx

Voedingsprofessor Bruno De Meulenaar (UGent) helpt graag zes voedingsmythes de wereld uit.

 

"Je lichaam heeft vet nodig om te kunnen functioneren, het is niét altijd slecht."

 

Mythe 1: aardappelen zijn ongezond

Hoewel aardappelen in Vlaanderen zeer geliefd zijn, klinkt het overal dat ze ongezond zijn. Wat is daarvan waar? Aardappelen zijn echt niet slecht voor je lichaam, zegt De Meulenaer. Een gekookte aardappel bevat zelfs minder calorieën dan andere producten zoals pasta of rijst. Daarnaast bevatten aardappelen ook vezels en mineralen. Daardoor krijg je sneller een verzadigd gevoel en ga je jezelf dus niet overeten. Allemaal voordelen.

Het enige waar je bij dit voedingsmiddel op moet letten, is dat je er niets extra aan toevoegt. Vanaf het moment dat je andere ingrediënten begint toe te voegen, ligt de situatie namelijk anders. Denk bijvoorbeeld aan kant-en-klare puree: daar worden heel vaak boter en eierdooiers aan toegevoegd. Dat is natuurlijk wat ongezonder dan een aardappel in water. Hetzelfde geldt voor aardappelen die je begint te frituren. Je voegt er opnieuw een ongezonder laagje aan toe. Mijn advies is daarom: eet je patatjes vooral gewoon puur natuur.

Mythe 2: je moet drie liter water per dag drinken

Ons lichaam heeft wel degelijk 3 tot 4 liter per dag nodig. Maar dat moeten we echt niet alleen uit glazen water halen. Water zit ook voor een deel in onze voeding. Bovendien is je nood aan water best persoonlijk. Iemand die twee meter groot is, heeft meer vocht nodig dan iemand die een halve meter kleiner is. Ook iemand die veel zweet zal meer nood hebben aan water dan iemand die dat minder doet. Mijn advies? Zorg dat je op dagen met een normale temperatuur, minstens één liter water binnenkrijgt. Ga voor de rest vooral af op je dorstgevoel. Dat gaat veel natuurlijker aanvoelen. En voor alle duidelijkheid: het gaat hier om zuiver water, geen frisdrank.

Mythe 3: vet is altijd slecht

Niet alle vetten zijn slecht voor je lichaam. Neem nu de verzadigde vetten, die je vooral terugvindt in dierlijke producten zoals vlees, boter en kaas. Je hoort regelmatig dat die voedingsmiddelen je cholesterolniveau de hoogte in doen schieten. Maar dat gaat echt alleen het geval zijn als je overdrijft met de inname. Het is het belangrijker om te kijken naar de totale maaltijd dan naar het type vet.

Iets wat professor De Meulenaer beaamt. “Vet brengt calorieën aan, maar die heb je ook nodig. Je lichaam heeft die nodig om te kunnen functioneren. Bovendien is het ook niet zo dat al het vet dat in voeding zit effectief door het lichaam wordt opgenomen. Neem bijvoorbeeld het vet in melk en kaas: dat wordt door de aanwezigheid van calcium voor een deel ‘niet beschikbaar’. Het vet blijft niet plakken, zeg maar. Het zal er weer uitkomen via de stoelgang. Het belangrijkste is: zorg voor voldoende afwisseling en overdrijf er niet mee.”

Mythe 4: hoe populairder het dieet, hoe beter het zal werken

Van intermittent fasting tot een Spartaans dieet, je ziet iedere maand wel een nieuw dieet voorbijkomen. Dat betekent echt niet dat ze daarom ook beter zijn. Eerst en vooral zijn deze hype-diëten vaak gebaseerd op nogal losse wetenschap. Ze zijn bijvoorbeeld getest in een te kleine onderzoeksgroep, waardoor je de effecten op een grote bevolkingsgroep moeilijk kan voorspellen.

Bovendien zijn dit soort diëten in de meeste gevallen amper vol te houden. Neem bijvoorbeeld het ‘leeuwendieet’, waarbij je alleen maar rood vlees mag eten. Op korte termijn zal je daar inderdaad wat gewicht mee verliezen, en je zal daarmee kunnen stoefen tegen je vrienden. Maar op lange termijn zal je echt belangrijke voedingsstoffen missen. Denk bijvoorbeeld aan vezels, antioxidanten en de meeste vitaminen en mineralen. Kies liever voor een dieet dat je wél kan volhouden. Ook al is dat een tikkeltje saaier dan het dieet van je favoriete Hollywoodster.

Mythe 5: verse groenten zijn altijd gezonder dan diepvriesgroenten

Het invriezen van groenten of fruit heeft eigenlijk geen grote impact op de voedingswaarde ervan, oordeelt De Meulenaer. Het is echt niet zo dat de hoeveelheid vitaminen of vezels opeens drastisch zal verminderen als je een product in de diepvries steekt. In sommige gevallen is het zelfs beter om voor de vriezer te kiezen. Neem bijvoorbeeld spinazie uit de winkel. Wanneer je die in de frigo legt, is het vitamine C-gehalte al na een paar dagen gehalveerd. Je kan verse spinazie daarom beter nog dezelfde dag klaarmaken of in de vriezer steken.

En hoe zit het dan met groenten in blik? Groenten in blik bevatten vaak minder vitaminen en meer zout. Verse groenten hebben in dat geval wel een duidelijk voordeel. Al moet dat je niet tegenhouden om bokalen met groenten te kopen: het is nog altijd beter om een blik groenten open te trekken dan om helemaal geen groenten te eten.

Mythe 6: veganisten krijgen niet voldoende eiwitten binnen

Het is perfect mogelijk om voldoende en kwalitatieve eiwitten binnen te krijgen via plantaardige voeding, vertelt De Meulenaer. Het zal alleen wat meer moeite kosten dan bij vleeseters. Dat heeft alles te maken met de zogenaamde aminozuren die je nodig hebt voor de aanmaak van eiwitten. De verhouding van aminozuren zit namelijk minder goed in plantaardige producten dan in dierlijke producten. Daardoor zal je als vegan gewoon meer verschillende soorten plantaardige voedingsmiddelen moeten eten, om je eiwitten te kunnen vormen. Je zal dus bijvoorbeeld bonen, granen en noten moeten combineren. Dat kost iets meer denkwerk, maar is zeker niet onmogelijk.

(Info: HLN.BE 13 feb 2023)

Met vriendelijke groeten,

Erwin Cosijns, Voorzitter Hepatotransplant-Gent vzw

Massachusetts wil gevangenen strafvermindering geven als ze een orgaan doneren

In de Amerikaanse staat Massachusetts kunnen gevangenen binnenkort misschien hun tijd in de gevangenis inkorten door organen of beenmerg te doneren. Het wetsvoorstel over orgaandonatie dat leidt naar strafvermindering wordt binnenkort gestemd.

 

Als de wet wordt aangenomen, zal het sommige gevangenen de mogelijkheid bieden om minstens 60 en ten hoogstens 365 dagen vermindering van hun straf te krijgen. Een comité van vijf leden zal toezicht houden op de regeling en zal beslissen over de criteria voor gevangenen die in het programma geïnteresseerd zijn. Daarnaast nemen zij ook een beslissing over “de hoeveelheid beenmerg of orgaan er moet worden gedoneerd om iemands straf om te zetten”.

 

(Bron: HLN.BE 1 feb 2023)



Statisticus aan de KUL pleit voor andere aangepaste MELD score om ongelijkheid bij orgaandonatie weg te werken

Spreek met elkaar over 'Orgaandonatie'!

Ruim 1.500 Belgen wachten op orgaantransplantatie

 

In België zijn er vorig jaar 918 orgaantransplantaties uitgevoerd, terwijl er nog 1.504 mensen op de wachtlijst staan. De grootste groep zijn mensen die wachten op een nieuwe nier.

"Het is bijzonder belangrijk om er vanuit te gaan dat je organen willen doneren" , klinkt het in het UZ Gent.

==> In ons land wordt iedereen als een bewuste donor beschouwd, tenzij je expliciet verzet tegen aantekent. In 2022 hebben 8.770 mensen zo'n weigering laten inschrijven .

==> 26.339 landgenoten tussentijds vorig jaar bekend donor te willen zijn. Dit is gebeurd via de huisarts, het gemeentehuis of mijngezondheid.be.

Het artikel, interview met Dhr. Luc Colenbie kan je terugvonden in 'De Zondag' van 29 januari 2023 of klik op onderstaande link (Pag. 2):

https://magazine.dezondag.be/makr/epaper/124/2023/5/odlTx7dIkjE7iZ4U5Gu%252BmMFdhimZxv9T8uYttjrekAE%253D/3DI/html5/index.html

 

 

Kwartiertje meer bewegen tegen leververvetting

Dagelijks een kwartier extra beweging kan mogelijk helpen bij het voorkomen van leververvetting. De intensiviteit van de beweging maakt hierbij niet uit. Dit blijkt uit onderzoek van arts-onderzoeker dr. Laurens van Kleef, die 25 januari promoveerde aan de Erasmus Universiteit op zijn onderzoek naar leververvetting.  

Een kwartier extra beweging

Voor zijn onderzoek droegen 700 deelnemers gedurende 7 dagen een hardloophorloge dat hun lichaamsbeweging monitorde. Deze gegevens werden vergeleken met medische gegevens van de studiedeelnemers, waaronder leverscans. Gemiddeld bleken de deelnemers 245 minuten per dag te bewegen, waarvan 20 minuten intensieve beweging (zoals tegen de wind in fietsen en oefeningen op de sportschool), 75 minuten middelzware beweging (stevig doorwandelen, boodschappen sjouwen) en 150 minuten lichte beweging (kleine klusjes in huis, rustig een blokje om wandelen). Deelnemers zonder leververvetting bleken dagelijks gemiddeld 16 minuten meer te bewegen dan deelnemers met leververvetting. In de intensiviteit van de beweging werd geen verschil gezien tussen de deelnemers. 

Beginnen met meer bewegen heeft altijd zin

Van Kleef: ‘Het mooie van de lever is dat die zich goed kan herstellen. Leververvetting is omkeerbaar; het verdwijnt vaak als je de balans tussen de inname en het gebruik van energie herstelt. Ook beginnende schade is omkeerbaar. Beginnen met meer bewegen heeft dus altijd zin.’ Dat een kwartier meer bewegen per dag leververvetting al kan verminderen is een belangrijke bevinding, juist voor mensen die niet in staat zijn om 2 dagen per week naar de sportschool te gaan.  

Wake-up call

Leververvetting komt voor bij ongeveer 1 op de 3 mensen in Nederland. Geschat wordt dat bij 10 procent van hen tevens lichte leverschade is ontstaan. Van Kleef pleit voor onderzoek naar screening op leververvetting en beginnende schade bij mensen die een hoger risico lopen, zoals mensen met ernstig overgewicht, veel buikvet of diabetes. Hij licht toe: ‘Van een vervette lever merken mensen niets, en ook niet van beginnende schade. In een vervette lever zorgt een zeer milde maar continu aanwezige ontsteking voor littekenvorming, fibrose genoemd. Fibrose kan ontaarden in cirrose, zeer ernstige leverschade. Maar dat kan vele jaren in beslag nemen.’ Een diagnose dat de lever vervet is en dat er al lichte schade is ontstaan, kan voor veel mensen de wake-up call zijn, denkt Van Kleef. 

Bron: Erasmus MC 

 

Verwerking van gegevens inzake orgaantransplantatie

 

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke een voorontwerp van wet goed dat de principes voor de verwerking van gegevens van wilsverklaringen over de transplantatie van organen regelt.

 

 

Hoewel in het koninklijk besluit betreffende de registratie van wilsverklaringen over de wegneming van menselijk lichaamsmateriaal reeds de registratie van de wilsverklaringen wordt geregeld, vragen de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State dat bepaalde essentiële elementen van de gegevensverwerking in de wet zelf zouden worden vastgelegd.

Het wetsontwerp beoogt in de wet de volgende verduidelijkingen aan te brengen:

  • het doel van de gegevensverwerking
  • de identiteit van de verwerkingsverantwoordelijke
  • de bewaartermijn van de gegevens
  • het soort van persoonsgegevens die worden verwerkt

Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en aan de Raad van State.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Nvdr Dit is geen essentiële wijziging maar een aanvulling gelet op de privacywetgeving.

Bij 1 op de 4 Belgen hoopt er zich onopgemerkt steeds meer vet op in de lever, zonder dat er sprake is van overmatig alcoholgebruik. Een sluipend gevaar, want wanneer er problemen zijn met dit belangrijke orgaan kan de impact groot zijn.

 

 

Waarom is onze lever zo belangrijk?

De lever is de chemische fabriek van ons lichaam. Dit orgaan zorgt voor de opname van voedingsstoffen en het omzetten ervan naar bouwstenen voor ons lichaam. De lever zorgt ervoor dat andere organen tijdig van suikers, eiwitten en vetten worden voorzien. Hij maakt ook gal aan om bijvoorbeeld vetten te verteren. Daarnaast werkt onze lever als een zuiveringsstation voor ons lichaam. Zo maakt hij giftige stoffen in het lichaam onschadelijk, zoals alcohol.

 

Kortom, als onze lever niet naar behoren werkt kunnen we in de problemen komen. Eenmaal vervet, wordt het moeilijker voor de lever om al die functies uit te voeren. En er kunnen ontstekingen ontstaan die een rol spelen bij ernstige aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en leverkanker.

Een te vette lever is wereldwijd één van de meest voorkomende leveraandoeningen. En het aantal mensen dat eraan lijdt, groeit volgens experts alleen maar. Het zal één van de belangrijkste oorzaken worden voor gecompliceerde leverziekten en leverkanker. De invloed van leververvetting op onze levenskwaliteit, kosten voor gezondheidssysteem, socio-economische gevolgen, enz ... zullen naar verwachting toenemen.

Niet alleen alcoholisten hebben er last van.

Bij aandoeningen aan de lever denken veel mensen al snel aan alcoholisten. Dat is niet onterecht, want als je veel drinkt dan krijgt jouw lever het hard te verduren. “Van de mensen die minstens vijf glazen alcohol per dag drinken, krijgt ongeveer 90 procent leververvettting,” verduidelijk Stijn Meijknikman. “Het orgaan raakt door de afbraak van alcohol overbelast en de suikers worden op den duur omgezet in vet, ook in de levercellen.”

Maar de één op de vier Belgen die leververvetting hebben, zijn niet altijd alcoholisten. Dat zijn er dus bijna 3 miljoen. Bij de meeste van hen is de oorzaak een ongezonde levensstijl. “Zij nemen bijvoorbeeld meer calorieën op dan wat ze verbruiken op een dag. Het lichaam gaat dan al het overschot aan suikers omzetten naar vetten. Wanneer die beginnen op te stapelen in de lever, spreekt men van niet-alcoholische leververvetting.”

Vervetting leidt tot ontsteking.

Dat gebeurt gelukkig niet van vandaag op morgen. Maar als men niet ingrijpt dan kan de leververvetting op zijn beurt een ontsteking van de lever veroorzaken. Wanneer die ontsteking langdurig aanhoudt, chronisch is dus, kan er zich levercirrose ontwikkelen.

Zo’n chronische leverontsteking veroorzaakt littekens. Vergelijk het met een wondje op je huid. Dat beetje rood eromheen is een teken dat het wat ontstoken is. Na genezing van de wond houd je een wit litteken over. Datzelfde gebeurt bij een ontstoken lever. Je gezonde levercellen raken omgeven door littekenweefsel, ook wel fibrose genoemd. Daardoor neemt de capaciteit van de lever af. Dat noemen we levercirrose, een belangrijke oorzaak van leverkanker.

Door al dat bindweefsel krimpt de lever, wordt hij hobbelig en kan hij dus zijn functie niet meer goed vervullen. Het nadeel: leververvetting is nog omkeerbaar, levercirrose is dat niet. Mensen met levercirrose ontwikkelen tekorten van allerlei bouwstenen, ze nemen minder voedingstoffen op, hun gal hoopt op en hun lichaam verwerkt medicijnen niet meer op dezelfde manier.

Daarnaast heeft iemand met levercirrose ook vaak last van een verhoogde bloeddruk in de poortader die de lever van bloed voorziet afkomstig van de ingewanden. Die verhoogde druk kan spataders veroorzaken op andere plaatsen, zoals de slokdarm, en vocht in de buik. De opstapeling van niet verwerkte afvalstoffen in het bloed kunnen ervoor zorgen dat de persoon verward is. Daarnaast is de nierfunctie soms verstoord wat tot nierfalen kan leiden. Tot slot hebben mensen met levercirrose ook een verhoogde kans op leverkanker.

Hoe kom je te weten of je lever te vet is?

Het lastige aan leververvetting is dat je er in het begin helemaal niets van merkt. Dit orgaan van anderhalve kilo is flexibel en heeft een grote reservecapaciteit. Klachten die je uiteindelijk kan gaan voelen, zijn bijvoorbeeld pijn rechts boven in de buik of vermoeid zijn zonder een duidelijke reden. Een arts zal leververvetting eerder toevallig ontdekken op basis van verhoogde leverwaarden in het bloed of bij een echografie van de buik.

Er zijn natuurlijk risico-indicatoren. Bijna twee derde van de mensen met diabetes type 2 heeft bijvoorbeeld al een ernstige vorm van littekenweefsel in de lever, zo blijkt uit een recente studie. Heb je veel buikvet of ben je een chronische alcoholgebruiker, dan is het risico ook groot dat je leververvetting hebt. Met andere woorden, hoe meer je lichaam uit balans is, des te groter het risico.

Het is lastig om vast te stellen in welke mate een lever is aangetast. Als gouden standaard geldt het biopt, waarbij weefsel wordt weggenomen voor nader onderzoek. Maar niemand wil graag dat er wat leverweefsel wordt weggezogen. Dus eerst wordt er een echografie gemaakt om de mate van vervetting te onderzoeken. Met behulp van deze techniek is goed vast te stellen of de lever meer dan 30 procent vervet is. Ook een MRI geeft uitsluitsel.

 

Wat kan je doen?

Er zijn geen medicijnen tegen leververvetting, behalve voor mensen die diabeet zijn. De effectiefste manier om de kwaliteit van je lever te verbeteren, is je leefstijl aan te passen.

Dat begint voor veel mensen met afvallen. Uit onderzoek blijkt dat een caloriearm dieet en meer bewegen van grote invloed is. Als je aan het begin van leververvetting zelfs maar 5 procent van je overgewicht wegwerkt, verdwijnt ook het vet. Is de lever al ontstoken dan werkt 7 tot 10 procent afvallen al om het littekenweefsel te verminderen. Het is dus wel degelijk om te keren.

 

bron HLN

 

PERSBERICHT Vlaams Patiëntenplatform vzw 18 april 2023

1 patiënt op 3 kan zijn zorgverlener niet vrij kiezen

Nochtans is dat wel een recht. Ook een tweede opinie vragen of van zorgverlener veranderen moet kunnen. Op de Europese dag voor de rechten van de patiënt vraagt het Vlaams Patiëntenplatform (VPP) aandacht voor dit recht dat momenteel zwaar onder druk staat. Berichten over een tekort aan zorgpersoneel en praktijken met patiëntenstops overspoelen ons land, dus lanceerde het VPP een bevraging om te achterhalen of het recht op vrije keuze van de zorgverlener wel gegarandeerd wordt.

 

297 personen namen deel. Maar liefst 1 op 3 geeft aan de zorgverlener niet altijd vrij te kunnen kiezen. De belangrijkste reden hiervoor is dat zorgverleners onderling afspraken maken over welke patiënten bij welke zorgverlener(s) zorg krijgen. Vooral wat betreft de keuze van de arts-specialist zijn er blijkbaar problemen. Een andere opvallende conclusie is dat bijna 6 op 10 deelnemers niet (altijd) een tweede opinie vragen als ze dat wensen. Men denkt niet dat een tweede opinie veel zal bijbrengen of men is bang voor de reactie van de eerste zorgverlener. Nog eens 40% van de bevraagden geeft aan niet van zorgverlener te veranderen wanneer ze dat wel nodig vinden. De belangrijkste reden hiervoor is dat het te complex is (bijvoorbeeld te veel administratieve rompslomp). Tot slot zegt 67% van de bevraagden dat ze al eens te lang op een afspraak bij een zorgverlener heeft moeten wachten.

 

“Toen de huisarts van mijn ouders met pensioen ging wou ik hen helpen om een nieuwe te vinden. Elke praktijk die ik belde (meer dan 20!) antwoordde negatief. Zorgverleners hadden onderling afspraken gemaakt waarbij de straat waarin je woont bepaalt naar welke huisarts je moet gaan. De huisarts toegewezen aan de straat van mijn ouders had geen goede reputatie, dus bleef ik bellen. Tevergeefs, ze zijn uiteindelijk patiënt moeten worden bij een arts waarbij ze zich niet comfortabel voelden.”  Aldus één van de bevraagden uit Antwerpen. 

 

Waarom is die vrije keuze zo belangrijk? Patiënten moeten terechtkunnen bij een zorgverlener waarin zij vertrouwen hebben en van mening zijn dat dit de juiste zorgverlener voor hen is met de juiste subspecialisatie. Daarnaast is het belangrijk dat andere factoren, zoals bijvoorbeeld een vlotte bereikbaarheid, zelf ingevuld kunnen worden door patiënten.

 

“Deze cijfers verbazen ons helaas niet.” zegt Else Tambuyzer, directeur van het VPP. “Er zijn structurele oplossingen nodig om de druk op het zorgaanbod weg te nemen.” In afwachting van die structurele oplossingen vraagt het VPP om patiënten de nodige informatie te geven over de aanwezigheid en de beschikbaarheid van zorgverleners. Daarmee bedoelen we niet enkel de gegevens van de zorgverlener, maar ook de conventiestatus, of deze al dan niet een patiëntenstop heeft, gemiddelde wachttijden en de eventuele specifieke expertise.

 

Met een ludiek filmpje vraagt het VPP aandacht voor het probleem. Kijkers krijgen een patiënt te zien die door een app swipet die doet denken aan Tinder. De ene na de andere arts wijst de patiënt af. Reden? Al bezet. In de huidige situatie zou een dergelijke tool (die bijvoorbeeld meteen toont dat een arts een patiëntenstop heeft) echter een handig instrument zijn.

 

Meer informatie

 

Vlaams Patiëntenplatform vzw

Lise Dehouwer, coördinator perswerking 016 23 05 26 of 0468 17 86 07 lise.dehouwer@vlaamspatientenplatform.be  www.vlaamspatientenplatform.be 

Over het Vlaams Patiëntenplatform

De levenskwaliteit van personen met een chronische ziekte en hun omgeving verbeteren, dat doe je niet alleen, maar samen! Noden en knelpunten waar personen met een chronische ziekte tegenaan lopen kaarten we aan bij de overheid en de zorgsector. Samen met onze leden, meer dan 115 patiëntenverenigingen, werken we aan kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg op maat van personen met een chronische aandoening.

 

Het ziekenhuis Vall d’Hebron in Barcelona heeft met succes voor de eerste keer een longtransplantatie uitgevoerd met een robot. De techniek is de minst invasieve manier om een transplantatie uit te voeren. Bij de operatie is een nieuwe toegangsweg gebruikt. In plaats van een incisie van dertig centimeter in de borst zijn er meerdere kleine incisies gemaakt bij de patiënt van 65 jaar. De man had longfibrose. De operatie heeft vijf uur geduurd. 

“We dragen bij aan het verbeteren van de klinische praktijken die het dagelijks leven van onze patiënten draaglijker maken” volgens Manuel Balcells, de regionale minister van Volksgezondheid van 
Catalonië

Tot nu toe was een longtransplantatie  alleen mogelijk door een grote incisie te maken waarbij de borstkas geopend moest worden. Door het gebruik van de robot kan er nu een transplantatie plaatsvinden met een opening van slechts acht centimeter aan de onderkant van het borstbeen, net boven het middenrif. 

Het gaat om een techniek die zo min mogelijk invloed heeft op het leven van de patiënt, omdat er veel minder pijn gevoeld wordt en omdat de methode minder agressief is. Ook het herstelproces na de operatie is veel minder risicovol, omdat er minder lang medicatie genomen hoeft te worden die het immuunsysteem platlegt voor het niet afstoten van het nieuwe orgaan. Bovendien is de wond op zich ook veel kleiner. 

De patiënt waarbij de operatie  werd uitgevoerd is Xavier. Hij is 65 jaar oud en werd 18 jaar geleden gediagnosticeerd met longfibrose. Hij twijfelde geen seconde over het aanbod om geopereerd te worden met een robot. “Ik leef al mijn hele leven omringd door machines. Ik begreep dat alles wat een robot doet veel preciezer is dan de menselijke hand”, aldus Xavier. Hij zegt ook dat hij geen pijn heeft gevoeld na de operatie. Dat is erg bijzonder omdat de operatie voor een longtransplantatie altijd als één van de pijnlijkste operaties beschouwd werd.

 

Doelgerichte immunotherapie via ‘rijstkorrel’


Amerikaanse onderzoekers hebben een manier gevonden om pancreaskanker te behandelen door immunotherapie rechtstreeks in de tumor toe te dienen aan de hand van een apparaatje dat kleiner is dan een rijstkorrel. Dat geeft niet alleen een beter resultaat, maar ook veel minder bijwerkingen.

 
Pancreaskanker wordt vaak pas in een vergevorderd stadium ontdekt. Bij ongeveer 85% van de patiënten is de kanker op het moment van diagnose dan ook al uitgezaaid, wat de ziekte veel moeilijker behandelbaar maakt. Immunotherapie haalt goede resultaten bij kankers waarvoor tot nog toe geen goede behandelingsmogelijkheden bestonden, maar omdat immunotherapie door het hele lichaam wordt toegediend, veroorzaakt de behandeling veel bijwerkingen. En die kunnen lang aanhouden, soms zelfs levenslang. Door immunotherapie rechtstreeks op de tumor te richten, zijn er veel minder bijwerkingen, wat de patiënten een betere levenskwaliteit biedt.

 

 

Onderzoekers van het Houston Methodist Academic Institute hebben daarom een speciaal apparaatje ontwikkeld - nanofluïdisch drug-eluting seed of kortweg NDES. NDES kan een aanhoudende lage dosis CD40 monoklonale antilichamen toedienen, een veelbelovend immuno therapeutisch middel, en dat rechtstreeks in de tumor. 

Uit onderzoek bij muizen bleek dat er al tumorreductie was bij een vier keer lagere dosis dan wat bij traditionele immunotherapiebehandeling wordt toegediend. Maar er is nog beter nieuws, vertelt onderzoekster Corrine Ying Xuan Chua: “Hoewel het NDES-apparaat slechts in één van de twee tumoren in hetzelfde proefdier werd ingebracht, konden we ook tumorreductie constateren in de tumor zonder het apparaat. Dat betekent dat lokale behandeling met immunotherapie de immuunrespons kan activeren om andere tumoren aan te pakken. Eén proefmuis bleef zelfs tumorvrij gedurende de 100 dagen van observatie."

 

"Ons doel is de manier waarop kanker wordt behandeld te veranderen. Wij zien dit apparaat als een levensvatbare benadering om op een minimaal invasieve en effectieve manier de pancreastumor binnen te dringen, waardoor een meer gerichte therapie met minder medicijnen mogelijk wordt," aldus Alessandro Grattoni, co-auteur van de studie en voorzitter van de afdeling Nanomedicine van het Houston Methodist Research Institute.
Aanvullend laboratoriumonderzoek moet de effectiviteit en veiligheid van deze toedieningstechnologie verder bepalen, maar de onderzoekers zijn hoopvol dat deze methode kan ingezet worden voor kankerpatiënten in de komende vijf jaar. 

 

(Bron: gezondheid.be 18 april 2023)



 

 

Op 26 januari hebben we onze eerste gespreksgroep 'Polycytische lever en/of nieren' gehouden. We waren met een achttal personen en iedereen leek het een heel interessante formule te vinden en alvast voor herhaling vatbaar.

 

Nu zijn we een paar maand verder en zouden we eventueel overwegen om opnieuw zo'n gespreksgroep te organiseren, op voorwaarde dat er genoeg interesse is natuurlijk.

Wij zouden opteren voor woensdag 31 mei 2023 (van 13.30u t/m +/- 16.00u).

 

Graag horen wij van jullie wie er interesse heeft. Een deelname aan de eerste gespreksgroep in januari is zeker geen vereiste.

Elk lid dat interesse heeft, kan aansluiten.

 

Wie interesse heeft en graag wil deelnemen aan deze gespreksgroep, gelieve in te schrijven via hepatogent@outlook.be en dit graagvóór 3 mei 2023.

Nadien krijgt u van ons een mail met de juiste plaats (binnen het UZ Gent) waar de gespreksgroep zal doorgaan.


We hopen hiermee een vervolg te kunnen geven aan de interesse van de vorige gespreksgroep.

 

 

Persbericht Vlaams patientenplatform

PERSBERICHT Vlaams Patiëntenplatform vzw 18 april 2023

1 patiënt op 3 kan zijn zorgverlener niet vrij kiezen

Nochtans is dat wel een recht. Ook een tweede opinie vragen of van zorgverlener veranderen moet kunnen. Op de Europese dag voor de rechten van de patiënt vraagt het Vlaams Patiëntenplatform (VPP) aandacht voor dit recht dat momenteel zwaar onder druk staat. Berichten over een tekort aan zorgpersoneel en praktijken met patiëntenstops overspoelen ons land, dus lanceerde het VPP een bevraging om te achterhalen of het recht op vrije keuze van de zorgverlener wel gegarandeerd wordt.

 

297 personen namen deel. Maar liefst 1 op 3 geeft aan de zorgverlener niet altijd vrij te kunnen kiezen. De belangrijkste reden hiervoor is dat zorgverleners onderling afspraken maken over welke patiënten bij welke zorgverlener(s) zorg krijgen. Vooral wat betreft de keuze van de arts-specialist zijn er blijkbaar problemen. Een andere opvallende conclusie is dat bijna 6 op 10 deelnemers niet (altijd) een tweede opinie vragen als ze dat wensen. Men denkt niet dat een tweede opinie veel zal bijbrengen of men is bang voor de reactie van de eerste zorgverlener. Nog eens 40% van de bevraagden geeft aan niet van zorgverlener te veranderen wanneer ze dat wel nodig vinden. De belangrijkste reden hiervoor is dat het te complex is (bijvoorbeeld te veel administratieve rompslomp). Tot slot zegt 67% van de bevraagden dat ze al eens te lang op een afspraak bij een zorgverlener heeft moeten wachten.

 

“Toen de huisarts van mijn ouders met pensioen ging wou ik hen helpen om een nieuwe te vinden. Elke praktijk die ik belde (meer dan 20!) antwoordde negatief. Zorgverleners hadden onderling afspraken gemaakt waarbij de straat waarin je woont bepaalt naar welke huisarts je moet gaan. De huisarts toegewezen aan de straat van mijn ouders had geen goede reputatie, dus bleef ik bellen. Tevergeefs, ze zijn uiteindelijk patiënt moeten worden bij een arts waarbij ze zich niet comfortabel voelden.”  Aldus één van de bevraagden uit Antwerpen. 

 

Waarom is die vrije keuze zo belangrijk? Patiënten moeten terechtkunnen bij een zorgverlener waarin zij vertrouwen hebben en van mening zijn dat dit de juiste zorgverlener voor hen is met de juiste subspecialisatie. Daarnaast is het belangrijk dat andere factoren, zoals bijvoorbeeld een vlotte bereikbaarheid, zelf ingevuld kunnen worden door patiënten.

 

“Deze cijfers verbazen ons helaas niet.” zegt Else Tambuyzer, directeur van het VPP. “Er zijn structurele oplossingen nodig om de druk op het zorgaanbod weg te nemen.” In afwachting van die structurele oplossingen vraagt het VPP om patiënten de nodige informatie te geven over de aanwezigheid en de beschikbaarheid van zorgverleners. Daarmee bedoelen we niet enkel de gegevens van de zorgverlener, maar ook de conventiestatus, of deze al dan niet een patiëntenstop heeft, gemiddelde wachttijden en de eventuele specifieke expertise.

 

Met een ludiek filmpje vraagt het VPP aandacht voor het probleem. Kijkers krijgen een patiënt te zien die door een app swipet die doet denken aan Tinder. De ene na de andere arts wijst de patiënt af. Reden? Al bezet. In de huidige situatie zou een dergelijke tool (die bijvoorbeeld meteen toont dat een arts een patiëntenstop heeft) echter een handig instrument zijn.

 

Meer informatie

 

Vlaams Patiëntenplatform vzw

Lise Dehouwer, coördinator perswerking 016 23 05 26 of 0468 17 86 07 lise.dehouwer@vlaamspatientenplatform.be  www.vlaamspatientenplatform.be 

Over het Vlaams Patiëntenplatform

De levenskwaliteit van personen met een chronische ziekte en hun omgeving verbeteren, dat doe je niet alleen, maar samen! Noden en knelpunten waar personen met een chronische ziekte tegenaan lopen kaarten we aan bij de overheid en de zorgsector. Samen met onze leden, meer dan 115 patiëntenverenigingen, werken we aan kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg op maat van personen met een chronische aandoening.

 

Eerste longtransplantatie door robot uitgevoerd in Vall d’Hebron Barcelona

Het ziekenhuis Vall d’Hebron in Barcelona heeft met succes voor de eerste keer een longtransplantatie uitgevoerd met een robot. De techniek is de minst invasieve manier om een transplantatie uit te voeren. Bij de operatie is een nieuwe toegangsweg gebruikt. In plaats van een incisie van dertig centimeter in de borst zijn er meerdere kleine incisies gemaakt bij de patiënt van 65 jaar. De man had longfibrose. De operatie heeft vijf uur geduurd. 

“We dragen bij aan het verbeteren van de klinische praktijken die het dagelijks leven van onze patiënten draaglijker maken” volgens Manuel Balcells, de regionale minister van Volksgezondheid van 
Catalonië

Tot nu toe was een longtransplantatie  alleen mogelijk door een grote incisie te maken waarbij de borstkas geopend moest worden. Door het gebruik van de robot kan er nu een transplantatie plaatsvinden met een opening van slechts acht centimeter aan de onderkant van het borstbeen, net boven het middenrif. 

Het gaat om een techniek die zo min mogelijk invloed heeft op het leven van de patiënt, omdat er veel minder pijn gevoeld wordt en omdat de methode minder agressief is. Ook het herstelproces na de operatie is veel minder risicovol, omdat er minder lang medicatie genomen hoeft te worden die het immuunsysteem platlegt voor het niet afstoten van het nieuwe orgaan. Bovendien is de wond op zich ook veel kleiner. 

De patiënt waarbij de operatie  werd uitgevoerd is Xavier. Hij is 65 jaar oud en werd 18 jaar geleden gediagnosticeerd met longfibrose. Hij twijfelde geen seconde over het aanbod om geopereerd te worden met een robot. “Ik leef al mijn hele leven omringd door machines. Ik begreep dat alles wat een robot doet veel preciezer is dan de menselijke hand”, aldus Xavier. Hij zegt ook dat hij geen pijn heeft gevoeld na de operatie. Dat is erg bijzonder omdat de operatie voor een longtransplantatie altijd als één van de pijnlijkste operaties beschouwd werd.

Doelgerichte immunotherapie

 

Doelgerichte immunotherapie via ‘rijstkorrel’


Amerikaanse onderzoekers hebben een manier gevonden om pancreaskanker te behandelen door immunotherapie rechtstreeks in de tumor toe te dienen aan de hand van een apparaatje dat kleiner is dan een rijstkorrel. Dat geeft niet alleen een beter resultaat, maar ook veel minder bijwerkingen.

 

Pancreaskanker wordt vaak pas in een vergevorderd stadium ontdekt. Bij ongeveer 85% van de patiënten is de kanker op het moment van diagnose dan ook al uitgezaaid, wat de ziekte veel moeilijker behandelbaar maakt. Immunotherapie haalt goede resultaten bij kankers waarvoor tot nog toe geen goede behandelingsmogelijkheden bestonden, maar omdat immunotherapie door het hele lichaam wordt toegediend, veroorzaakt de behandeling veel bijwerkingen. En die kunnen lang aanhouden, soms zelfs levenslang. Door immunotherapie rechtstreeks op de tumor te richten, zijn er veel minder bijwerkingen, wat de patiënten een betere levenskwaliteit biedt.

 

 

Onderzoekers van het Houston Methodist Academic Institute hebben daarom een speciaal apparaatje ontwikkeld - nanofluïdisch drug-eluting seed of kortweg NDES. NDES kan een aanhoudende lage dosis CD40 monoklonale antilichamen toedienen, een veelbelovend immuno therapeutisch middel, en dat rechtstreeks in de tumor. 

Uit onderzoek bij muizen bleek dat er al tumorreductie was bij een vier keer lagere dosis dan wat bij traditionele immunotherapiebehandeling wordt toegediend. Maar er is nog beter nieuws, vertelt onderzoekster Corrine Ying Xuan Chua: “Hoewel het NDES-apparaat slechts in één van de twee tumoren in hetzelfde proefdier werd ingebracht, konden we ook tumorreductie constateren in de tumor zonder het apparaat. Dat betekent dat lokale behandeling met immunotherapie de immuunrespons kan activeren om andere tumoren aan te pakken. Eén proefmuis bleef zelfs tumorvrij gedurende de 100 dagen van observatie."

 

"Ons doel is de manier waarop kanker wordt behandeld te veranderen. Wij zien dit apparaat als een levensvatbare benadering om op een minimaal invasieve en effectieve manier de pancreastumor binnen te dringen, waardoor een meer gerichte therapie met minder medicijnen mogelijk wordt," aldus Alessandro Grattoni, co-auteur van de studie en voorzitter van de afdeling Nanomedicine van het Houston Methodist Research Institute.
Aanvullend laboratoriumonderzoek moet de effectiviteit en veiligheid van deze toedieningstechnologie verder bepalen, maar de onderzoekers zijn hoopvol dat deze methode kan ingezet worden voor kankerpatiënten in de komende vijf jaar. 

 

(Bron: gezondheid.be 18 april 2023)

 

Iedereen zou moeten instemmen met orgaandonatie

LEVENSVERHAAL

Olivier (42) sterft na noodlottige val van trap, maar beslissing ouders redt vier andere levens:

“Iedereen zou moeten instemmen met orgaandonatie”

Hij was een levensgenieter pur sang. Maar een noodlottige val van een trap maakte vroegtijdig een einde aan het leven van Olivier Steurbaut (42) uit Lievegem. “Het is onwezenlijk. Toen we hoorden dat hij zes uur onderaan die trap had gelegen met een lichaamstemperatuur van 33 graden, wisten we dat we hem kwijt waren”, getuigen zijn ouders, die 13 jaar geleden richting kust verhuisden. Frank en Claudine beslisten om de organen van hun zoon af te staan en doen nu een oproep. “Iedereen zou die beslissing moeten nemen. Hoe moeilijk het ook is.”

 

Olivier Steurbaut was het prototype van een levensgenieter. Altijd goedlachs, vriendelijk en als er plezier werd gemaakt, was hij er graag bij. “Maar bovenal was hij een pracht van een zoon. Ons wonderkind noemden we hem altijd”, vertellen Frank (65) en Claudine (64). Hoewel Olivier in het Oost-Vlaamse Lievegem woonde en zijn ouders aan de kust in Blankenberge, bleef het contact wonderwel. “Dagelijks belde hij naar zijn mama. Ze was echt zijn god”, vertelt papa Frank met tranen in de ogen. “Hij was ons enig kind. Dat hij er nu niet meer is, valt nauwelijks te vatten. Je leest dagelijks in de krant over ongevallen, maar als je het zélf meemaakt, besef je pas hoe het voelt.”

 

 

 

Val van trap

 

 

Frank en Claudine keren met ons een week terug in de tijd. Op zondag 19 maart om 8 uur ’s ochtends komt Claudine terug thuis in Blankenberge. Ze was boodschappen gaan doen en had haar gsm thuis laten liggen. “Ik had zes gemiste oproepen van de beste vriend van Olivier. Op dat moment wist ik al: er moet iets gebeurd zijn”, zucht Claudine. Wanneer ogenblikken later ook de politie haar contacteert, wordt de vrees werkelijkheid. Haar echtgenoot Frank is op dat moment aan het werk. Het is zijn werkgever die hem vertelt dat hij best zo snel als mogelijk huiswaarts keert. “Dan weet je al hoe laat het is. Toen ik de deur van het appartement opendeed, zag ik Claudine wenen. ‘We zijn hem kwijt’, zei ze me.”

 

 

De situatie was dan ook ernstig. Olivier werd die zondagochtend gevonden onderaan de gemeenschappelijke trap van het appartementsgebouw in Lievegem waar hij woonde. “Hij lag daar toen al zes uur en had nog een lichaamstemperatuur van 33 graden. Hij was volledig onderkoeld. Het moet omstreeks 1.30 uur gebeurd zijn. Dat weten we, omdat een vriend van hem waarmee hij die avond een pintje was gaan drinken, hem op dat uur zien binnengaan heeft. Is hij gestruikeld? Uitgegleden? Achterover gevallen? We zullen het wellicht nooit met zekerheid weten. Het enige wat zeker is, is dat we onze enige zoon kwijt zijn.”

 

 

 

Ik had geen probleem dat iemand anders zijn organen zou hebben, maar ik wou eerst niet dat ze hem weer zouden afnemen of opensnij­den. Maar ik heb het gedaan voor Olivier en mijn man. En nu heb ik daar een goed gevoel bij.

Mama Claudine

 

 

Olivier werd nog in kritieke toestand afgevoerd naar het ziekenhuis, maar meteen was duidelijk dat de situatie ernstig was. “Ik ben zelf lange tijd ambulancier geweest en toen ik hoorde in welke omstandigheden hij werd gevonden, wist ik: dit is niet goed”, vervolgt zijn papa. “In het ziekenhuis hebben ze nog alles gedaan om hem te redden, maar de hersenschade was te groot. En hem laten leven als een plant en eten geven met een lepeltje? Neen, dat was géén optie. Dat zou Olivier zelf nooit gewild hebben. Dat was niet zoals hij in het leven stond.”

 

  Olivier Steurbaut werd amper 42 © Mathias Mariën

 

Want de dokters hielden Olivier in kunstmatige coma, maar al snel bleek dat het enkel de machines waren die hem in leven hielden. “Op een bepaald moment, twee dagen na de operatie, kwam één van de dokters op ons af om uit te leggen dat zijn situatie hopeloos was. ‘Ik moet nog iets vragen’, zei hij. Meteen wist ik welke vraag er zou komen. ‘Je moet niks vragen, pak alles wat anderen kan redden’, reageerde ik. Ze hebben zijn longen, zijn lever, zijn nieren en hart gebruikt voor orgaantransplantatie”, zegt Frank met snikkende stem. “Ik wou het eerst niet, dat geef ik eerlijk toe”, pikt Claudine in. “Ik had geen probleem dat iemand anders zijn organen zou hebben, maar ik wou eerst niet dat ze hem weer zouden afnemen of opensnijden. Maar ik heb het gedaan voor Olivier en mijn man. En nu heb ik daar een goed gevoel bij.”

 

 

“Olivier zei altijd: ‘als ik dood ben, mogen ze alles hebben’”, herinnert zijn papa zich. “Dat ben ik nooit vergeten. Eigenlijk zou iedereen zich bereid moeten tonen voor orgaandonatie. Het redt mensenlevens. Omgekeerd zouden we ook dankbaar zijn als onze zoon kon gered worden daardoor. Het geeft ons ook voldoening in ons rouwproces.”

 

 

Hoewel we niet naast elkaars deur woonden, kwam hij regelmatig langs. ‘Pak mij eens vast’, zei hij dan. Olivier was altijd goedgezind, altijd goedlachs. Enorm geliefd ook. Zijn vrienden­groep was heel groot. Dat merken we ook aan de talloze reacties die we ontvingen na zijn dood. Hij heeft geleefd tot het laatste moment en was gelukkig.

Ouders van Olivier

 

 

Wie de organen van Olivier kreeg, weten zijn ouders niet. En dat hoeft ook niet. Zij focussen zich nu vooral op de goede herinneringen aan hun zoon. En die zijn er gelukkig meer dan genoeg. “Zoals ik zei: we noemden hem ons wonderkind. Elke dag belde hij naar zijn mama. Ook de avond voor zijn fatale val nog. En hoewel we niet naast elkaars deur woonden, kwam hij regelmatig langs. ‘Pak mij eens vast’, zei hij dan. Olivier was altijd goedgezind, altijd goedlachs. Enorm geliefd ook. Zijn vriendengroep was heel groot. Dat merken we ook aan de talloze reacties die we ontvingen na zijn dood. Hij heeft geleefd tot het laatste moment en was gelukkig, dat geeft ons ergens troost”, zegt Frank. “Bij ons laatste afscheid in het ziekenhuis stopte ik een blikje Jupiler in zijn hand. “Als ze je opereren, kan je er eentje drinken”, fluisterde ik hem toe.”

 

 

Voetbal

 

 

Tijdens het gesprek wijzen Frank en Claudine naar een pakje sigaretten, een aansteker en een paar schoenen. “Van Olivier, die had hij bij zich toen hij werd gevonden. Het klinkt misschien vreemd, maar voor ons blijven die hier altijd liggen. Het zijn de laatste tastbare herinneringen aan onze zoon”, aldus Claudine. “Wat was hij toch een prachtig persoon. Voetbal was zijn grote passie. Als hij een bal zag, was hij gelukkig. Dat was als kind al zo. Studeren was niks voor hem. Als Olivier een boekentas zag, begon hij al te zweten (glimlacht). Hij schopte het zelf tot de beloften van AA Gent, maar zakte daarna af naar lagere reeksen. Tot een zware enkelbreuk hem volledig deed stoppen. Op dat moment werkte hij al bij Volvo. Daarna heeft hij jaren gewerkt in de horeca, maar sinds enkele maanden was hij aan de slag in een supermarkt. Olivier wou rustigere uren. Jammer genoeg heeft hij er niet lang van kunnen genieten."

 

 

“Hij was wel nog altijd een rasechte supporter van Gent. Een echte Buffalo”, maakt Frank ons nog duidelijk. “Binnenkort zou hij met één van zijn beste vriend naar West Ham gaan, voor de match in de Conference League. Het zal er jammer genoeg niet meer van komen … We hebben zoveel mooie herinneringen aan onze zoon. Al blijft het onwezenlijk dat we ons wonderkind voor altijd kwijt zijn.”

(HLN.BE 26 maart 2023)