Dipsausjes die je ook in de winter een vakantie gevoel geven

          Dipsausjes die je ook in de winter een vakantie gevoel geven

neem je blender en ga aan de slag, het is zo klaar


Tzatziki

Heerlijk bij Griekse of Turkse gerechten. Maar combineert ook goed met peulvruchten, kip, varkensvleesreepjes en gegrilde groente.

  • 1 teentje knoflook
  • 100 ml halfvolle yoghurt
  • 2 theelepels citroensap
  • ½ eetlepel olijfolie
  • ½ komkommer
  • dille of gemalen komijn
  • peper

Bewaar maximaal 2 dagen in de koelkast. Niet geschikt om in te vriezen.

Guacamole

Haal het zonnetje in huis met deze lekkere Mexicaanse dip. Dip voor groente en ideaal op brood.

  • ½ ui
  • ½ tomaat
  • 3 takjes koriander
  • 1 avocado
  • 1 teentje knoflook
  • limoensap
  • peper

 

Hummus

Een makkelijk recept voor zelfgemaakte hummus. Lekker om groente in te dippen en lekker op brood!

  • 1 kleine pot of blikje kikkererwten (uitlekgewicht ca 200 gram)
  • 1 teentje knoflook
  • ½ theelepel gemalen komijn (djinten)
  • 1 eetlepel tahin
  • 1 eetlepel olijfolie
  • ½ citroen
  • peper

Bron :   https://www.voedingscentrum.nl/recepten/gezond-recept/quinoasalade-met-geitenkaas-en-ei.aspx

Voedingsprofessor Bruno De Meulenaar (UGent) helpt graag zes voedingsmythes de wereld uit.

 

"Je lichaam heeft vet nodig om te kunnen functioneren, het is niét altijd slecht."

 

Mythe 1: aardappelen zijn ongezond

Hoewel aardappelen in Vlaanderen zeer geliefd zijn, klinkt het overal dat ze ongezond zijn. Wat is daarvan waar? Aardappelen zijn echt niet slecht voor je lichaam, zegt De Meulenaer. Een gekookte aardappel bevat zelfs minder calorieën dan andere producten zoals pasta of rijst. Daarnaast bevatten aardappelen ook vezels en mineralen. Daardoor krijg je sneller een verzadigd gevoel en ga je jezelf dus niet overeten. Allemaal voordelen.

Het enige waar je bij dit voedingsmiddel op moet letten, is dat je er niets extra aan toevoegt. Vanaf het moment dat je andere ingrediënten begint toe te voegen, ligt de situatie namelijk anders. Denk bijvoorbeeld aan kant-en-klare puree: daar worden heel vaak boter en eierdooiers aan toegevoegd. Dat is natuurlijk wat ongezonder dan een aardappel in water. Hetzelfde geldt voor aardappelen die je begint te frituren. Je voegt er opnieuw een ongezonder laagje aan toe. Mijn advies is daarom: eet je patatjes vooral gewoon puur natuur.

Mythe 2: je moet drie liter water per dag drinken

Ons lichaam heeft wel degelijk 3 tot 4 liter per dag nodig. Maar dat moeten we echt niet alleen uit glazen water halen. Water zit ook voor een deel in onze voeding. Bovendien is je nood aan water best persoonlijk. Iemand die twee meter groot is, heeft meer vocht nodig dan iemand die een halve meter kleiner is. Ook iemand die veel zweet zal meer nood hebben aan water dan iemand die dat minder doet. Mijn advies? Zorg dat je op dagen met een normale temperatuur, minstens één liter water binnenkrijgt. Ga voor de rest vooral af op je dorstgevoel. Dat gaat veel natuurlijker aanvoelen. En voor alle duidelijkheid: het gaat hier om zuiver water, geen frisdrank.

Mythe 3: vet is altijd slecht

Niet alle vetten zijn slecht voor je lichaam. Neem nu de verzadigde vetten, die je vooral terugvindt in dierlijke producten zoals vlees, boter en kaas. Je hoort regelmatig dat die voedingsmiddelen je cholesterolniveau de hoogte in doen schieten. Maar dat gaat echt alleen het geval zijn als je overdrijft met de inname. Het is het belangrijker om te kijken naar de totale maaltijd dan naar het type vet.

Iets wat professor De Meulenaer beaamt. “Vet brengt calorieën aan, maar die heb je ook nodig. Je lichaam heeft die nodig om te kunnen functioneren. Bovendien is het ook niet zo dat al het vet dat in voeding zit effectief door het lichaam wordt opgenomen. Neem bijvoorbeeld het vet in melk en kaas: dat wordt door de aanwezigheid van calcium voor een deel ‘niet beschikbaar’. Het vet blijft niet plakken, zeg maar. Het zal er weer uitkomen via de stoelgang. Het belangrijkste is: zorg voor voldoende afwisseling en overdrijf er niet mee.”

Mythe 4: hoe populairder het dieet, hoe beter het zal werken

Van intermittent fasting tot een Spartaans dieet, je ziet iedere maand wel een nieuw dieet voorbijkomen. Dat betekent echt niet dat ze daarom ook beter zijn. Eerst en vooral zijn deze hype-diëten vaak gebaseerd op nogal losse wetenschap. Ze zijn bijvoorbeeld getest in een te kleine onderzoeksgroep, waardoor je de effecten op een grote bevolkingsgroep moeilijk kan voorspellen.

Bovendien zijn dit soort diëten in de meeste gevallen amper vol te houden. Neem bijvoorbeeld het ‘leeuwendieet’, waarbij je alleen maar rood vlees mag eten. Op korte termijn zal je daar inderdaad wat gewicht mee verliezen, en je zal daarmee kunnen stoefen tegen je vrienden. Maar op lange termijn zal je echt belangrijke voedingsstoffen missen. Denk bijvoorbeeld aan vezels, antioxidanten en de meeste vitaminen en mineralen. Kies liever voor een dieet dat je wél kan volhouden. Ook al is dat een tikkeltje saaier dan het dieet van je favoriete Hollywoodster.

Mythe 5: verse groenten zijn altijd gezonder dan diepvriesgroenten

Het invriezen van groenten of fruit heeft eigenlijk geen grote impact op de voedingswaarde ervan, oordeelt De Meulenaer. Het is echt niet zo dat de hoeveelheid vitaminen of vezels opeens drastisch zal verminderen als je een product in de diepvries steekt. In sommige gevallen is het zelfs beter om voor de vriezer te kiezen. Neem bijvoorbeeld spinazie uit de winkel. Wanneer je die in de frigo legt, is het vitamine C-gehalte al na een paar dagen gehalveerd. Je kan verse spinazie daarom beter nog dezelfde dag klaarmaken of in de vriezer steken.

En hoe zit het dan met groenten in blik? Groenten in blik bevatten vaak minder vitaminen en meer zout. Verse groenten hebben in dat geval wel een duidelijk voordeel. Al moet dat je niet tegenhouden om bokalen met groenten te kopen: het is nog altijd beter om een blik groenten open te trekken dan om helemaal geen groenten te eten.

Mythe 6: veganisten krijgen niet voldoende eiwitten binnen

Het is perfect mogelijk om voldoende en kwalitatieve eiwitten binnen te krijgen via plantaardige voeding, vertelt De Meulenaer. Het zal alleen wat meer moeite kosten dan bij vleeseters. Dat heeft alles te maken met de zogenaamde aminozuren die je nodig hebt voor de aanmaak van eiwitten. De verhouding van aminozuren zit namelijk minder goed in plantaardige producten dan in dierlijke producten. Daardoor zal je als vegan gewoon meer verschillende soorten plantaardige voedingsmiddelen moeten eten, om je eiwitten te kunnen vormen. Je zal dus bijvoorbeeld bonen, granen en noten moeten combineren. Dat kost iets meer denkwerk, maar is zeker niet onmogelijk.

(Info: HLN.BE 13 feb 2023)

Met vriendelijke groeten,

Erwin Cosijns, Voorzitter Hepatotransplant-Gent vzw

 

Kwartiertje meer bewegen tegen leververvetting

Dagelijks een kwartier extra beweging kan mogelijk helpen bij het voorkomen van leververvetting. De intensiviteit van de beweging maakt hierbij niet uit. Dit blijkt uit onderzoek van arts-onderzoeker dr. Laurens van Kleef, die 25 januari promoveerde aan de Erasmus Universiteit op zijn onderzoek naar leververvetting.  

Een kwartier extra beweging

Voor zijn onderzoek droegen 700 deelnemers gedurende 7 dagen een hardloophorloge dat hun lichaamsbeweging monitorde. Deze gegevens werden vergeleken met medische gegevens van de studiedeelnemers, waaronder leverscans. Gemiddeld bleken de deelnemers 245 minuten per dag te bewegen, waarvan 20 minuten intensieve beweging (zoals tegen de wind in fietsen en oefeningen op de sportschool), 75 minuten middelzware beweging (stevig doorwandelen, boodschappen sjouwen) en 150 minuten lichte beweging (kleine klusjes in huis, rustig een blokje om wandelen). Deelnemers zonder leververvetting bleken dagelijks gemiddeld 16 minuten meer te bewegen dan deelnemers met leververvetting. In de intensiviteit van de beweging werd geen verschil gezien tussen de deelnemers. 

Beginnen met meer bewegen heeft altijd zin

Van Kleef: ‘Het mooie van de lever is dat die zich goed kan herstellen. Leververvetting is omkeerbaar; het verdwijnt vaak als je de balans tussen de inname en het gebruik van energie herstelt. Ook beginnende schade is omkeerbaar. Beginnen met meer bewegen heeft dus altijd zin.’ Dat een kwartier meer bewegen per dag leververvetting al kan verminderen is een belangrijke bevinding, juist voor mensen die niet in staat zijn om 2 dagen per week naar de sportschool te gaan.  

Wake-up call

Leververvetting komt voor bij ongeveer 1 op de 3 mensen in Nederland. Geschat wordt dat bij 10 procent van hen tevens lichte leverschade is ontstaan. Van Kleef pleit voor onderzoek naar screening op leververvetting en beginnende schade bij mensen die een hoger risico lopen, zoals mensen met ernstig overgewicht, veel buikvet of diabetes. Hij licht toe: ‘Van een vervette lever merken mensen niets, en ook niet van beginnende schade. In een vervette lever zorgt een zeer milde maar continu aanwezige ontsteking voor littekenvorming, fibrose genoemd. Fibrose kan ontaarden in cirrose, zeer ernstige leverschade. Maar dat kan vele jaren in beslag nemen.’ Een diagnose dat de lever vervet is en dat er al lichte schade is ontstaan, kan voor veel mensen de wake-up call zijn, denkt Van Kleef. 

Bron: Erasmus MC 

 

Verwerking van gegevens inzake orgaantransplantatie

 

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke een voorontwerp van wet goed dat de principes voor de verwerking van gegevens van wilsverklaringen over de transplantatie van organen regelt.

 

 

Hoewel in het koninklijk besluit betreffende de registratie van wilsverklaringen over de wegneming van menselijk lichaamsmateriaal reeds de registratie van de wilsverklaringen wordt geregeld, vragen de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State dat bepaalde essentiële elementen van de gegevensverwerking in de wet zelf zouden worden vastgelegd.

Het wetsontwerp beoogt in de wet de volgende verduidelijkingen aan te brengen:

  • het doel van de gegevensverwerking
  • de identiteit van de verwerkingsverantwoordelijke
  • de bewaartermijn van de gegevens
  • het soort van persoonsgegevens die worden verwerkt

Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en aan de Raad van State.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Nvdr Dit is geen essentiële wijziging maar een aanvulling gelet op de privacywetgeving.

Bij 1 op de 4 Belgen hoopt er zich onopgemerkt steeds meer vet op in de lever, zonder dat er sprake is van overmatig alcoholgebruik. Een sluipend gevaar, want wanneer er problemen zijn met dit belangrijke orgaan kan de impact groot zijn.

 

 

Waarom is onze lever zo belangrijk?

De lever is de chemische fabriek van ons lichaam. Dit orgaan zorgt voor de opname van voedingsstoffen en het omzetten ervan naar bouwstenen voor ons lichaam. De lever zorgt ervoor dat andere organen tijdig van suikers, eiwitten en vetten worden voorzien. Hij maakt ook gal aan om bijvoorbeeld vetten te verteren. Daarnaast werkt onze lever als een zuiveringsstation voor ons lichaam. Zo maakt hij giftige stoffen in het lichaam onschadelijk, zoals alcohol.

 

Kortom, als onze lever niet naar behoren werkt kunnen we in de problemen komen. Eenmaal vervet, wordt het moeilijker voor de lever om al die functies uit te voeren. En er kunnen ontstekingen ontstaan die een rol spelen bij ernstige aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en leverkanker.

Een te vette lever is wereldwijd één van de meest voorkomende leveraandoeningen. En het aantal mensen dat eraan lijdt, groeit volgens experts alleen maar. Het zal één van de belangrijkste oorzaken worden voor gecompliceerde leverziekten en leverkanker. De invloed van leververvetting op onze levenskwaliteit, kosten voor gezondheidssysteem, socio-economische gevolgen, enz ... zullen naar verwachting toenemen.

Niet alleen alcoholisten hebben er last van.

Bij aandoeningen aan de lever denken veel mensen al snel aan alcoholisten. Dat is niet onterecht, want als je veel drinkt dan krijgt jouw lever het hard te verduren. “Van de mensen die minstens vijf glazen alcohol per dag drinken, krijgt ongeveer 90 procent leververvettting,” verduidelijk Stijn Meijknikman. “Het orgaan raakt door de afbraak van alcohol overbelast en de suikers worden op den duur omgezet in vet, ook in de levercellen.”

Maar de één op de vier Belgen die leververvetting hebben, zijn niet altijd alcoholisten. Dat zijn er dus bijna 3 miljoen. Bij de meeste van hen is de oorzaak een ongezonde levensstijl. “Zij nemen bijvoorbeeld meer calorieën op dan wat ze verbruiken op een dag. Het lichaam gaat dan al het overschot aan suikers omzetten naar vetten. Wanneer die beginnen op te stapelen in de lever, spreekt men van niet-alcoholische leververvetting.”

Vervetting leidt tot ontsteking.

Dat gebeurt gelukkig niet van vandaag op morgen. Maar als men niet ingrijpt dan kan de leververvetting op zijn beurt een ontsteking van de lever veroorzaken. Wanneer die ontsteking langdurig aanhoudt, chronisch is dus, kan er zich levercirrose ontwikkelen.

Zo’n chronische leverontsteking veroorzaakt littekens. Vergelijk het met een wondje op je huid. Dat beetje rood eromheen is een teken dat het wat ontstoken is. Na genezing van de wond houd je een wit litteken over. Datzelfde gebeurt bij een ontstoken lever. Je gezonde levercellen raken omgeven door littekenweefsel, ook wel fibrose genoemd. Daardoor neemt de capaciteit van de lever af. Dat noemen we levercirrose, een belangrijke oorzaak van leverkanker.

Door al dat bindweefsel krimpt de lever, wordt hij hobbelig en kan hij dus zijn functie niet meer goed vervullen. Het nadeel: leververvetting is nog omkeerbaar, levercirrose is dat niet. Mensen met levercirrose ontwikkelen tekorten van allerlei bouwstenen, ze nemen minder voedingstoffen op, hun gal hoopt op en hun lichaam verwerkt medicijnen niet meer op dezelfde manier.

Daarnaast heeft iemand met levercirrose ook vaak last van een verhoogde bloeddruk in de poortader die de lever van bloed voorziet afkomstig van de ingewanden. Die verhoogde druk kan spataders veroorzaken op andere plaatsen, zoals de slokdarm, en vocht in de buik. De opstapeling van niet verwerkte afvalstoffen in het bloed kunnen ervoor zorgen dat de persoon verward is. Daarnaast is de nierfunctie soms verstoord wat tot nierfalen kan leiden. Tot slot hebben mensen met levercirrose ook een verhoogde kans op leverkanker.

Hoe kom je te weten of je lever te vet is?

Het lastige aan leververvetting is dat je er in het begin helemaal niets van merkt. Dit orgaan van anderhalve kilo is flexibel en heeft een grote reservecapaciteit. Klachten die je uiteindelijk kan gaan voelen, zijn bijvoorbeeld pijn rechts boven in de buik of vermoeid zijn zonder een duidelijke reden. Een arts zal leververvetting eerder toevallig ontdekken op basis van verhoogde leverwaarden in het bloed of bij een echografie van de buik.

Er zijn natuurlijk risico-indicatoren. Bijna twee derde van de mensen met diabetes type 2 heeft bijvoorbeeld al een ernstige vorm van littekenweefsel in de lever, zo blijkt uit een recente studie. Heb je veel buikvet of ben je een chronische alcoholgebruiker, dan is het risico ook groot dat je leververvetting hebt. Met andere woorden, hoe meer je lichaam uit balans is, des te groter het risico.

Het is lastig om vast te stellen in welke mate een lever is aangetast. Als gouden standaard geldt het biopt, waarbij weefsel wordt weggenomen voor nader onderzoek. Maar niemand wil graag dat er wat leverweefsel wordt weggezogen. Dus eerst wordt er een echografie gemaakt om de mate van vervetting te onderzoeken. Met behulp van deze techniek is goed vast te stellen of de lever meer dan 30 procent vervet is. Ook een MRI geeft uitsluitsel.

 

Wat kan je doen?

Er zijn geen medicijnen tegen leververvetting, behalve voor mensen die diabeet zijn. De effectiefste manier om de kwaliteit van je lever te verbeteren, is je leefstijl aan te passen.

Dat begint voor veel mensen met afvallen. Uit onderzoek blijkt dat een caloriearm dieet en meer bewegen van grote invloed is. Als je aan het begin van leververvetting zelfs maar 5 procent van je overgewicht wegwerkt, verdwijnt ook het vet. Is de lever al ontstoken dan werkt 7 tot 10 procent afvallen al om het littekenweefsel te verminderen. Het is dus wel degelijk om te keren.

 

bron HLN

 

PERSBERICHT Vlaams Patiëntenplatform vzw 18 april 2023

1 patiënt op 3 kan zijn zorgverlener niet vrij kiezen

Nochtans is dat wel een recht. Ook een tweede opinie vragen of van zorgverlener veranderen moet kunnen. Op de Europese dag voor de rechten van de patiënt vraagt het Vlaams Patiëntenplatform (VPP) aandacht voor dit recht dat momenteel zwaar onder druk staat. Berichten over een tekort aan zorgpersoneel en praktijken met patiëntenstops overspoelen ons land, dus lanceerde het VPP een bevraging om te achterhalen of het recht op vrije keuze van de zorgverlener wel gegarandeerd wordt.

 

297 personen namen deel. Maar liefst 1 op 3 geeft aan de zorgverlener niet altijd vrij te kunnen kiezen. De belangrijkste reden hiervoor is dat zorgverleners onderling afspraken maken over welke patiënten bij welke zorgverlener(s) zorg krijgen. Vooral wat betreft de keuze van de arts-specialist zijn er blijkbaar problemen. Een andere opvallende conclusie is dat bijna 6 op 10 deelnemers niet (altijd) een tweede opinie vragen als ze dat wensen. Men denkt niet dat een tweede opinie veel zal bijbrengen of men is bang voor de reactie van de eerste zorgverlener. Nog eens 40% van de bevraagden geeft aan niet van zorgverlener te veranderen wanneer ze dat wel nodig vinden. De belangrijkste reden hiervoor is dat het te complex is (bijvoorbeeld te veel administratieve rompslomp). Tot slot zegt 67% van de bevraagden dat ze al eens te lang op een afspraak bij een zorgverlener heeft moeten wachten.

 

“Toen de huisarts van mijn ouders met pensioen ging wou ik hen helpen om een nieuwe te vinden. Elke praktijk die ik belde (meer dan 20!) antwoordde negatief. Zorgverleners hadden onderling afspraken gemaakt waarbij de straat waarin je woont bepaalt naar welke huisarts je moet gaan. De huisarts toegewezen aan de straat van mijn ouders had geen goede reputatie, dus bleef ik bellen. Tevergeefs, ze zijn uiteindelijk patiënt moeten worden bij een arts waarbij ze zich niet comfortabel voelden.”  Aldus één van de bevraagden uit Antwerpen. 

 

Waarom is die vrije keuze zo belangrijk? Patiënten moeten terechtkunnen bij een zorgverlener waarin zij vertrouwen hebben en van mening zijn dat dit de juiste zorgverlener voor hen is met de juiste subspecialisatie. Daarnaast is het belangrijk dat andere factoren, zoals bijvoorbeeld een vlotte bereikbaarheid, zelf ingevuld kunnen worden door patiënten.

 

“Deze cijfers verbazen ons helaas niet.” zegt Else Tambuyzer, directeur van het VPP. “Er zijn structurele oplossingen nodig om de druk op het zorgaanbod weg te nemen.” In afwachting van die structurele oplossingen vraagt het VPP om patiënten de nodige informatie te geven over de aanwezigheid en de beschikbaarheid van zorgverleners. Daarmee bedoelen we niet enkel de gegevens van de zorgverlener, maar ook de conventiestatus, of deze al dan niet een patiëntenstop heeft, gemiddelde wachttijden en de eventuele specifieke expertise.

 

Met een ludiek filmpje vraagt het VPP aandacht voor het probleem. Kijkers krijgen een patiënt te zien die door een app swipet die doet denken aan Tinder. De ene na de andere arts wijst de patiënt af. Reden? Al bezet. In de huidige situatie zou een dergelijke tool (die bijvoorbeeld meteen toont dat een arts een patiëntenstop heeft) echter een handig instrument zijn.

 

Meer informatie

 

Vlaams Patiëntenplatform vzw

Lise Dehouwer, coördinator perswerking 016 23 05 26 of 0468 17 86 07 lise.dehouwer@vlaamspatientenplatform.be  www.vlaamspatientenplatform.be 

Over het Vlaams Patiëntenplatform

De levenskwaliteit van personen met een chronische ziekte en hun omgeving verbeteren, dat doe je niet alleen, maar samen! Noden en knelpunten waar personen met een chronische ziekte tegenaan lopen kaarten we aan bij de overheid en de zorgsector. Samen met onze leden, meer dan 115 patiëntenverenigingen, werken we aan kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg op maat van personen met een chronische aandoening.

 

Het ziekenhuis Vall d’Hebron in Barcelona heeft met succes voor de eerste keer een longtransplantatie uitgevoerd met een robot. De techniek is de minst invasieve manier om een transplantatie uit te voeren. Bij de operatie is een nieuwe toegangsweg gebruikt. In plaats van een incisie van dertig centimeter in de borst zijn er meerdere kleine incisies gemaakt bij de patiënt van 65 jaar. De man had longfibrose. De operatie heeft vijf uur geduurd. 

“We dragen bij aan het verbeteren van de klinische praktijken die het dagelijks leven van onze patiënten draaglijker maken” volgens Manuel Balcells, de regionale minister van Volksgezondheid van 
Catalonië

Tot nu toe was een longtransplantatie  alleen mogelijk door een grote incisie te maken waarbij de borstkas geopend moest worden. Door het gebruik van de robot kan er nu een transplantatie plaatsvinden met een opening van slechts acht centimeter aan de onderkant van het borstbeen, net boven het middenrif. 

Het gaat om een techniek die zo min mogelijk invloed heeft op het leven van de patiënt, omdat er veel minder pijn gevoeld wordt en omdat de methode minder agressief is. Ook het herstelproces na de operatie is veel minder risicovol, omdat er minder lang medicatie genomen hoeft te worden die het immuunsysteem platlegt voor het niet afstoten van het nieuwe orgaan. Bovendien is de wond op zich ook veel kleiner. 

De patiënt waarbij de operatie  werd uitgevoerd is Xavier. Hij is 65 jaar oud en werd 18 jaar geleden gediagnosticeerd met longfibrose. Hij twijfelde geen seconde over het aanbod om geopereerd te worden met een robot. “Ik leef al mijn hele leven omringd door machines. Ik begreep dat alles wat een robot doet veel preciezer is dan de menselijke hand”, aldus Xavier. Hij zegt ook dat hij geen pijn heeft gevoeld na de operatie. Dat is erg bijzonder omdat de operatie voor een longtransplantatie altijd als één van de pijnlijkste operaties beschouwd werd.

 

Doelgerichte immunotherapie via ‘rijstkorrel’


Amerikaanse onderzoekers hebben een manier gevonden om pancreaskanker te behandelen door immunotherapie rechtstreeks in de tumor toe te dienen aan de hand van een apparaatje dat kleiner is dan een rijstkorrel. Dat geeft niet alleen een beter resultaat, maar ook veel minder bijwerkingen.

 
Pancreaskanker wordt vaak pas in een vergevorderd stadium ontdekt. Bij ongeveer 85% van de patiënten is de kanker op het moment van diagnose dan ook al uitgezaaid, wat de ziekte veel moeilijker behandelbaar maakt. Immunotherapie haalt goede resultaten bij kankers waarvoor tot nog toe geen goede behandelingsmogelijkheden bestonden, maar omdat immunotherapie door het hele lichaam wordt toegediend, veroorzaakt de behandeling veel bijwerkingen. En die kunnen lang aanhouden, soms zelfs levenslang. Door immunotherapie rechtstreeks op de tumor te richten, zijn er veel minder bijwerkingen, wat de patiënten een betere levenskwaliteit biedt.

 

 

Onderzoekers van het Houston Methodist Academic Institute hebben daarom een speciaal apparaatje ontwikkeld - nanofluïdisch drug-eluting seed of kortweg NDES. NDES kan een aanhoudende lage dosis CD40 monoklonale antilichamen toedienen, een veelbelovend immuno therapeutisch middel, en dat rechtstreeks in de tumor. 

Uit onderzoek bij muizen bleek dat er al tumorreductie was bij een vier keer lagere dosis dan wat bij traditionele immunotherapiebehandeling wordt toegediend. Maar er is nog beter nieuws, vertelt onderzoekster Corrine Ying Xuan Chua: “Hoewel het NDES-apparaat slechts in één van de twee tumoren in hetzelfde proefdier werd ingebracht, konden we ook tumorreductie constateren in de tumor zonder het apparaat. Dat betekent dat lokale behandeling met immunotherapie de immuunrespons kan activeren om andere tumoren aan te pakken. Eén proefmuis bleef zelfs tumorvrij gedurende de 100 dagen van observatie."

 

"Ons doel is de manier waarop kanker wordt behandeld te veranderen. Wij zien dit apparaat als een levensvatbare benadering om op een minimaal invasieve en effectieve manier de pancreastumor binnen te dringen, waardoor een meer gerichte therapie met minder medicijnen mogelijk wordt," aldus Alessandro Grattoni, co-auteur van de studie en voorzitter van de afdeling Nanomedicine van het Houston Methodist Research Institute.
Aanvullend laboratoriumonderzoek moet de effectiviteit en veiligheid van deze toedieningstechnologie verder bepalen, maar de onderzoekers zijn hoopvol dat deze methode kan ingezet worden voor kankerpatiënten in de komende vijf jaar. 

 

(Bron: gezondheid.be 18 april 2023)



 

 

Op 26 januari hebben we onze eerste gespreksgroep 'Polycytische lever en/of nieren' gehouden. We waren met een achttal personen en iedereen leek het een heel interessante formule te vinden en alvast voor herhaling vatbaar.

 

Nu zijn we een paar maand verder en zouden we eventueel overwegen om opnieuw zo'n gespreksgroep te organiseren, op voorwaarde dat er genoeg interesse is natuurlijk.

Wij zouden opteren voor woensdag 31 mei 2023 (van 13.30u t/m +/- 16.00u).

 

Graag horen wij van jullie wie er interesse heeft. Een deelname aan de eerste gespreksgroep in januari is zeker geen vereiste.

Elk lid dat interesse heeft, kan aansluiten.

 

Wie interesse heeft en graag wil deelnemen aan deze gespreksgroep, gelieve in te schrijven via hepatogent@outlook.be en dit graagvóór 3 mei 2023.

Nadien krijgt u van ons een mail met de juiste plaats (binnen het UZ Gent) waar de gespreksgroep zal doorgaan.


We hopen hiermee een vervolg te kunnen geven aan de interesse van de vorige gespreksgroep.

 

 

Persbericht Vlaams patientenplatform

PERSBERICHT Vlaams Patiëntenplatform vzw 18 april 2023

1 patiënt op 3 kan zijn zorgverlener niet vrij kiezen

Nochtans is dat wel een recht. Ook een tweede opinie vragen of van zorgverlener veranderen moet kunnen. Op de Europese dag voor de rechten van de patiënt vraagt het Vlaams Patiëntenplatform (VPP) aandacht voor dit recht dat momenteel zwaar onder druk staat. Berichten over een tekort aan zorgpersoneel en praktijken met patiëntenstops overspoelen ons land, dus lanceerde het VPP een bevraging om te achterhalen of het recht op vrije keuze van de zorgverlener wel gegarandeerd wordt.

 

297 personen namen deel. Maar liefst 1 op 3 geeft aan de zorgverlener niet altijd vrij te kunnen kiezen. De belangrijkste reden hiervoor is dat zorgverleners onderling afspraken maken over welke patiënten bij welke zorgverlener(s) zorg krijgen. Vooral wat betreft de keuze van de arts-specialist zijn er blijkbaar problemen. Een andere opvallende conclusie is dat bijna 6 op 10 deelnemers niet (altijd) een tweede opinie vragen als ze dat wensen. Men denkt niet dat een tweede opinie veel zal bijbrengen of men is bang voor de reactie van de eerste zorgverlener. Nog eens 40% van de bevraagden geeft aan niet van zorgverlener te veranderen wanneer ze dat wel nodig vinden. De belangrijkste reden hiervoor is dat het te complex is (bijvoorbeeld te veel administratieve rompslomp). Tot slot zegt 67% van de bevraagden dat ze al eens te lang op een afspraak bij een zorgverlener heeft moeten wachten.

 

“Toen de huisarts van mijn ouders met pensioen ging wou ik hen helpen om een nieuwe te vinden. Elke praktijk die ik belde (meer dan 20!) antwoordde negatief. Zorgverleners hadden onderling afspraken gemaakt waarbij de straat waarin je woont bepaalt naar welke huisarts je moet gaan. De huisarts toegewezen aan de straat van mijn ouders had geen goede reputatie, dus bleef ik bellen. Tevergeefs, ze zijn uiteindelijk patiënt moeten worden bij een arts waarbij ze zich niet comfortabel voelden.”  Aldus één van de bevraagden uit Antwerpen. 

 

Waarom is die vrije keuze zo belangrijk? Patiënten moeten terechtkunnen bij een zorgverlener waarin zij vertrouwen hebben en van mening zijn dat dit de juiste zorgverlener voor hen is met de juiste subspecialisatie. Daarnaast is het belangrijk dat andere factoren, zoals bijvoorbeeld een vlotte bereikbaarheid, zelf ingevuld kunnen worden door patiënten.

 

“Deze cijfers verbazen ons helaas niet.” zegt Else Tambuyzer, directeur van het VPP. “Er zijn structurele oplossingen nodig om de druk op het zorgaanbod weg te nemen.” In afwachting van die structurele oplossingen vraagt het VPP om patiënten de nodige informatie te geven over de aanwezigheid en de beschikbaarheid van zorgverleners. Daarmee bedoelen we niet enkel de gegevens van de zorgverlener, maar ook de conventiestatus, of deze al dan niet een patiëntenstop heeft, gemiddelde wachttijden en de eventuele specifieke expertise.

 

Met een ludiek filmpje vraagt het VPP aandacht voor het probleem. Kijkers krijgen een patiënt te zien die door een app swipet die doet denken aan Tinder. De ene na de andere arts wijst de patiënt af. Reden? Al bezet. In de huidige situatie zou een dergelijke tool (die bijvoorbeeld meteen toont dat een arts een patiëntenstop heeft) echter een handig instrument zijn.

 

Meer informatie

 

Vlaams Patiëntenplatform vzw

Lise Dehouwer, coördinator perswerking 016 23 05 26 of 0468 17 86 07 lise.dehouwer@vlaamspatientenplatform.be  www.vlaamspatientenplatform.be 

Over het Vlaams Patiëntenplatform

De levenskwaliteit van personen met een chronische ziekte en hun omgeving verbeteren, dat doe je niet alleen, maar samen! Noden en knelpunten waar personen met een chronische ziekte tegenaan lopen kaarten we aan bij de overheid en de zorgsector. Samen met onze leden, meer dan 115 patiëntenverenigingen, werken we aan kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg op maat van personen met een chronische aandoening.

 

Eerste longtransplantatie door robot uitgevoerd in Vall d’Hebron Barcelona

Het ziekenhuis Vall d’Hebron in Barcelona heeft met succes voor de eerste keer een longtransplantatie uitgevoerd met een robot. De techniek is de minst invasieve manier om een transplantatie uit te voeren. Bij de operatie is een nieuwe toegangsweg gebruikt. In plaats van een incisie van dertig centimeter in de borst zijn er meerdere kleine incisies gemaakt bij de patiënt van 65 jaar. De man had longfibrose. De operatie heeft vijf uur geduurd. 

“We dragen bij aan het verbeteren van de klinische praktijken die het dagelijks leven van onze patiënten draaglijker maken” volgens Manuel Balcells, de regionale minister van Volksgezondheid van 
Catalonië

Tot nu toe was een longtransplantatie  alleen mogelijk door een grote incisie te maken waarbij de borstkas geopend moest worden. Door het gebruik van de robot kan er nu een transplantatie plaatsvinden met een opening van slechts acht centimeter aan de onderkant van het borstbeen, net boven het middenrif. 

Het gaat om een techniek die zo min mogelijk invloed heeft op het leven van de patiënt, omdat er veel minder pijn gevoeld wordt en omdat de methode minder agressief is. Ook het herstelproces na de operatie is veel minder risicovol, omdat er minder lang medicatie genomen hoeft te worden die het immuunsysteem platlegt voor het niet afstoten van het nieuwe orgaan. Bovendien is de wond op zich ook veel kleiner. 

De patiënt waarbij de operatie  werd uitgevoerd is Xavier. Hij is 65 jaar oud en werd 18 jaar geleden gediagnosticeerd met longfibrose. Hij twijfelde geen seconde over het aanbod om geopereerd te worden met een robot. “Ik leef al mijn hele leven omringd door machines. Ik begreep dat alles wat een robot doet veel preciezer is dan de menselijke hand”, aldus Xavier. Hij zegt ook dat hij geen pijn heeft gevoeld na de operatie. Dat is erg bijzonder omdat de operatie voor een longtransplantatie altijd als één van de pijnlijkste operaties beschouwd werd.

Doelgerichte immunotherapie

 

Doelgerichte immunotherapie via ‘rijstkorrel’


Amerikaanse onderzoekers hebben een manier gevonden om pancreaskanker te behandelen door immunotherapie rechtstreeks in de tumor toe te dienen aan de hand van een apparaatje dat kleiner is dan een rijstkorrel. Dat geeft niet alleen een beter resultaat, maar ook veel minder bijwerkingen.

 

Pancreaskanker wordt vaak pas in een vergevorderd stadium ontdekt. Bij ongeveer 85% van de patiënten is de kanker op het moment van diagnose dan ook al uitgezaaid, wat de ziekte veel moeilijker behandelbaar maakt. Immunotherapie haalt goede resultaten bij kankers waarvoor tot nog toe geen goede behandelingsmogelijkheden bestonden, maar omdat immunotherapie door het hele lichaam wordt toegediend, veroorzaakt de behandeling veel bijwerkingen. En die kunnen lang aanhouden, soms zelfs levenslang. Door immunotherapie rechtstreeks op de tumor te richten, zijn er veel minder bijwerkingen, wat de patiënten een betere levenskwaliteit biedt.

 

 

Onderzoekers van het Houston Methodist Academic Institute hebben daarom een speciaal apparaatje ontwikkeld - nanofluïdisch drug-eluting seed of kortweg NDES. NDES kan een aanhoudende lage dosis CD40 monoklonale antilichamen toedienen, een veelbelovend immuno therapeutisch middel, en dat rechtstreeks in de tumor. 

Uit onderzoek bij muizen bleek dat er al tumorreductie was bij een vier keer lagere dosis dan wat bij traditionele immunotherapiebehandeling wordt toegediend. Maar er is nog beter nieuws, vertelt onderzoekster Corrine Ying Xuan Chua: “Hoewel het NDES-apparaat slechts in één van de twee tumoren in hetzelfde proefdier werd ingebracht, konden we ook tumorreductie constateren in de tumor zonder het apparaat. Dat betekent dat lokale behandeling met immunotherapie de immuunrespons kan activeren om andere tumoren aan te pakken. Eén proefmuis bleef zelfs tumorvrij gedurende de 100 dagen van observatie."

 

"Ons doel is de manier waarop kanker wordt behandeld te veranderen. Wij zien dit apparaat als een levensvatbare benadering om op een minimaal invasieve en effectieve manier de pancreastumor binnen te dringen, waardoor een meer gerichte therapie met minder medicijnen mogelijk wordt," aldus Alessandro Grattoni, co-auteur van de studie en voorzitter van de afdeling Nanomedicine van het Houston Methodist Research Institute.
Aanvullend laboratoriumonderzoek moet de effectiviteit en veiligheid van deze toedieningstechnologie verder bepalen, maar de onderzoekers zijn hoopvol dat deze methode kan ingezet worden voor kankerpatiënten in de komende vijf jaar. 

 

(Bron: gezondheid.be 18 april 2023)

 

Iedereen zou moeten instemmen met orgaandonatie

LEVENSVERHAAL

Olivier (42) sterft na noodlottige val van trap, maar beslissing ouders redt vier andere levens:

“Iedereen zou moeten instemmen met orgaandonatie”

Hij was een levensgenieter pur sang. Maar een noodlottige val van een trap maakte vroegtijdig een einde aan het leven van Olivier Steurbaut (42) uit Lievegem. “Het is onwezenlijk. Toen we hoorden dat hij zes uur onderaan die trap had gelegen met een lichaamstemperatuur van 33 graden, wisten we dat we hem kwijt waren”, getuigen zijn ouders, die 13 jaar geleden richting kust verhuisden. Frank en Claudine beslisten om de organen van hun zoon af te staan en doen nu een oproep. “Iedereen zou die beslissing moeten nemen. Hoe moeilijk het ook is.”

 

Olivier Steurbaut was het prototype van een levensgenieter. Altijd goedlachs, vriendelijk en als er plezier werd gemaakt, was hij er graag bij. “Maar bovenal was hij een pracht van een zoon. Ons wonderkind noemden we hem altijd”, vertellen Frank (65) en Claudine (64). Hoewel Olivier in het Oost-Vlaamse Lievegem woonde en zijn ouders aan de kust in Blankenberge, bleef het contact wonderwel. “Dagelijks belde hij naar zijn mama. Ze was echt zijn god”, vertelt papa Frank met tranen in de ogen. “Hij was ons enig kind. Dat hij er nu niet meer is, valt nauwelijks te vatten. Je leest dagelijks in de krant over ongevallen, maar als je het zélf meemaakt, besef je pas hoe het voelt.”

 

 

 

Val van trap

 

 

Frank en Claudine keren met ons een week terug in de tijd. Op zondag 19 maart om 8 uur ’s ochtends komt Claudine terug thuis in Blankenberge. Ze was boodschappen gaan doen en had haar gsm thuis laten liggen. “Ik had zes gemiste oproepen van de beste vriend van Olivier. Op dat moment wist ik al: er moet iets gebeurd zijn”, zucht Claudine. Wanneer ogenblikken later ook de politie haar contacteert, wordt de vrees werkelijkheid. Haar echtgenoot Frank is op dat moment aan het werk. Het is zijn werkgever die hem vertelt dat hij best zo snel als mogelijk huiswaarts keert. “Dan weet je al hoe laat het is. Toen ik de deur van het appartement opendeed, zag ik Claudine wenen. ‘We zijn hem kwijt’, zei ze me.”

 

 

De situatie was dan ook ernstig. Olivier werd die zondagochtend gevonden onderaan de gemeenschappelijke trap van het appartementsgebouw in Lievegem waar hij woonde. “Hij lag daar toen al zes uur en had nog een lichaamstemperatuur van 33 graden. Hij was volledig onderkoeld. Het moet omstreeks 1.30 uur gebeurd zijn. Dat weten we, omdat een vriend van hem waarmee hij die avond een pintje was gaan drinken, hem op dat uur zien binnengaan heeft. Is hij gestruikeld? Uitgegleden? Achterover gevallen? We zullen het wellicht nooit met zekerheid weten. Het enige wat zeker is, is dat we onze enige zoon kwijt zijn.”

 

 

 

Ik had geen probleem dat iemand anders zijn organen zou hebben, maar ik wou eerst niet dat ze hem weer zouden afnemen of opensnij­den. Maar ik heb het gedaan voor Olivier en mijn man. En nu heb ik daar een goed gevoel bij.

Mama Claudine

 

 

Olivier werd nog in kritieke toestand afgevoerd naar het ziekenhuis, maar meteen was duidelijk dat de situatie ernstig was. “Ik ben zelf lange tijd ambulancier geweest en toen ik hoorde in welke omstandigheden hij werd gevonden, wist ik: dit is niet goed”, vervolgt zijn papa. “In het ziekenhuis hebben ze nog alles gedaan om hem te redden, maar de hersenschade was te groot. En hem laten leven als een plant en eten geven met een lepeltje? Neen, dat was géén optie. Dat zou Olivier zelf nooit gewild hebben. Dat was niet zoals hij in het leven stond.”

 

  Olivier Steurbaut werd amper 42 © Mathias Mariën

 

Want de dokters hielden Olivier in kunstmatige coma, maar al snel bleek dat het enkel de machines waren die hem in leven hielden. “Op een bepaald moment, twee dagen na de operatie, kwam één van de dokters op ons af om uit te leggen dat zijn situatie hopeloos was. ‘Ik moet nog iets vragen’, zei hij. Meteen wist ik welke vraag er zou komen. ‘Je moet niks vragen, pak alles wat anderen kan redden’, reageerde ik. Ze hebben zijn longen, zijn lever, zijn nieren en hart gebruikt voor orgaantransplantatie”, zegt Frank met snikkende stem. “Ik wou het eerst niet, dat geef ik eerlijk toe”, pikt Claudine in. “Ik had geen probleem dat iemand anders zijn organen zou hebben, maar ik wou eerst niet dat ze hem weer zouden afnemen of opensnijden. Maar ik heb het gedaan voor Olivier en mijn man. En nu heb ik daar een goed gevoel bij.”

 

 

“Olivier zei altijd: ‘als ik dood ben, mogen ze alles hebben’”, herinnert zijn papa zich. “Dat ben ik nooit vergeten. Eigenlijk zou iedereen zich bereid moeten tonen voor orgaandonatie. Het redt mensenlevens. Omgekeerd zouden we ook dankbaar zijn als onze zoon kon gered worden daardoor. Het geeft ons ook voldoening in ons rouwproces.”

 

 

Hoewel we niet naast elkaars deur woonden, kwam hij regelmatig langs. ‘Pak mij eens vast’, zei hij dan. Olivier was altijd goedgezind, altijd goedlachs. Enorm geliefd ook. Zijn vrienden­groep was heel groot. Dat merken we ook aan de talloze reacties die we ontvingen na zijn dood. Hij heeft geleefd tot het laatste moment en was gelukkig.

Ouders van Olivier

 

 

Wie de organen van Olivier kreeg, weten zijn ouders niet. En dat hoeft ook niet. Zij focussen zich nu vooral op de goede herinneringen aan hun zoon. En die zijn er gelukkig meer dan genoeg. “Zoals ik zei: we noemden hem ons wonderkind. Elke dag belde hij naar zijn mama. Ook de avond voor zijn fatale val nog. En hoewel we niet naast elkaars deur woonden, kwam hij regelmatig langs. ‘Pak mij eens vast’, zei hij dan. Olivier was altijd goedgezind, altijd goedlachs. Enorm geliefd ook. Zijn vriendengroep was heel groot. Dat merken we ook aan de talloze reacties die we ontvingen na zijn dood. Hij heeft geleefd tot het laatste moment en was gelukkig, dat geeft ons ergens troost”, zegt Frank. “Bij ons laatste afscheid in het ziekenhuis stopte ik een blikje Jupiler in zijn hand. “Als ze je opereren, kan je er eentje drinken”, fluisterde ik hem toe.”

 

 

Voetbal

 

 

Tijdens het gesprek wijzen Frank en Claudine naar een pakje sigaretten, een aansteker en een paar schoenen. “Van Olivier, die had hij bij zich toen hij werd gevonden. Het klinkt misschien vreemd, maar voor ons blijven die hier altijd liggen. Het zijn de laatste tastbare herinneringen aan onze zoon”, aldus Claudine. “Wat was hij toch een prachtig persoon. Voetbal was zijn grote passie. Als hij een bal zag, was hij gelukkig. Dat was als kind al zo. Studeren was niks voor hem. Als Olivier een boekentas zag, begon hij al te zweten (glimlacht). Hij schopte het zelf tot de beloften van AA Gent, maar zakte daarna af naar lagere reeksen. Tot een zware enkelbreuk hem volledig deed stoppen. Op dat moment werkte hij al bij Volvo. Daarna heeft hij jaren gewerkt in de horeca, maar sinds enkele maanden was hij aan de slag in een supermarkt. Olivier wou rustigere uren. Jammer genoeg heeft hij er niet lang van kunnen genieten."

 

 

“Hij was wel nog altijd een rasechte supporter van Gent. Een echte Buffalo”, maakt Frank ons nog duidelijk. “Binnenkort zou hij met één van zijn beste vriend naar West Ham gaan, voor de match in de Conference League. Het zal er jammer genoeg niet meer van komen … We hebben zoveel mooie herinneringen aan onze zoon. Al blijft het onwezenlijk dat we ons wonderkind voor altijd kwijt zijn.”

(HLN.BE 26 maart 2023)

 

 

 

 

Schriftelijke vraag van volksvertegenwoordiger Melissa Depraetere aan minister van Economie, dhr. Dermagne betreffende uitsluiting hospitalisatieverzekeringen



Mijnheer de minister,



Heel veel mensen hebben een hospitalisatieverzekering afgesloten. Bij een opname vraagt de verzekering vaak om een gedetailleerd hospitalisatieverslag. Wanneer de reden van opname een stoornis betreft in het gebruik van alcohol, dan wordt het dossier bijna altijd geweigerd. Meestal staat dat vermeld bij de uitsluitingen in de polis zoals bijvoorbeeld "ziektes of ongevallen als gevolg van alcoholisme, verslaving of een overdreven gebruik van geneesmiddelen". Ook jaren nadien als een opname vermoedelijk het gevolg zou zijn van alcoholisme. Zo komen ze niet tussen bij bvb een levertransplantatie waar toch nogal wat kosten bij komen kijken of mensen die ooit opgenomen geweest zijn om af te kicken en vele jaren later opgenomen worden voor bvb een cirrose.



Op zich kan je hier als patiënt weinig aan doen want je kan niet naast het contract dat je ooit getekend hebt of van je werkgever gekregen hebt. Nochtans zijn de artsen niet akkoord met deze vorm van uitsluiting, het is namelijk een erkende ziekte.



Mijn vragen mijnheer de minister:



  1. Hoeveel dossiers, waar de reden van opname een stoornis betreft in het gebruik van alcohol, werden de afgelopen 5 jaar geweigerd? 
  2. Hoeveel klachten ontvingen jullie over weigering/tussenkomst hospitalisatieverzekering bij opname omwille van een stoornis die te maken heeft met het gebruik van alcohol de afgelopen 5 jaar? Hoeveel van deze klachten werden positief afgehandeld? 
  3. Is er een mogelijkheid om deze brede vorm van uitsluiting aan te pakken? Kan dit uit de polis gehaald worden? Of bepaalde vormen vb: na zoveel jaar clean te zijn? 



Alvast bedankt.

Melissa Depraetere
Volksvertegenwoordiger VOORUIT

 Medische app om je huid op plekjes te helpen controleren.



In 2022 vroeg men mij op dermatologie UZGent om deel uit te maken van een studie om een app te ontwikkelen waarbij je zelf een foto kan nemen van een verdacht huidvlekje en de app je een advies geeft.Men zei me ook dat het mogelijk was dat een firma dit ging commercialiseren.

 

Ik ben dan even op zoek gegaan en voor Vlaanderen was het vooral Skin Vision die reclame maakt.

 

Ik heb nogal wat bedenkingen bij deze vorm van geneeskunde op afstand en ben dus op onderzoek gegaan om hier een review te kunnen schrijven.

 

Testaankoop gezond heeft in haar mei nummer 2023 een uitstekend artikel geschreven over het risico op huidkanker en herkennen van verdachte vlekjes. Over Skin vision blijven ze een beetje op de vlakte, deze app is de meest onderzochte en zou de beste resultaten kennen bij vergelijkend onderzoek. TA Gezondheid kiest voor een grondige bespreking van de preventie van huiskanker en richtlijnen om zelf verdachte vlekken te herkennen eerder dan de app uit te testen.

 

Zoals dikwijls moet men eerst kijken naar Nederland voor onderzoek op vlak van consumenten bescherming. Zo heeft de consumentenbond meerdere apps vergeleken, alleen Skin vision is bij ons gekend.

 

Huidplekjes werden zowel door dermatologen als Skin vision bekeken en beiden zagen de verdachte vlekjes. De app zag er ook meer als huidkanker maar onterecht.Deze app is erg voorzichtig met een advies en stuurt snel door naar de arts wat op zich goed is.

 

Het blijkt wel dat het feit dat men zelf een vlekje moet opmerken, fotograferen en nadien al dan niet een afspraak maken met een arts, de patiënt een onzeker gevoel geeft.Ofwel angst als het een (verkeerd) alarm is ofwel een mogelijke onterechte geruststelling.

 

In een klein onderzoek was een flink deel van de proefpersonen van mening dat ze meer vertrouwen hebben in een doktersbezoek.

Tegelijk ontdekten de dermatologen in het onderzoek huidkanker op een plek die de patiënt zelf over het hoofd had gezien of niet verdacht vondt.

Zelf zie je nu ook niet alle plekjes op je lichaam.

 

Ik wil er ook aan toevoegen dat niet iedereen in staat is om de beste foto’s te nemen:  lichtinval, scherpte en kleur zijn van het grootste belang bij het beoordelen van huidvlekken.

 

Privacy

 

Er is altijd een risico dat als je de website van een app bezoekt , je nadien bestookt wordt met reclame.Bij Skin vision is dat niet zo.

 

Conclusie: 

de basis idee is dat een medische app de zorgverlener niet kan en mag vervangen en dus oordeelkundig moet gebruikt worden naast of bovenop een consultatie.

Aangezien de app eerder te veel en onnodig alarm slaat, stelt zich de vraag wat de toegevoegde waarde is om de patiënt al dan niet gerust te stellen.

Skin vision motiveert zelf haar product door te vergelijken met de check bij de tandarts op gaatjes maar het verschil is wel dat bij een app je zelf de controle doet.

 

Ter info

Helan en Partena bieden Skin vision gratis aan voor hun leden

De CM komt tussen voor een bepaald bedrag.

 

Zelf heb ik geen abonnement (50 euro per jaar ) genomen maar blijf ik bij de oude werkwijze, 

ik kijk zelf elk kwartaal naar verdachte vlekjes (jeuken, vergroot, verkleurd, bloeden,..)  en laat mijn echtgenote ook een inspectie doen. Als we echt iets verdacht zien of twijfelen dan vraag ik een afspraak op huidziekten UZGent ( triage tel 09 332 22 87 voor versnelde consultatie en zeg dat je LTx bent  ) maar als de wachtduur te lang is dan is er uiteraard je huisarts waar je altijd sneller op consultatie kan.

Persoonlijk ben ik volledig gewonnen voor de procedure waarbij je naar de huisarts gaat die zelf een foto doorstuurt naar de triageafdeling en indien dan blijkt dat verder onderzoek gewenst is, je een verwijsbrief opmaakt.

Dan contacteer je de polikliniek voor triage en zeg dat je een LTx bent en dat je een verwijsbrief hebt.Op deze wijze ben je snel geholpen en wordt de polikliniek iets minder belast.

 

Uw webmaster




 

Hieronder een dubbelintervieuw met Prof. Dr. Van Vlierberghe en Prof. Dr. Tytgat, verschenen op HLN.BE.


Conclusie? “Alcohol zou verboden kunnen zijn”

 

 

Bij de gemiddelde Vlaming tikt het aantal alcoholconsumpties gauw aan. Tel dat glas wijn in de zetel, de paar pintjes aan de toog en het aperitief in het weekend maar eens bij elkaar op. Volgens Sciensano drinkt een op de tien Vlamingen meer dan tien glazen alcohol per week, dat is zogenaamd ‘riskant alcoholgebruik’. Opvallend: de 55- tot 64-jarigen scoren het hoogst.

De vergiftiging van dronkenschap

We durven het weleens te vergeten omdat het zowat overal verkrijgbaar is en geserveerd wordt, maar alcohol is allesbehalve gezond en zorgt voor een waaier aan reacties in ons lichaam. Wie regelmatig een glaasje drinkt, kent ongetwijfeld het allerbekendste effect van alcohol: een kater. Vervelend, maar het gaat in principe wel voorbij, zegt toxicoloog Jan Tytgat. Al is het een goed bewijs van hoe giftig alcohol in essentie is.

 

“Een kater is een gevolg van dronkenschap, de acute vorm van een glaasje te veel drinken. Je voelt je belabberd, bent misselijk, hebt hoofdpijn of moet overgeven. De vergiftiging van dronkenschap is trouwens des te gevaarlijker als je jonger bent, omdat je nog een aantal organen hebt die aan het groeien zijn.”

“Heb je écht veel gedronken, dan kan je zelfs sterven van dronkenschap. De dodelijke bloedconcentratie voor alcohol is gemiddeld zo'n vier promille bij een volwassen persoon. Dat is het equivalent van twintig pintjes ad fundum drinken, of een fles whiskey of wodka.”

Twintig pintjes of ‘maar’ twee: vanaf hoeveel glaasjes is alcohol drinken ongezond?

Maar de meesten onder ons drinken waarschijnlijk niet standaard twintig pinten of een fles whisky op een avond. Wat is de aanbevolen maximumhoeveelheid? Jan Tytgat: “De gezondheidsraad adviseert voor volwassenen op weekbasis een maximum van tien glazen. Wie standaard acht glazen drinkt en dat elke dag doet, wordt als alcoholist beschouwd, maar er is geen zwart-witte lijn te trekken tussen iemand die weleens een glaasje te veel drinkt en een alcoholist. Ook wie ‘slechts’ drie, vier glazen per dag drinkt, is écht ongezond bezig.”

Leverspecialist Hans Van Vlierberghe bevestigt dat: “Er is geen veilige ondergrens wat drinken betreft. Het is niet omdat je geen alcoholist bent, dat je gespaard blijft van de gevolgen van alcohol. Ook zonder dat je eraan verslaafd bent, is alcohol toxisch. Er zijn mensen die twee consumpties per dag drinken en die complicaties krijgen aan hun lever. Het sociaal gebruik van alcohol kan al voldoende zijn om met verscheidene problemen te maken te krijgen.”

Effect op je hersenen

Tytgat: “Wie begint te drinken, ervaart meteen het plezierig gevoel van lichte euforie. Maar alcohol is en blijft een verdovend middel met een effect op het hele lichaam, en niet het minst op de hersenen. Als je veel drinkt, ontstaat daar een demping op en dus een gebrekkige aansturing vanuit de hersenen. Dat betekent: een verminderd coördinatiegevoel en een vertraagde reactie waardoor je makkelijker valt, nadenken moeilijker gaat, je je slaperiger voelt...”

Van Vlierberghe: “Op lange termijn kunnen je hersenen zelfs verschrompelen als je veel en vaak drinkt.”

Guido Van Hal (Universiteit Antwerpen), prof. Sociale Epidemiologie en Gezondheidsbeleid: “Alcohol is in dat opzicht erg schadelijk voor jongeren. Tot vijftien jaar geleden dacht men dat de hersenen zo goed als volgroeid waren als je achttien was, maar blijkbaar zijn ze pas volgroeid rond je 23 à 24. Wie voor die leeftijd drinkt, verliest IQ-punten. Dat betekent dat jongeren dus echt dommer worden door overmatig alcohol drinken, en dat is niet alleen voor hen nefast, maar ook voor de maatschappij. Wie trouwens veel drinkt op jonge leeftijd, heeft daarnaast ook een hoger risico om veel te drinken als hij of zij volwassen is.”

Effect op je huid

Tytgat: “Je bloedvaten verwijden door alcohol. Wie chronisch te veel drinkt, kan een roodachtig effect in het gezicht krijgen.” Is dat rode effect onomkeerbaar? “Als je een bepaalde grens overschrijdt, wel. Maar eens je op dat punt bent gekomen, spreken we waarschijnlijk al over de noodzaak van een levertransplantatie. Of en hoe rood je gezicht er door alcohol gaat uitzien, is deels genetisch. Veel mensen met een alcoholverslaving zien er net grauw en bleek uit.”

Van Vlierberghe: “Vervaling van de huid komt meestal voor bij mensen die ook roken, maar het kan ook gebeuren als je geen roker bent.”

Effect op je figuur

Van Vlierberghe: “Alcohol bevat véél calorieën, zo’n zeven kilocalorieën per gram.”

Tytgat knikt: “Daardoor ga je op de klassieke plaatsen bijkomen. Bij mannen is dat vaak aan de buik, bij vrouwen aan de dijen. Veel alcohol gaat ook je hormoonbalans verstoren, en dat kan aanleiding geven tot overgewicht en zelfs obesitas, met tal van bijkomende problemen als mogelijk gevolg.”

“Mensen die alcohol gebruiken, maken ook chronisch te veel van het stresshormoon cortisol aan. Daardoor krijg je ook een gezwollen effect in het gezicht en het lichaam”, zegt Van Vlierberghe.

Effect op je lever

Tytgat: “Eigenlijk is de lever het kind van de rekening nummer één. Te veel alcohol zorgt rechtstreeks voor leverschade.”

Van Vlierberghe: “Denk aan leververvetting, leververlittekening, levercirrose en alle complicaties die daaraan vasthangen, tot zelfs leverkanker.”

Effect op andere organen

Van Vlierberghe: “Door veel alcohol te drinken, kan je diabetes ontwikkelen en chronische ontstekingen krijgen ter hoogte van je pancreas of alvleesklier, met als gevolg chronische buikpijn. Of nog erger: je kan pancreaskanker krijgen, een kanker die zéér moeilijk te genezen is. Daarnaast vermindert veel alcohol drinken de functie van je nieren, wat kan zorgen voor een nierproblematiek. Op termijn ontstaat er ook hartspierverslapping en kan je, wat je darmen betreft, te maken krijgen met chronische diarree.”

“Naast al die effecten hebben vrouwen een vijfde meer kans om borstkanker te ontwikkelen. In feite is er een algemeen verhoogd risico op kanker bij wie drinkt, net zoals een verhoogd risico op slokdarmproblemen, maagontstekingen en maagproblemen.”

Effect op je zenuwen

“Er kunnen zenuwaandoeningen ontstaan door alcohol”, waarschuwt Van Vlierberghe, “en dat uit zich in tintelingen in de ledematen. Je kan vreemde gevoelens ervaren in je armen en benen, of juist óngevoeligheden met het risico dat je je ernstig bezeert.”

 

Conclusie? “Alcohol zou verboden kunnen zijn”

Tytgat: “Er zijn zó veel fysieke en psychische gevolgen. Mocht alcohol nu pas worden uitgevonden, betwijfel ik of het een vergunning zou krijgen om op de markt te komen.”

Van Vlierberghe: “Het zou waarschijnlijk in een container bij ons toekomen, verborgen achter een kist bananen.”

Tytgat: “Alcohol is al sinds eeuwen met de mens verbonden. Het is een drug, want het geeft afhankelijkheid en kan leiden tot alcoholisme. En toch staan we er als maatschappij heel tolerant tegenover. De enige reden die ik kan zien om het gereguleerd te houden, is dat er gelukkig heel veel mensen wel verantwoord met alcohol kunnen omgaan. Dat moeten we ook vermelden. Maar alcohol is en blijft een stofje dat ons lichaam niét graag heeft.”

(Bron: HLN.BE)

 

 

 

In België is onlangs een oudere persoon overleden nadat die gedurende twee maanden dagelijks een vitamine D-capsule had ingenomen. Nochtans was er slechts een maandelijkse toediening voorgeschreven. Het federaal agentschap voor de geneesmiddelen FAGG waarschuwt gebruikers van de populaire supplementen.

 

“Deze persoon had gedurende twee maanden dagelijks een hoog gedoseerde vitamine D-capsule ingenomen, terwijl een maandelijkse toediening was voorgeschreven”, zegt het FAGG. De patiënt werd na verloop van tijd apathisch. Een bloedonderzoek na het overlijden bevestigde een overdosis aan vitamine D. Behalve zijn hoge leeftijd had de persoon geen andere risicofactoren.

 

Waarschuwing

 

Omdat vitamine D-capsules populair zijn, vooral in de winter om het gebrek aan zonlicht goed te maken, stuurt het FAGG nu een waarschuwing uit om goed de bijsluiter van de supplementen te lezen en de huisarts of de apotheker om raad te vragen. “Specialiteiten met een hoge concentratie aan vitamine D of vitamine D-derivaten kunnen gemakkelijk een intoxicatie veroorzaken wanneer er fouten in de dosering worden gemaakt. Het is absoluut noodzakelijk om de doseringsaanbevelingen op te volgen”, klinkt het, zeker bij oudere mensen.

Volgens het FAGG is het ook belangrijk om bij de inname van vitamine D-capsules rekening te houden “met alle mogelijke bronnen van vitamine D, zoals andere vitamine D-bevattende geneesmiddelen, vitamine D-verrijkte voedingsmiddelen en voedingssupplementen”. Op een internationaal congres van antigifcentra wees het centrum in Milaan vitamine D aan als de vijfde meest voorkomende oorzaak van medicatiefouten-gerelateerde oproepen.

 

 

 

 

                                                Zo kan je jezelf en je familie beschermen tijdens de feestdagen

wo 21 dec. 2022 15:05

Beste mensen,

 

Graag willen we allemaal de eindejaarsdagen zo gezellig en vooral 'veilig en gezond' doorbrengen.

Maar wanneer we de laatste dagen naar het Nieuws kijken, dan merken we op dat corona, RSZ en griep niet uit de actualiteit te houden zijn.

Daarom hieronder toch een aantal aanbevelingen om het jaareinde optimaal te laten verlopen én het Nieuwe Jaar 'gezond en wel' aan te vatten.

 

Bron: VRT.be

 

  1. De cijfers stijgen weer: moeten we ons zorgen maken?

Na de twee vermaledijde coronajaren gaan we nu voor het eerst een winter (be)leven mét het virus. En zoals vooraf voorspeld - want door het winterse weer zitten we met zijn allen weer meer binnen - zijn de coronacurves weer aan het klimmen. 

Terwijl het aantal bevestigde coronabesmettingen maar licht gestegen is, is het aantal ziekenhuisopnames de afgelopen week fors gestegen: met 27 procent. Concreet betekent dat dat de afgelopen week gemiddeld 126 covidpatiënten in het ziekenhuis werd opgenomen. In totaal liggen nu bijna 2.000 mensen met covid in het ziekenhuis. 

Moeten ons nu zorgen maken, in de aanloop naar de eindejaarsfeesten? Niet meteen als je in goede gezondheid verkeert, stelt Sciensano-viroloog Steven Van Gucht gerust. 

“Er zijn relatief weinig mensen die in het ziekenhuis belanden”, duidt hij de cijfers. “Er zijn ook heel weinig mensen die op intensieve zorgen belanden”, weet hij. Op dit moment liggen er 81 covidpatiënten op intensieve. Ter vergelijking: op het absolute piekmoment, in november 2020, waren dat er maar liefst 1.474. 

  1. Ook RSV en griep zijn in opgang: hoe komt dat?

Naast het coronavirus zijn de laatste weken ook RSV - bij kinderen - en griep - bij volwassenen - aan een opmars bezig.  

Op zich is dat heel normaal in deze periode van het jaar, zegt Steven Van Gucht. Alleen is daar nu het coronavirus bij gekomen, als derde belangrijk virus dat ziekte kan veroorzaken.  

  1. Is onze immuniteit verzwakt na twee coronajaren?

Verschillende ziekenhuizen zeggen dat ze dit jaar een ongezien aantal patiënten zien met aandoening van de luchtwegen. Toch tonen de cijfers volgens viroloog Steven Van Gucht geen piek die hoger is dan normaal in gewone novembermaanden.  

Als er nu meer ademhalingsziekten zijn dan de voorbije twee jaren, betekent dit dat onze immuniteit de afgelopen twee jaren dan verzwakt is door de coronamaatregelen, die ons ook tegen andere ziektes beschermden?  

Volgens Steven Van Gucht is er met ons immuunsysteem niets bijzonders aan de hand op dit moment. “Dat is nog altijd perfect in staat om te reageren wanneer we besmet worden met een of ander virus of een bacterie.” 

“De coronamaatregelen, zoals de mondmaskers, hebben onze immuniteit op zich niet aangetast. Wel zijn we de afgelopen twee jaren minder blootgesteld aan het griepvirus of RSV”, legt Van Gucht uit.  

Daardoor heeft ons afweersysteem geen boost gekregen, waardoor meer mensen nu vatbaar zijn voor een nieuwe besmetting. Van Gucht verwacht echter dat dit de volgende winter weer zal normaliseren. 

  1. Moeten we ergens op letten tijdens de feestdagen?

De aanwezigheid van de verschillende virussen mogen ons zeker niet meer afschrikken om gezellig Kerstmis en Nieuwjaar te vieren, stelt Steven Van Gucht ten slotte gerust. “Het is belangrijk dat we elkaar zien, zeker tijdens deze donkere dagen.” 

Hij merkt wel op dat we nog altijd een aantal best een aantal voorzorgsmaatregelen als er op een feest gasten met een zwakke gezondheid aanwezig zijn. “Meestal weten we perfect wie dat zijn.” 

Concreet adviseert de viroloog om voldoende verse lucht in de ruimte te voorzien. “Dat kan door ramen en deuren op een kier te zetten of af en toe eens goed te verluchten, zodat er niet te veel ziekteverwekkers in de lucht komen.” 

En wie zichzelf ziek voelt, wordt aangeraden om beter thuis te blijven. Ga je toch ziek naar een feest, dan kan je nog altijd een mondmasker dragen of voldoende afstand houden van anderen van mensen met een kwetsbare gezondheid. “Zeg ook gerust dat je wat keelpijn hebt of niet 100 procent bent en dat het beter is om wat uit je buurt te blijven en geen kus te geven.” 

Geniet van de Kersttijd!

 

Erwin Cosijns

Voorzitter Hepatotransplant-Gent vzw

Ook apothekers mogen voorschrijven

U kan uw vaccinatie rechtstreeks afhalen bij de apotheker, zelfs als u geen voorschrift van een arts heeft. In dit geval kan de apotheker zelf een voorschrift maken en u het vaccin afleveren. U moet dus enkel één keer naar de dokter: om u te laten inenten.

Deze maatregel zorgt ervoor dat patiënten sneller het vaccin ontvangen. Ze vermindert ook de werklast van (huis)artsen. Zij kunnen zo meer tijd spenderen aan het verderzetten van andere behandelingen en vermijden dat noodzakelijke zorg wordt uitgesteld.

Opgelet: het toedienen van het vaccin blijft de verantwoordelijkheid van de arts. Uw arts moet u inenten (of het laten doen door een verpleegkundige).

Als apotheker kan u het vaccin voorschrijven wanneer:

  • U het vaccin aflevert in een openbare apotheek (deze maatregel is dus niet geldig in de ziekenhuisapotheek)
  • U het vastgelegde voorschrijfprotocol volgt, en dus de leeftijd van de patiënt verifieert, nagaat of die geen gevaarlijke allergieën heeft, en hen inlicht over de bewaring van het vaccin (koud).
  • U de aflevering registreert in het voorschriftenregister zodat de informatie beschikbaar is in het Gedeeld Farmaceutisch Dossier (GFD) van de patiënt.

Hoeveel kost een vaccinatie voor de seizoensgriep?

Bij de apotheek

 

De kostprijs van het vaccin bedraagt 16,60 EUR. De terugbetaling hangt af van of de patiënt al dan niet tot een risicogroep behoort.
 

  • Patiënten uit de risicogroepen betalen slechts 4,08 euro voor het griepvaccin (2,45 euro, voor mensen die een verhoogde tegemoetkoming genieten).

  • Patiënten die niet tot de risicogroepen behoren, betalen 16,60 euro.

Bij de dokter

Artsen kunnen voor het voorschrijven, en het toedienen van vaccins de derdebetalersregeling toepassen. In dit geval betaalt u enkel het remgeld. 

Aandacht ! Transplantatie patiënten hebben er zeker baat bij om zich ook te laten inenten tegen pneumokokken.

                     Vraag er zelf naar

                 Ons doel

- het verlenen van morele en materiële steun aan levertransplantatiepatiënten en hun naasten, voor en na de transplantatie

- het benadrukken en promoten van de levensbelangrijke orgaandonatie

                       Ons aanbod

- het verstrekken van informatie via persoonlijke contacten, publicaties, eigen nieuwsmeldingen  en bijeenkomsten

- patiëntenbezoeken in het UZ Gent en thuis ( op speciale aanvraag )

- ontmoetings- en ontspanningsmomenten

Mededeling van het UZ Gent op 23 maart 2023

 

Kom je binnenkort naar ons ziekenhuis als bezoeker of patiënt? Dan hoef je niet langer een mondmasker te dragen. Je zorgverlener zal tijdens de consultatie of behandeling wel nog een masker dragen om jou te beschermen.
 Draag wel nog een mondmasker als je op bezoek gaat bij patiënten met een lage immuniteit of als je zelf een lage immuniteit hebt. Die richtlijn gold ook al in precovidtijden. Ook wie verkouden is, moet een mondmasker op. En bezoek je een patiënt met covid, dan is een FFP2-masker verplicht.

Maak jij het soms ook mee dat jouw geneesmiddel plots niet meer te verkrijgen is bij de apotheek? Of heb je dit nog niet ervaren, maar maak je je wel zorgen? Heel vervelend! Zeker als je omwille van je chronische ziekte heel wat medicatie moet nemen en dit belangrijk is voor je kwaliteit van leven. Omdat het Vlaams Patiëntenplatform hier vaak klachten over krijgt en het ook een actueel thema is in de media, willen ze hiermee aan de slag.  

 

Via deze vragenlijst willen ze in kaart brengen hoeveel patiënten hiermee geconfronteerd worden, wat de gevolgen hiervan zijn voor jouw kwaliteit van leven en hoe je hierover geïnformeerd wordt. Jouw deelname helpt om dit in kaart te brengen en stappen te ondernemen naar het beleid. 

Laat het VPP via de bevraging weten of jij hier al mee geconfronteerd werd. 

 

De bevraging kan je terugvinden via de volgende link: https://nl.surveymonkey.com/r/onbeschikbaarheden 

 

Deze kan nog ingevuld worden tot en met 16 juli.  

 

Van harte dank voor uw medewerking!



   We zijn weer thuis!

Hier het laatste bericht over 'de EASL'.  Iedereen in de leverwereld zegt: ik ga naar de EASL en bedoelt dit grote internationale congres, dat helemaal niet zo heet. De naam is International Liver Congres, de ILC. Ik denk dat als je vraagt: ga je naar de ILC?,  het merendeel zal zeggen: 'oh, waar gaat dat over? Waar en wanneer is dat?' Het is net als je Spa rood bestelt en niet gek opkijkt als je Sourcy en een ander merk krijgt. EASL is de naam van de grote Europese koepel. In de Verenigde Staten heb je de AASLD en er zijn nog wat kleinere zusterorganisaties in Afrika, Azië en Zuid Amerika. De AASLD organiseert ook een congres zoals dit. Vaak gaan artsen naar de AASLD omdat ze niet naar de EASL konden gaan. Dat heeft te maken met het feit dat er toch dokters moeten achterblijven om voor jullie te zorgen. Al lijkt het natuurlijk dat 'iedereen' er was. 

In mijn vierde vlog vertelde ik over de laatste sessies 'voeding bij de cirrose'en de naamswijziging van Non Alcoholic Fatty Liver Disease naar Steatosis Liver Disease. Wij praten altijd over Leververvetting en dat er twee soorten zijn: de alcoholische en de niet-alcoholische leververvetting. Ook die namen veranderen een beetje.

Ik heb al een paar weken een brochure over leververvetting klaarliggen. Alle artsen zijn er laaiend enthousiast over. Ik wacht nog  op een goedkeuring van de EASL. Ik geloof dat ik daar al over schreef. Ze weten dat ik een paar zaken in de tekst moet aanpassen en dan is de brochure meteen helemaal conform de nieuwe naam. Het is best bijzonder dat de NLV brochure uitgeeft die straks door artsen aan hun patiënten meegegeven wordt.

Ik heb niet zoveel bericht over de hele zeldzame ziekten. Daar was ook aandacht voor met mooie presentaties. De allerlaatste sessie die ik bijwoonde ging over Alfa1 Antitrypsine. Dat is een aandoening die ook in de longen voorkomt. Er zijn veelbelovende medicijnen. Probleem is vaak dat een goed medicijn voor de aandoening in de lever lijkt te zijn, weer slecht is voor de longen en vice versa. Maar er is nu een medicijn waarbij dit niet het geval is. 

Het is nog steeds in studieverband, dat betekent dat het nog wel een tijd kan duren voordat het een standaardtherapie wordt. Het LUMC (Leiden) is hier nauw bij betrokken omdat zij toch wel in Nederland als expertisecentrum worden gezien. Van de zomer ga ik online de sessies over de hele zeldzame aandoeningen terugkijken en als er iets bijzonders is, zal ik dat zeker melden.

Groetjes, José


Groeten van José uit Wenen: dag 3 (vrijdag) zit er op.

 

Langzaamaan zie je bij iedereen de wallen tot op de knieën zakken. Maar we houden vol. De sfeer is opperbest. In mijn vlog heb ik al verteld over de sessie over jeuk en andere zaken. Waar ik het nog niet over heb gehad is over de lezing over alcoholgerelateerde leverziekten. Dr. Ramon Batallier uit Spanje hield een imposante, gepassioneerde presentatie. Eerst vertelde hij over mevrouw Nice, een vrouw met een alcoholprobleem. Aan de hand van haar nam hij ons mee in de ontstane leverproblematiek en hoe dat aan te pakken. Hij raakte iedereen recht in het hart.

Ik ben toch maar naar de microfoon gelopen en heb hem verteld wie ik was (geloof dat hij dat wel wist) en verteld dat wij leden hebben met alcohol-gerelateerde leverziekten. Dit zijn onze ‘stille’ leden die nooit wat vragen. Dat heeft ongetwijfeld met het stigma ‘eigen schuld dikke bult’ te maken.
Ik heb hem bedankt voor zijn passie voor deze groep patiënten. Dat we in Nederland ook gepassioneerde artsen voor deze doelgroep hebben, weten jullie. In de laatste NLVisie staat het mooie dubbelinterview met dr. Hanneke van Soest en één van haar patiënten. Na afloop kwam hij meteen naar me toe en zei geraakt te zijn door mijn woorden… En of ik hem wilde mailen, want de EASL is bezig met nieuwe richtlijnen voor alcohol-gerelateerde leverziekten en hij wil graag dat ik mijn input lever vanuit patiëntenperspectief.
Dat is zo’n eervol verzoek dat ik niet durfde te zeggen: ik wil wel, maar heb het eigenlijk al zo druk… Mijn passie wint het dan toch weer van mijn verstand. Daar heb ik wel vaker last van.

Hier nog meer hoogtepunten van vandaag.
- Er zijn de resultaten van een studie over fecale microbiotatransplantatie gepresenteerd. De kern is dat als de darmbarrièrefunctie herstelt (en die is vaak slecht bij mensen met een gevorderde cirrose) en het ammoniakmetabolisme (stofwisseling) bij deze patiënten vermindert.


- Er waren spannende bevindingen over de werkzaamheid van het medicijn naltrexon bij het verminderen van het verlangen naar alcohol bij patiënten met cirrose.


- In het symposium over levertransplantatie werden actuele onderwerpen besproken, waarbij de grenzen van transplanteerbaarheid werden verlegd.


- Er is onderzoek gedaan naar endoscopische sleeve-gastroplastiek als effectieve behandeling voor NASH (leverontsteking bij ernstige leververvetting).
Het zijn nieuwe baanbrekende inzichten die ongetwijfeld nog eerst veel vervolgonderzoek nodig hebben voordat het mogelijk een standaardbehandeling kan worden

Naamswijziging Non Alcoholic Fatty Liver Disease (niet-alcoholische leververvetting)


Leververvetting is hét grote onderwerp van dit congres. Het is een maatschappelijk probleem waarbij de schade voor mensen steeds zichtbaarder wordt. De naam wordt door vele patiënten als stigmatiserend ervaren. Het komt ook bij kinderen voor: dan is de naam al helemaal raar.

Vanuit de medische hoek is erkend dat een naamswijziging nodig was. Als je de naam van een merk pindakaas wilt wijzigen, vraag je een reclamebureau. Bij dit soort naamswijzigingen werkt dat niet. Er spelen veel factoren een rol: dekt de naam de lading wel, blijft het medisch overeind, geeft de nieuwe naam niet een nieuw stigma en ga zo maar door.

Ik denk dat bijna twee jaar geleden een Nomenclature is gestart. Dat is een sjieke naam voor het proces van een naamswijziging. Daar heeft een groep van circa 60 mensen aan meegewerkt. Ik maakte ook deel uit van die groep. Er zijn vele discussies en stemrondes geweest.

Zaterdagochtend wordt de officiële naam onthuld. Maar dan zijn we er nog niet. Zo moeten we in Nederland dan nog kijken hoe we het gaan doen met de vertalingen. En dat kan consequenties hebben voor de NLV-brochure Leververvetting die binnenkort gelanceerd wordt. Maar dat komt wel goed. De inhoud zelf zal er niet van veranderen.

Volgende week horen we of het bestuur van de EASL akkoord is met de inhoud van de brochure. Normaal hoeven we echt geen toestemming te vragen hoor, maar omdat deze brochure gebaseerd is op de internationale richtlijn, moet dat wel. Mij is al toegefluisterd dat het zeker in orde komt.

Ik ga vast mijn koffer pakken: morgen de laatste dag!
Tot morgen! Groetjes, José Willemse

 

      José op het Internationale levercongres te Wenen dag 2

 

Interessante bijeenkomst over hepatitis B: nog steeds een belangrijk onderwerp, Hepatitis B is nog steeds niet te genezen, wel goed te behandelen. Zorgwekkend is dat het wereldwijd weer toeneemt. Maar gelukkig zijn er wel positieve berichten over verbeterde behandelingen te melden. 

 

Om half negen zat ik op de eerste rij: arts-onderzoeker Romée Snijders hield een presentatie over haar onderzoek, kwaliteit van leven bij auto-immuun leverziekten. 

 

Daarnaast waren er presentaties over PSC en PBC. Snel door naar een andere locatie. Daar gaf ik op een bijeenkomst over leververvetting een presentatie over de impact van het hebben van leververvetting op de kwaliteit van leven. De rest van de dag doorgebracht met de ERN Rare-Liver. 



Hier nog wat hoogtepunten van de dag:

 

Zoals een aantal jaar geleden het congres bol stond van presentaties over hepatitis C, staat het nu bol van de leververvetting. Er zijn toch schrikbarende cijfers van wetenschappelijk onderzoek over de combinatie leververvetting en leverkanker, en dan de vorm HCC. Maar er zijn lichtpuntjes te melden voor de toekomst van de behandeling van de vorm NASH, de vorm van leververvetting die gepaard gaat met cirrose. 

 

Er zijn nieuwe perspectieven in het onderzoek naar leverkanker.

 

Er zijn nieuwe geneesmiddelen in ontwikkeling die de overleving en decompensatie bij mensen met ernstige cirrose verbeteren. 

 

Er waren ook lezingen over ontstekingsreacties bij chronische leverziekten. Deze sessie ging dieper in op de complexiteit van leverziekten en maakte de weg vrij voor innovatieve benaderingen in de behandeling ervan. Maar er is nog een lange weg.

Uiteraard valt ook hier regelmatig het woord AI, Artificial (kunstmatige) Intelligentie in de wereld van leverziekten, de hepatologie. Tijdens de persconferentie werd er ook over gesproken. Ik vind het toch fijn dat AI nu gezien word als een hulpmiddel bij diagnostiek. Ook vanavond was het onderwerp tijdens het eten. Iedereen ziet het echt als een mogelijk hulpmiddel, maar zo zeiden ze: ik wil de patiënt gewoon zien, zien hoe iemand beweegt en kan vertellen hoe het gaat. Eigenlijk maken we veel gebruik van AI zonder het te weten. Maar ik weet wel dat AI niet de leverzorg gaat overnemen.

 

Ook zijn er weer Meet-the-Expert-sessies geweest over verschillende onderwerpen als:

 

- de behandeling van alfa-1-antitrypsinedeficiëntie. 

- streven prioriteit geven aan symptoombehandeling voor optimale voedingsinname bij leveraandoeningen

- praktische benaderingen van immunosuppressieve therapieën na levertransplantatie

- goedaardige levertumoren

 

Hepatotransplant GENT dankt José van de Nederlandse Leververeniging voor haar verslaggeving en kijkt uit naar de teksten die ze zal meebrengen.

Onze vzw heeft toestemming om content van de NLV te gebruiken op voorwaarde van bronvermelding.

https://www.leverpatientenvereniging.nl

Voor u geselecteerd : Ziekenhuiseten gezonder. Het kan en moet stukken beter en mag niet louter een kostenplaatje zijn.

klik voor het artikel op de link

https://sampol.be/2023/07/maak-ziekenhuiseten-gezonder

 

Wees voorzichtig met bewaren van eetresten!

 


Nu er opnieuw warm weer wordt voorspeld voor de komende dagen, zullen de barbecuestellen opnieuw massaal worden aangestoken. Gezellig toch, samen met familie en vrienden samen zijn tijdens een gezellige barbecue. En meestal mag dan ook de pasta niet ontbreken.

Daarom wil ik dan ook even jullie aandacht trekken op het volgende:

 

Bewaar je gekookte pasta niet langer dan 2 dagen: "Je kan er ernstig ziek van worden"

 

Koude pastasalades zijn erg populair bij een zomerse barbecue, maar je let er toch maar beter mee op. Volgens het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) mag je gekookte pasta niet langer dan twee dagen in je koelkast bewaren: "Wie pasta eet die langer dan twee dagen bewaard is, kan erg ziek worden. In het ergste geval kan het zelfs fataal zijn.

 

 

De grootste risicobacterie voor deegwaren zoals pasta en rijst is de Bacillus cereus bacterie", legt Hélène Bonte van het FAVV uit. "Dat is een bacterie die van nature voorkomt in pasta of rijst, maar het probleem is dat het een zogenaamde "spoorvormer" is. Dat wil zeggen dat die bacterie sporen nalaat en als die sporen zich ontwikkelen kunnen ze toxines produceren."

En het zijn net die toxines die gevaarlijk kunnen zijn. "Je kan er ziek van worden. Bij een doorsnee persoon gaat het om overgeven. Bij risicopersonen, zoals jonge kinderen, ouderen, mensen met een verzwakt immuunsysteem of zwangere vrouwen, kan het ernstige implicaties opleveren, vooral aan de lever. In het verleden zijn er al voorbeelden van kinderen die gestorven zijn nadat ze bedorven pasta hebben gegeten."

Hoe kan je gekookte pasta best bewaren?

"Je kan spoorvorming voorkomen door de pasta, nadat je die gekookt hebt, zo snel mogelijk af te koelen. De gouden regel is om gekookte pasta of rijst binnen de twee uur onder de 10 graden Celsius te krijgen.

Bewaar de pasta dus altijd in de koelkast en haal hem er alleen dan uit om hem meteen te serveren. Bij een barbecue raden we aan om de pasta in de koelkast te bewaren en telkens in kleine hoeveelheden op tafel te zetten."

 

(Bron: VRT NWS)

Zelf microgroenten kweken en genieten van gezonde gerechten

Microgroenten – Supersnelle oogst

Bij kiemgroenten oogst je de zaden met hun wortels en de jonge stengels. Bij microgroenten ga je te werk net als in een echte moestuin. Je hebt zaden en water, én een groeimedium nodig. Keukenpapier is ideaal, maar het lukt ook op een dun laagje aarde van 2 cm dik. Verder heb je een waterdichte schaal of bord en afdekmateriaal nodig.

 

Respecteer de regels rond hygiëne.Koop zaden van een goed merk die vrij zijn van Salmonella en E Coli ( zie verpakking). Inspecteer je oogst op geur en kleur, niet goed is voor de compost.Altijd goed spoelen voor consumptie.

Microgroenten kweken

In tegenstelling tot kiemgroenten heb je voor de teelt van microgroenten wel licht nodig. Zoek dus een mooi plekje voor het raam om je teelt te starten. Gebruik je keukenpapier, vouw dat dan vierdubbel en leg het op een bord of schaal. Bestrooi het gelijkmatig met kiemzaden. Giet voldoende water in de schaal zodat het papier al het water op kan nemen. Dek de schaal of het bord af met bijvoorbeeld eenzelfde bord en laat alles zo rustig twee tot drie dagen staan. Kijk elke dag even of er al wat kiemt. Wanneer de jonge kiemplanten hun groei starten, haal je de bedekking weg. Geef je micro-moestuin elke dag voorzichtig een beetje water of gebruik een plantenspuit om alles licht vochtig te houden.

Microgroenten oogsten

Na een tot twee weken zijn de planten tot 5 tot 7 cm gegroeid en kun je ze oogsten. Gebruik een fijne schaar om je oogst vlak boven de grond of het groeimedium af te knippen. Nog even naspoelen en klaar voor gebruik.

Welke microgroenten kies je?

Je kunt starten met tuinkers, radijs, rucola en mosterd en na een beetje meer ervaring verder gaan met broccoli, rode kool, basilicum, prei, melde…

 

Belangrijke tips

  • Zaai niet te dicht zodat alle zaadjes mooi naast elkaar liggen en de ruimte hebben om zich goed te ontwikkelen.
  • De mooiste schaaltjes en bakjes, zelfs mini-kasjes kun je vinden door verpakkingsmateriaal van groenten en fruit uit de supermarkt te hergebruiken. Druiven, bessen, en microgroenten in de winkel zitten vaak in mooie schaaltjes en doosjes die ideaal zijn om microgroenten in te kweken.
  • Je kunt experimenteren met andere groenten maar let op voor ‘giftige’ zaailingen zoals tomaat, paprika, aubergine en aardappels. En kies voor snelle groeiers en kiemers, worteltjes en peterselie vragen te veel tijd..
  • Behalve met keukenpapier kun je werken met zaaigrond, cocosvezels, jute, eierdozen… maar zorg dat je met zuiver materiaal werkt. Alle afval, je groeimedium, kan dan gewoon op de compost of bij het groenafval.

 

In de keuken

  • Kiem- en microgroenten groeien niet alleen snel, ze zijn ook ideaal om snel te verwerken. Gekiemde pitten zijn lekkerder en voedzamer om te gebruiken in noten- en zadenpaté. Radijs- en preikiemen zijn ideale smaakmakers in soepen en sausen. Alles wat je oogst past perfect om een salade meer kleur en smaak mee te geven en is ideaal om sausen en vinaigrettes op te peppen. En uiteraard zijn deze groenten en kruiden perfect om je dagelijkse smoothie of groentesapje nog iets extra’s mee te geven.

 

Tot slot

  • Bij de teelt van kiemen en microgroenten mik je niet op volume, op hoeveelheid. Je kiest ervoor om dagelijks even heel kort met je teelt bezig te zijn en om ook elke dag wat te kunnen oogsten en proeven. Het is een ideale methode om onafhankelijk van de seizoenen, dus ook midden in de winter, verse groenten te kweken. Zo’n intensieve micro-moestuin houdt je elke dag even geboeid, geeft je elke dag iets om naar uit te kijken. De supersnelle oogst geeft je elke dag wat extra energie en bevat super-efficiënte vitamines en voedingsstoffen. Precies wat we elke dag nodig hebben.

Bron : Stadstuinieren

                               Wat eten we ?

 

Salade van erwtenscheuten, roodlof ( of witlof ) en noten.Dressing naar smaak.

Komkommerrolletjes gevuld met mix van pittige microgroenten, fetakaas en kruiden olie.

Erwtensoepje met doorsmakende scheuten en lepel kokosroom.

Maar eerst kweken en het plezier om elke dag eens te gaan kijken, is top.

Een lijstje met meest gezonde voedsel

Wat is de meest gezonde voeding ?


Na wetenschappelijk onderzoek was er eensgezindheid.

 Hieronder een lijstje van supergezonde ingrediënten, neem het mee naar de winkel en begin maar al te fantaseren wat je deze week gaat klaarmaken.

Misschien heb je nog niet voldoende energie om lang in de keuken te staan, hou er rekening mee en kies voor eenvoudige gerechten. Werk in etappes, maak groenten op voorhand schoon en hapklaar.

Stoom ze op een ander moment. Als het etenstijd is , breng je alles samen en gebruik je de microwave als snelle en gemakkelijke hittebron.

Hier je lijstje

        Avocado

  • Eieren
  • Groene bladgroenten, boerenkool is superfood
  • Noten
  • Zaden en pitten
  • Havermout
  • Bosvruchten met blauwe bessen aan de top
  • Quinoa
  • Knoflook - alleen als beperkte toevoeging in een gerecht, geen capsules of olie
  • Vette vis ( wilde zalm, sardines, makreel, ..)
  • Zoete aardappelen
  • Pure chocolade ( hoog cacaogehalte)
  • Zeewier en algen (wakame)

 

Mijn voorstel voor een eenvoudige maar smaakvolle dag ?

Ontbijt

Havermout, volle melk,en blauwe bessen

Lunch

Avocado geplet met wat citroensap, een gekookt ei, enkele chilivlokjes, takje groen kruid en enkele gehakte hazelnoten of walnoten op een geroosterde meergranenboterham

Tussendoor

Handvol noten

Avond

Stukje gepocheerde zalm , scheut kwaliteitsvolle olijfolie en  gedresseerd met algen of zeewier, diepvriesspinazie zonder room maar met een teen knoflook en goed afkruiden met peper en nootmuskaat, zoete aardappel

Laat dessert

Stukje ( of 2) pure chocolade , Italiaanse espresso

Shake ( Griekse yoghurt, bosvruchten mix )


Enkele nuttige tips en opmerkingen

  • Hou er rekening mee dat je handen soms nog behoorlijk trillen en/of niet zo krachtig zijn
  • Wees dus zeer voorzichtig met messen en openen van blikken want je wil echt geen bloed in de keuken ( laat je helpen of pas technieken van voorzichtigheid toe)
  • Iedereen blijft de dieetrichtlijnen volgen die individueel werden voorgeschreven, ze zijn perfect toepasbaar op de suggestie van dagmenu
  • Ingrediënten die veel kalium bevatten heb ik beperkt maar bij kaliumbesparend dieet bespreek je uiteraard alles met je zorgverlener
  • Diepvriesspinazie zonder room is even voedzaam als verse spinazie maar een stuk sneller klaar.Direct de microwave in. Afwerken met room of olie of beetje boter indien toegelaten. Goed kruiden en geen zout nodig.Ik voeg bij het opwarmen ook enkele in partjes gesneden kerstomaatjes toe. Het oog wil ook eten.
  • Verse bosvruchten zijn duur maar in veel bereidingen ( zoals shake) is diepvries even goed.Deze producten blijven hun vitamines behouden.
  • Geraffineerde suiker is te vermijden, gebruik ahorn of dadelstroop. Een goede suikervervanger in warme bereidingen is Zusto.
  • Baristas beweren dat een echte (!) Italiaanse espresso ’s avonds geen invloed heeft op je slaap en persoonlijk moet ik hen gelijk geven maar het is individueel
  • Tot slot : vlees in het lijstje ? Ik heb het verzwegen maar ja , het is lever die op 1 staat want dit zit boordevol essentiële elementen maar ik besef dat niet iedereen dit zo lekker vindt deels door een jeugdtrauma of de schoolrefter of om recentere redenen. Persoonlijk ben ik een groot favoriet van Fegato alla Veneziana dus goed gebakken met lekker veel langzaam gestoofde ajuin.

 

Guido

 

—————————————————————————————————————————————-

Deze bijdrage kwam tot stand na het lezen van een artikel van  Terry Schouten, GezondheidswetenschapperBSc Gezondheidswetenschappen, MSc Zorgmanagement, Post HBO Leefstijl- en vitaliteitscoach op de site gezondeten.nl die aan onze vzw de toelating heeft gegeven om content te gebruiken mits bronverwijzing.

https://gezondeten.nl/voeding/top-14-meest-gezonde-voeding voor het originele artikel

 

 

 

 

Ben je aan het verdikken ? Een plan is nodig.

Na een levertransplantatie zal je opnieuw met meer smaak kunnen eten en ook grotere porties.
Maar... elk pondje komt via het mondje !

In het begin ben je blij dat je er opnieuw beter uitziet want dikwijls was je zwaar vermagerd in de periode die de transplantatie voorafging.Het extra gewicht komt er op een rustig tempo bij maar voor je het beseft is je BMI (opnieuw) in de zone obesitas en hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, gewrichtsklachten maar eveneens diabetes zijn een risico. Bovendien wil je niet dat je nieuwe lever een vetlever wordt. 
Dus er is een plan nodig. Sommigen hebben nood aan een coach en dan is een begeleidingsplan bij de diëtist de uitweg.

Zelfs als je denkt dat je zonder hulp of een persoonlijk plan kan afvallen, heb je voor jezelf toch een plan nodig.

Begin er rustig aan , het extra gewicht is er ook niet in enkele weken bijgekomen.


Pas kleine verandering aan in je voedingspatroon

Vind je het moeilijk om je voedingspatroon in een keer te veranderen? Begin dan met kleine stappen. Wat kan beter in je eetpatroon? Snoep je te veel en eet je niet genoeg fruit?

Probeer daar eerst op te focussen. Heb je dat onder de knie, dan kun je bijvoorbeeld kijken naar gezonde belegsoorten voor op brood. 

Met de volgende stappen kun je veel gezondheidswinst boeken:

  1. Vervang frisdranken, alcohol en sappen door water.
  2. Streef naar 2 stuks fruit en 250 gram groente per dag.
  3. Kies voor de volkoren variant indien mogelijk. Denk aan volkoren brood, zilvervliesrijst, volkoren pasta.
  4. Beperk ongezondere snacks en maaltijden tot één keer per week.
  5. Ongezonde tussendoortjes kun je vervangen door fruit, magere yoghurt, snoepgroente, ongezouten noten en volkoren crackers of -brood.
  6. Vervang suiker- of vetrijk broodbeleg (zoet beleg, volvette kaas, salami, worst) door gezonder beleg. Voorbeelden van gezond beleg zijn hüttenkäse, suikervrije hummus, ei, groente, fruit en pindakaas van 100% noten.
  7. Beweeg dagelijks minimaal dertig minuten. Wandelen en fietsen naar je werk tellen ook mee

Voor deze bijdrage werd inspiratie gezocht op gezondleven.nl 

Voeding, supplementen en kruiden; voorzichtig maar niet fanatiek.

Invloed van voedingssupplementen,kruiden en voedsel op Tacrolimus (=Prograft,Advagraf) .

 

Het is je ondertussen voldoende bekend dat je levenslang medicatie moet nemen om afstoting van je nieuwe lever te voorkomen.Dit zijn de bewuste immunosuppressiva. Iedere patiënt heeft zijn eigen schema en persoonlijke dosis maar meestal neem je ook Prograft en later Advagraf beiden gekend als tacrolimus.

 

Deze medicatie wordt opgevolgd door het meten van de dosis ( spiegel ) in het bloed. Immunosuppressiva hebben een indrukwekkende bijsluiter want de lijst van mogelijke bijwerkingen is lang maar je arts heeft een zeer brede ervaring op dat vlak en zoekt naar de meest geschikte pillen en dosis. De nierwerking wordt eveneens goed in het oog gehouden en je dieet , vochtinname , interactie met andere medicatie, geen alcohol drinken enz  zijn  ook voor de goede werking van je immunosuppressiva van groot belang.

 

De dosis tacrolimus in je bloed kan stijgen bij het nuttigen van  pompelmoes. Dus pompelmoes zowel als vrucht of als sap is verboden.

Wees aandachtig op een receptie waar men fruitsap schenkt en vraag naar de samenstelling als men je een mocktail aanbiedt.

Andere citrusvruchten zoals clementines zijn veilig maar hou het bij 1 portie.

Dat is eigenlijk het algemeen advies : overdrijf niet !

Anderzijds is het gekend dat St Janskruid de werking van tacrolimus kan verlagen wat zeker ook de bedoeling niet kan zijn.

 

Waar men nog minder van weet is het effect van ginseng, groene thee, Wuhzi ( Chinese kruiden) en melatonine.Hier is het advies kristalhelder, experimenteer niet, zet geen zelfmedicatie van vroeger verder, bespreek alles wat je neemt of wenst te nemen met je hepatoloog.

Alcohol beïnvloedt tacrolimus en is ook om deze reden derhalve verboden. Zelfs een kleine hoeveelheid alcohol kan een reactie uitlokken bvb allergische reactie en onwel worden.

Marihuana maar ook producten met cannabis (bvb olie) worden eveneens afgeraden.

 

Wil al het voorgaande nu zeggen dat je geen curcuma aan je curry mag toevoegen of een ginsengkoekje kan eten ?

 

Het antwoord is opnieuw dat je in niets mag overdrijven dus zowel op vlak van de inname maar ook niet in het verbieden of waarschuwen.

 

Men mag ook niet vergeten dat er geen gouden standaard is, mensen verschillen en reacties of bijwerkingen hangen af van individuele kenmerken dat is ook de reden waarom elkeen verschillende voorschriften krijgt van in te nemen medicatie en dosis.

Neem uw medicatie op de voorgeschreven momenten samen met een evenwichtig dieet.

Incidenten die uw ‘spiegel’ beïnvloeden zoals een inname vergeten, hevige diarree, braken, uitdroging enz zijn geen faits divers , contacteer je zorgverlener om het te melden en wacht niet tot er complicaties optreden.

Uw arts doet bijzonder veel moeite om voor u de best mogelijke therapie uit te werken, respecteer de instructies en zorg dus goed voor jezelf.

 

Guido

 

Bronnen:

  • Controversial interactions of Tacrolimus with Dietary      Supplements, Herbs and Food

                Milosz Miedziaszcyk et al

                Pharmaceutics 2022

 

  • org (transplant center)

 

Drink voldoende water is het voorschrift maar  ……….    is dat nu echt zo moeilijk?

Drink voldoende water is het voorschrift

maar  ……….    is dat nu echt zo moeilijk?


Water is belangrijk zowel tijdens ons herstel als nadien.

We nemen toch wel veel medicatie, onze nieren staan onder druk, het is zeer belangrijk dat we niet uitdrogen. Water zuivert en filtert.

 

Schenk je nu een glas water in. Trakteer jezelf, kies voor een mooi glas dat niet geurt naar de vaatwasser.

 

A propos ,water is geur- en smaakloos. Soms heb je de indruk dat kraantjeswater een lichte chemische geur heeft, maar als het water even rust in een karaf verdwijnt dat.Flessenwater is naar eigen keuze maar let op met zoutgehalte. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar Ginstberg uit Oosterzele maar Topbronnen uit Brakel hebben bij nierpatiënten een ster.

In Italia kan je praktisch in elke zaak een ander merk water bestellen, er zijn meer dan 300 merken gecommercialiseerd.

 

De hoeveelheid per dag is gemiddeld anderhalve liter maar er zijn veel factoren die om een aanpassing vragen.

Het klimaat, sport en inspanningen, leeftijd ( dorstgevoel vermindert met ouder worden ), enz.

Vraag aan je arts wat voor jou gepast is.

 

Lees de rest van deze tekst ook eens en denk voor jezelf wat je kan verbeteren.

 

Het begint al na het ontwaken, tijdens de nacht verlies je veel vocht en dus heb je een droge mond. Drink een glas water om de dag te beginnen. Kamertemperatuur drinkt soms vlotter.

Maar er zijn ook culturen ( Nepalezen enz. ) waar ze ‘s morgens zweren bij enkele glazen warm water. Nadien schakelen ze over op thee met melk en kruiden.

 

Overdag zal je  negen van de tien keer gewoon vergeten te drinken.

Je plast minder en je urine is donker van kleur en dat zie je als leverpatiënt liever niet.

 

Vergeten drinken voorkom je door een fles water voor je neus te hebben staan. Je wordt er zo constant aan herinnerd om te drinken. 

Spreek voor jezelf af hoeveel je wil drinken en  binnen welke tijdspanne. 

Wij moeten meerdere keren per dag medicatie innemen. Maak van die automatische slok een vol glas water.

Probeer altijd een flesje water mee te nemen want er is niet altijd een reserve in de buurt.

Een hervulbare fles staat niet alleen leuk, maar is ook nog eens beter voor het milieu.

 

Water drinken kan al gauw vervelen. Dus kan je bijvoorbeeld een schijfje komkommer of citroen aan je water toevoegen.Ook verse munt.

Stukjes fruit ( bessen…) in ijsblokjes invriezen.

Er is eveneens veel keuze in ( suikervrije) siropen om voor kleur en smaak te zorgen.

Glasrand inwrijven met limoen maakt het ook aangenamer.

Vooral de geuren maar ook de kleuren zorgen voor een aangenaam moment van waterverpozing.

 

Koppel het drinken van water aan andere vaste rituelen en momenten.

 

Drink een glas water voor elke maaltijd en een glas voordat je naar bed gaat.

 

Koffie- en theeliefhebbers weten dat ze gegarandeerd iets meer naar het toilet zullen moeten. Italianen, mensen in de Balkan en anderen drinken steevast een glaasje water bij hun vingerhoedje smaak. Dit reinigt de slokdarm beweren ze maar in elk geval compenseren ze een beetje van het vochtverlies dat zal volgen.M

Voeding, supplementen, veiligheid in acht nemen.

Voeding, supplementen en veiligheid.

 

Behoorlijk wat medicatie maar ook voeding en voedselsupplementen kunnen je immunosuppressiva beïnvloeden dus verzwakken of versterken. Het kan de reden zijn van je onwel of ziek voelen maar evengoed je nieuw orgaan in gevaar  brengen.

Telkens een (andere) arts een nieuw medicament voorschrijft, is het belangrijk om te vragen welke effecten dat kan hebben op je immunosuppressiva.

Algemeen gesproken is het sterk af te raden om te starten met gelijk welk kruidensupplement na je transplantatie.Er zijn goede redenen daarvoor:

 

  • deze producenten zijn niet verplicht om te bewijzen dat hun supplement effectief of veilig is
  • de hoeveelheden werkzaam product in de pillen zijn zelden gelijk met alle risico’s van dien
  • er is te weinig informatie over de invloed van de supplementen op je immunosuppressiva, als je niet weet wat de risico’s zijn dan neem je die producten beter niet

In de waarschuwingscampagne van het CBG worden tien kruiden eruit gelicht: ginseng, rode salie, kurkuma, ginkgo, groene thee, knoflook, mariadistel, sint-janskruid, valeriaan en rode zonnehoed. Daarbij gaat het niet om kruiden zoals ze in de keuken worden gebruikt bij het koken, zoals een teentje knoflook of een theelepel kurkuma, maar om plantenextracten die in hoge concentraties in capsules of drankjes zijn verwerkt. Hetzelfde geldt voor groene thee. Eén kopje kan geen kwaad, maar meer dan een halve liter kan er al voor zorgen dat medicijnen zoals bètablokkers minder goed werken. In de toekomst zal het CBG de lijst uitbreiden met nog meer kruiden.( CBG is College Bescherming Geneesmiddelen , Nederland).

Sommige lotgenoten krijgen een tekort aan vitaminen en of mineralen en klachten/bloedonderzoek zal dat aan het licht brengen.Hoewel de meerderheid van deze supplementen safe zijn, start je beter niet uit eigen beweging met een kuur maar neem je wat de arts aanbeveelt.

 

De overgrote meerderheid van wat je eet of drinkt is veilig, overdrijf niet in hoeveelheden en varieer.

 

Er zijn echter een aantal zaken die een slechte invloed hebben op de medicatie tegen afstoting en daar is het opletten geblazen.

Wat is NIET toegelaten ?

  • granaatappel
  • pompelmoes
  • pomelo
  • bloedappelsienen
  • zwarte drop

Deze vruchten of snoep maar ook als sap hebben de slechte eigenschap om je medicatie tegen afstoting te versterken wat voor ongewenste gevolgen zal zorgen.

De inname van bovenstaande blijft behoorlijk lang nawerken in het lichaam.

Men moet ook marihuana vermijden, roken van gelijk wat is sowieso taboe want je longen moeten sterk blijven, maar marihuana in gelijk welke toepassing bvb spacecake of cannabisolie is verboden want je medicatie gaat te hard doorwerken en complicaties veroorzaken.

Sinaasappelen en citroenrasp hebben geen nadelige effecten.

 

Voedselveiligheid

 

Neem de basisregels van keukenhygiene steeds in acht ook als je niet getransplanteerd bent maar onze lotgenoten moeten nog meer opletten gezien het gevaar op infecties.

Temperatuur en tijd kunnen in de keuken het werk grondig verstoren dus zorg dat alles goed en proper voorbereid is. Kook op zuivere werkvlakken.Rauw gevogelte is een groot gevaar voor voedselbesmettingen dus goed reinigen van alles wat daar mee in contact komt.

Let op met overschotjes, voedsel dat in een warme omgeving staat zoals een buffet of een BBQ.

We eten GEEN rauw vlees, vis, iets met rauwe eieren, schaal- en schelpdieren, ongepasteuriseerde zuivel, zeker niet het eerste jaar na de transplantatie.

Afhankelijk van het transplantatiecentrum is men al dan niet strenger in verbieden en vermijden van voedsel. Er zijn ook mensen die gevoeliger zijn voor voedselinfecties en in  combinatie met hun onderdrukte weerstand nemen ze best geen risico’s.

Zeker buitenhuis heb je geen zicht op hoe men in de keuken,omgaat met hygiëne en wat de kwaliteit is van de ingrediënten. In dergelijke situaties kan  je maar beter je vlees een vis goed doorbakken bestellen en kijken wat je eet. Neem geen risico’s met oosterse rauwe visgerechten, gerookte waren, oesters. Mosselen zijn geen probleem op voorwaarde dat ze goed geïnspecteerd werden en dat ze gekookt worden volgens de regels van de kunst.Je steak is beter meer uitgebakken dan wat je vroeger gewoon was. Rosbief, wild, paté kunnen risicovol zijn. Voedsel waar lever werd in verwerkt, kan men beter vermijden.

Groenten en fruit moeten altijd gewassen worden.

Kazen zijn best gemaakt van gepasteuriseerde melk.

BMI Body Mass Index

Het belang en de beperkingen van de BMI (Body Mass Index) na een levertransplantatie.

 

Probleem van overgewicht in onze welvaartstaat

 

We leven in een welvaartstaat en velen onder ons hebben een eerder ongezonde voedingsgewoonte en te weinig beweging. Alles begint met het “buikje” bij de man en het “dikke kontje” bij de vrouw. Dit leidt echter tot overgewicht dat aanleiding kan geven tot allerlei ziektes zoals hart- en vaatziekten, obesitas, diabetes en bepaalde kankers. Ook de lever kan daardoor overbelast worden en dit resulteert dan in cirrose en NASH. Deze leveraandoeningen zijn dikwijls ongeneeslijk zodat een levertransplantatie de enige oplossing is. In de periode voor de transplantatie is de patiënt echter steeds zieker en zieker zodat in die periode het lichaamsgewicht  fel kan afnemen. De patiënt begint dus na de operatie te herleven met een zwak gestel. Naarmate dat herstel vlot verloopt herneemt hij/zij het leven met volle moed en geniet hij opnieuw van het leven. Zijn/haar lichaamsgewicht neemt toe en bereikt weer het normaal niveau. Dat kan echter wel soms uit de hand lopen en het probleem van overgewicht kan zich opnieuw stellen.

 

Overgewicht of obesitas wordt gedefinieerd als een opstapeling van vet in het lichaam waardoor gezondheidsproblemen kunnen ontstaan. De bepaling van het vetgehalte is dus belangrijk om de mate van overgewicht te bepalen. Het nauwkeurig meten is echter vrij omslachtig en vraagt dure apparatuur. Men is dus op zoek gegaan naar een andere manier om het vetgehalte in het lichaam te schatten. Vrij snel stelde men vast dat zowel de lengte als het gewicht daarbij een rol spelen.

 

Wat is de BMI?

 

De ‘body mass index’ (BMI) is heden ten dage de meest gebruikte index voor het bepalen van overgewicht. De BMI wordt ook wel de Quetelet-index genoemd. Adolplhe Quetelet  (1796-1874) is een van de beroemdste geleerden die verbonden is aan de Gentse Universiteit. Hij was een astronoom, wiskundige en socioloog en een van de eersten die statistische methoden in de sociale wetenschappen toepaste. Quetelet ontving een doctoraat in de wiskunde in 1819 aan de Universiteit van Gent. Zijn formule “kg/m²” stamt uit een tijd waar nog geen rekenmachines laat staan computers bestonden en is daarom misschien zo simpel! Zijn index is heel eenvoudig: deel het lichaamsgewicht (uitgedrukt in kg) door het kwadraat van de lichaamslengte (uitgedrukt in meter). Hij was zich wel bewust dat zijn formule ook niet perfect was maar eerder een vrij goede benadering. De berekening is dus snel, eenvoudig en goedkoop en kan door iedereen berekend worden. Er zijn momenteel ook talrijke websites waar men de BMI snel kan bekomen door het geslacht, leeftijd, gewicht en de lichaamslengte in te voeren.

 

Quetelet was in zijn tijd niet echt geïnteresseerd in het bepalen van overgewicht maar eerder in het  zoeken naar de “gemiddelde mens”. Het is pas in 1972 dat werd vastgesteld dat zijn index ook kon gebruikt worden om er overgewicht mee vast te stellen! Volgende waarden worden daarvoor gehanteerd als indicatie van overgewicht:

 

BMI

Evaluatie lichaamsgewicht

minder dan 18

ondergewicht

18 – 25

gezond gewicht

25 – 30

overgewicht

meer dan 30

obesitas

 

Is de BMI een goede waarde voor de bepaling van de gezondheid van ons lichaam?

Het is wetenschappelijk vastgesteld dat overtollig vetgehalte een groter risico geeft voor allerlei ziektes. De vraag stelt zich nu of overgewicht, zoals bepaald met de BMI, altijd in rechtstreeks verband staat met het vetgehalte in het lichaam? Zo kan iemand met een grote spiermassa  (zoals een bodybuilder) een “overgewicht” hebben volgens zijn BMI, terwijl hij/zij toch een gezond vetpercentage heeft. Onderzoek heeft ook aangetoond dat bij mannen van 35-54 jaar met een BMI van 23-25 het vetpercentage kan variëren van 11% tot 35%. Er wordt ook geen rekening gehouden hoe het vet verdeeld zit over het lichaam. Het is vastgesteld dat vooral het vet in de buik voor gezondheidsproblemen zorgt en niet zo zeer het vet op de benen en de heupen.  Daardoor kunnen zelfs mensen met een “gezonde” BMI toch een verhoogd gezondheidsrisico lopen omdat het vet vooral in de buik zit.

Het verband tussen het percentage lichaamsvet en BMI is in het algemeen vrij goed bij volwassenen. Bij kinderen is dit verband echter niet zo duidelijk  omdat tijdens het groeiproces sommige kinderen sneller groeien dan verdikken en sommige andersom. Daarom is de BMI voor kinderen geen goede schatting van het vaststellen van obesitas.

Vanaf de leeftijd van 60-65 jaar kan het lichaamsgewicht en de lichaamslengte dalen. Dit wordt vooral veroorzaakt door het verlies aan spiermassa en botweefsel. Terzelfdertijd is er een toenemende mate van herverdeling van het lichaamsvet naar de buikstreek. De BMI als index voor de bepaling van het vetgehalte is daardoor bij oudere mensen minder betrouwbaar. Daardoor is de BMI bij oudere mensen minder betrouwbaar voor het bepalen van hun gezondheidsrisico’s. De algemene regel blijft wel dat het steeds aangeraden is om door voldoende lichamelijke activiteiten een afname te verkrijgen van de vetmassa met tegelijkertijd een toename van de spiermassa.  

Zijn er betere indexen dan de BMI?

Om overgewicht vast te stellen is de BMI dus wel bruikbaar. Maar is de BMI niet altijd bruikbaar om het vetgehalte te bepalen. Een andere risicofactor om de hoeveelheid vet in je buik te meten daarvoor nodig. Hiervoor wordt de omtrek van het lichaam er hoogte van je middel voorgesteld als alternatief.  Dit is een betere maat van de hoeveelheid vet in je buikholte en zegt dus wat meer over je gezondheidsrisico dan de BMI. Net als bij de BMI kunnen gewichtsklassen bepaald worden zoals volgt:

 

Middelomtrek vrouwen

Middelomtrek mannen

Ondergewicht

minder dan 68 cm

minder dan 79 cm

Gezonde middelomtrek

68 – 80 cm

79 – 94 cm

Overgewicht

80 – 88 cm

94 – 102 cm

Obesitas

meer dan 88 cm

Meer dan 102 cm

 

Meestal zullen de waarden van de BMI en de middelomtrek met elkaar overeenkomen als een goede maat voor het bepalen van overgewicht. Alleen hangt de BMI niet zo goed samen met de gevolgen van het gewicht. De manier waarop het vet over je lichaam is verdeeld, zegt veel meer over je gezondheid dan de totale hoeveelheid vet. Het vet in de buik is het grootste risico voor ziektes zoals diabetes, vaatziekten, kanker en trombose. Maar waar het vet zich in een lichaam bevindt komt niet uit de BMI naar voren. Daarom is de tailleomtrek een vaak geopperde maat om de gezondheidsrisico’s van het gewicht in te schatten.

Naast het meten van de tailleomvang wordt de huidplooidikte ook soms als alternatief  voor de BMI genomen. Men meet dan met een speciale tang op een paar plaatsen van het lichaam de dikte van je huidplooi. De huidplooidikte is een nauwkeurige aanwijzing voor de hoeveelheid onderhuids vet, wat op zijn beurt weer het totale percentage lichaamsvet voorspelt. Maar ook deze meting is niet ideaal omdat de hoeveelheid buikvet veel belangrijker is om te weten dan de hoeveelheid onderhuids vet.

Om exact het vetgehalte van het lichaam te weten bestaan er wel meer wetenschappelijke methodes. Deze zijn echter alleen uit te voeren met gesofisticeerde apparatuur en zijn zeer duur. E worden alleen uitgevoerd als de informatie nodig is bij bepaald klinische ingrepen.

 

Hoe worden de BMI en de taille-omvang gemeten?

De berekening van de BMI is zeer eenvoudig met de volgende formule toe te passen:                          BMI= gewicht (kg) / (lengte (m) x lengte (m))

Men kan de BMI ook bekomen via diverse websites zoals: https://www.gezondleven.be/themas/voeding/obesitas-en-overgewicht/body-mass-index-bmi

Bij het meten van de taille-omtrek moet men vooral opletten op welke hoogte van het lichaam gemeten wordt. Dit wordt geïllustreerd in volgende figuur:

 

                                  

De taille of middelomtrek meet men door de omtrek van het smalste gedeelte van je middel te meten. Dit punt zit tussen de bovenkant van je heup en de onderkant van je ribbenkast. Dit is op het eerste zicht vrij eenvoudig te doen met een lintmeter maar dat is voor een ongeoefende nog een hele opgave en kan dus best uitgevoerd worden door de arts. Voor een betrouwbare meting is het van belang precies op de juiste plek onder de navel de meting te doen met een meetlint. En dan mag men niet te veel het lint opspannen, de smalste plaats kiezen en … de adem niet te veel inhouden!

 

Blijft de BMI belangrijk voor de bepaling van het gezondheidsrisico na een levertransplantatie?

Vanwege zijn eenvoud en gemak om te bepalen blijft de BMI nog altijd de meest gebruikte maat om een beeld te krijgen van overgewicht en de daarmee gepaard gaande gezondheidsrisico’s. Men bevindt zich momenteel wel in een fase waarbij het wetenschappelijk bewijs voor het gebruik van de BMI uit het verleden goed kan bestaan naast het meten van de tailleomvang. De BMI wordt dus minder belangrijk omdat het meten van de hoeveelheid buikvet een betere idee geeft voor de gevolgen van overgewicht. De taille-omvang kan dus aanvullende informatie geven over het ziekterisico. Wanneer de middelomvang boven bepaalde grenswaarden uitkomt, zou men het actieniveau en de aanpak, oorspronkelijk gebaseerd op de BMI, kunnen aanpassen. De volgende tabel geeft een vergelijking van beide waarden.

 

Gezondheids-risico

BMI

Taille-omvang  (cm)

Actieniveau

vrouw

man

gemiddeld

tot 25

68-80

79- 94

Geen acties nodig 

verhoogd

25 - 30

81-88

95-102

   Preventieve behandeling: voorkomen van  gewichtstoename

sterk verhoogd

vanaf 30

vanaf 88

vanaf 102

Gewichtsvermindering met professionele begeleiding

Dit kan ook geïllustreerd worden door volgende figuur met de afbeelding van drie lichamen in voor- en zijzicht:

  • De eerste persoon (links) is 1,68m groot en weegt 70,6 kilogram.
  • De tweede persoon (midden) is 1,59m groot en weegt 63,2 kilogram.
  • De derde persoon (rechts) is 1,75m lang en weegt 75,7 kilogram.

Indien men deze mensen zou rangschikken volgens hun overgewicht dan zou men de rechtse figuur in vergelijking met de andere als de dunste klasseren en dus de kleinste BMI geven.  Het bizarre hier is echter dat deze drie personen allemaal een BMI van exact 25 hebben alhoewel ze totaal verschillende  lichaamstypes hebben en dus ook een verschillende taille-omvang:

  • Het rechtse lichaamstype heeft volgens bovenstaande tabel een gemiddelde tailleomvang en BMI en dus geen hoog gezondheidsrisico.
  • Het middelste lichaamstype heeft, niettegenstaande een eerder gemiddeld risico volgens de BMI, toch een verhoogd gezondheidsrisico vanwege de grote taille-omvang die wijst op een hoog vetgehalte in de buik.
  • Het linkse lichaamstype is eerder een twijfelgeval. Gezien het aanwezige vetgehalte in de heup en de benen zit (en minder schadelijk is) is dit waarschijnlijk een eerder laag gezondheidsrisico alhoewel wat meer lichaamsbeweging zeker goed zou doen voor de levenskwaliteit. Daarbij komt nog dat hier de BMI van 25 te laag geschat is vanwege de kleine lichaamslengte. Het is zo dat uit de formule van de BMI blijkt dat de index van grote mensen altijd groter zal zijn dan de BMI van kleine mensen omdat er enkel rekening gehouden wordt met lengte en gewicht en niet met de vorm (en dus ook niet met het vetgehalte) van het lichaam. Grote mensen hebben bijvoorbeeld proportioneel gezien langere benen dan kleine mensen, maar dat proportioneel verschil wordt niet meegerekend in de BMI.

 

Het is duidelijk dat de beste manier om de gezondheidsrisico’s in te schatten bestaat uit de combinatie van de BMI (als maat voor het overgewicht) met de taille-omtrek (als maat van het vetgehalte van de buik). Het zijn twee eenvoudige methodes die iedere patiënt na zijn  levertransplantatie kan uitvoeren voor de evaluatie van zijn gezondheidsrisico’s. Het is uiteraard slechts een eerste screening en de uiteindelijke beslissing gebeurt door uw behandelende hepatoloog die voor uw professionele begeleiding zorgt. Uiteindelijk blijft de enige remedie een gezond voedingspatroon en voldoende lichaamsbeweging!

 

 

 

Het belang en de beperkingen van de BMI (Body Mass Index) na een levertransplantatie.

 

 

Probleem van overgewicht in onze welvaartstaat

 

We leven in een welvaartstaat en velen onder ons hebben een eerder ongezonde voedingsgewoonte en te weinig beweging. Alles begint met het “buikje” bij de man en het “dikke kontje” bij de vrouw. Dit leidt echter tot overgewicht dat aanleiding kan geven tot allerlei ziektes zoals hart- en vaatziekten, obesitas, diabetes en bepaalde kankers. Ook de lever kan daardoor overbelast worden en dit resulteert dan in cirrose en NASH. Deze leveraandoeningen zijn dikwijls ongeneeslijk zodat een levertransplantatie de enige oplossing is. In de periode voor de transplantatie is de patiënt echter steeds zieker en zieker zodat in die periode het lichaamsgewicht  fel kan afnemen. De patiënt begint dus na de operatie te herleven met een zwak gestel. Naarmate dat herstel vlot verloopt herneemt hij/zij het leven met volle moed en geniet hij opnieuw van het leven. Zijn/haar lichaamsgewicht neemt toe en bereikt weer het normaal niveau. Dat kan echter wel soms uit de hand lopen en het probleem van overgewicht kan zich opnieuw stellen.

 

Overgewicht of obesitas wordt gedefinieerd als een opstapeling van vet in het lichaam waardoor gezondheidsproblemen kunnen ontstaan. De bepaling van het vetgehalte is dus belangrijk om de mate van overgewicht te bepalen. Het nauwkeurig meten is echter vrij omslachtig en vraagt dure apparatuur. Men is dus op zoek gegaan naar een andere manier om het vetgehalte in het lichaam te schatten. Vrij snel stelde men vast dat zowel de lengte als het gewicht daarbij een rol spelen.

 

Wat is de BMI?

 

De ‘body mass index’ (BMI) is heden ten dage de meest gebruikte index voor het bepalen van overgewicht. De BMI wordt ook wel de Quetelet-index genoemd. Adolplhe Quetelet  (1796-1874) is een van de beroemdste geleerden die verbonden is aan de Gentse Universiteit. Hij was een astronoom, wiskundige en socioloog en een van de eersten die statistische methoden in de sociale wetenschappen toepaste. Quetelet ontving een doctoraat in de wiskunde in 1819 aan de Universiteit van Gent. Zijn formule “kg/m²” stamt uit een tijd waar nog geen rekenmachines laat staan computers bestonden en is daarom misschien zo simpel! Zijn index is heel eenvoudig: deel het lichaamsgewicht (uitgedrukt in kg) door het kwadraat van de lichaamslengte (uitgedrukt in meter). Hij was zich wel bewust dat zijn formule ook niet perfect was maar eerder een vrij goede benadering. De berekening is dus snel, eenvoudig en goedkoop en kan door iedereen berekend worden. Er zijn momenteel ook talrijke websites waar men de BMI snel kan bekomen door het geslacht, leeftijd, gewicht en de lichaamslengte in te voeren.

 

Quetelet was in zijn tijd niet echt geïnteresseerd in het bepalen van overgewicht maar eerder in het  zoeken naar de “gemiddelde mens”. Het is pas in 1972 dat werd vastgesteld dat zijn index ook kon gebruikt worden om er overgewicht mee vast te stellen! Volgende waarden worden daarvoor gehanteerd als indicatie van overgewicht:

 

BMI

Evaluatie lichaamsgewicht

minder dan 18

ondergewicht

18 – 25

gezond gewicht

25 – 30

overgewicht

meer dan 30

obesitas

 

Is de BMI een goede waarde voor de bepaling van de gezondheid van ons lichaam?

Het is wetenschappelijk vastgesteld dat overtollig vetgehalte een groter risico geeft voor allerlei ziektes. De vraag stelt zich nu of overgewicht, zoals bepaald met de BMI, altijd in rechtstreeks verband staat met het vetgehalte in het lichaam? Zo kan iemand met een grote spiermassa  (zoals een bodybuilder) een “overgewicht” hebben volgens zijn BMI, terwijl hij/zij toch een gezond vetpercentage heeft. Onderzoek heeft ook aangetoond dat bij mannen van 35-54 jaar met een BMI van 23-25 het vetpercentage kan variëren van 11% tot 35%. Er wordt ook geen rekening gehouden hoe het vet verdeeld zit over het lichaam. Het is vastgesteld dat vooral het vet in de buik voor gezondheidsproblemen zorgt en niet zo zeer het vet op de benen en de heupen.  Daardoor kunnen zelfs mensen met een “gezonde” BMI toch een verhoogd gezondheidsrisico lopen omdat het vet vooral in de buik zit.

Het verband tussen het percentage lichaamsvet en BMI is in het algemeen vrij goed bij volwassenen. Bij kinderen is dit verband echter niet zo duidelijk  omdat tijdens het groeiproces sommige kinderen sneller groeien dan verdikken en sommige andersom. Daarom is de BMI voor kinderen geen goede schatting van het vaststellen van obesitas.

Vanaf de leeftijd van 60-65 jaar kan het lichaamsgewicht en de lichaamslengte dalen. Dit wordt vooral veroorzaakt door het verlies aan spiermassa en botweefsel. Terzelfdertijd is er een toenemende mate van herverdeling van het lichaamsvet naar de buikstreek. De BMI als index voor de bepaling van het vetgehalte is daardoor bij oudere mensen minder betrouwbaar. Daardoor is de BMI bij oudere mensen minder betrouwbaar voor het bepalen van hun gezondheidsrisico’s. De algemene regel blijft wel dat het steeds aangeraden is om door voldoende lichamelijke activiteiten een afname te verkrijgen van de vetmassa met tegelijkertijd een toename van de spiermassa.  

Zijn er betere indexen dan de BMI?

Om overgewicht vast te stellen is de BMI dus wel bruikbaar. Maar is de BMI niet altijd bruikbaar om het vetgehalte te bepalen. Een andere risicofactor om de hoeveelheid vet in je buik te meten daarvoor nodig. Hiervoor wordt de omtrek van het lichaam er hoogte van je middel voorgesteld als alternatief.  Dit is een betere maat van de hoeveelheid vet in je buikholte en zegt dus wat meer over je gezondheidsrisico dan de BMI. Net als bij de BMI kunnen gewichtsklassen bepaald worden zoals volgt:

 

Middelomtrek vrouwen

Middelomtrek mannen

Ondergewicht

minder dan 68 cm

minder dan 79 cm

Gezonde middelomtrek

68 – 80 cm

79 – 94 cm

Overgewicht

80 – 88 cm

94 – 102 cm

Obesitas

meer dan 88 cm

Meer dan 102 cm

 

Meestal zullen de waarden van de BMI en de middelomtrek met elkaar overeenkomen als een goede maat voor het bepalen van overgewicht. Alleen hangt de BMI niet zo goed samen met de gevolgen van het gewicht. De manier waarop het vet over je lichaam is verdeeld, zegt veel meer over je gezondheid dan de totale hoeveelheid vet. Het vet in de buik is het grootste risico voor ziektes zoals diabetes, vaatziekten, kanker en trombose. Maar waar het vet zich in een lichaam bevindt komt niet uit de BMI naar voren. Daarom is de tailleomtrek een vaak geopperde maat om de gezondheidsrisico’s van het gewicht in te schatten.

Naast het meten van de tailleomvang wordt de huidplooidikte ook soms als alternatief  voor de BMI genomen. Men meet dan met een speciale tang op een paar plaatsen van het lichaam de dikte van je huidplooi. De huidplooidikte is een nauwkeurige aanwijzing voor de hoeveelheid onderhuids vet, wat op zijn beurt weer het totale percentage lichaamsvet voorspelt. Maar ook deze meting is niet ideaal omdat de hoeveelheid buikvet veel belangrijker is om te weten dan de hoeveelheid onderhuids vet.

Om exact het vetgehalte van het lichaam te weten bestaan er wel meer wetenschappelijke methodes. Deze zijn echter alleen uit te voeren met gesofisticeerde apparatuur en zijn zeer duur. E worden alleen uitgevoerd als de informatie nodig is bij bepaald klinische ingrepen.

 

Hoe worden de BMI en de taille-omvang gemeten?

De berekening van de BMI is zeer eenvoudig met de volgende formule toe te passen:                          BMI= gewicht (kg) / (lengte (m) x lengte (m))

Men kan de BMI ook bekomen via diverse websites zoals: https://www.gezondleven.be/themas/voeding/obesitas-en-overgewicht/body-mass-index-bmi

Bij het meten van de taille-omtrek moet men vooral opletten op welke hoogte van het lichaam gemeten wordt. Dit wordt geïllustreerd in volgende figuur:

 

                                  

De taille of middelomtrek meet men door de omtrek van het smalste gedeelte van je middel te meten. Dit punt zit tussen de bovenkant van je heup en de onderkant van je ribbenkast. Dit is op het eerste zicht vrij eenvoudig te doen met een lintmeter maar dat is voor een ongeoefende nog een hele opgave en kan dus best uitgevoerd worden door de arts. Voor een betrouwbare meting is het van belang precies op de juiste plek onder de navel de meting te doen met een meetlint. En dan mag men niet te veel het lint opspannen, de smalste plaats kiezen en … de adem niet te veel inhouden!

 

Blijft de BMI belangrijk voor de bepaling van het gezondheidsrisico na een levertransplantatie?

Vanwege zijn eenvoud en gemak om te bepalen blijft de BMI nog altijd de meest gebruikte maat om een beeld te krijgen van overgewicht en de daarmee gepaard gaande gezondheidsrisico’s. Men bevindt zich momenteel wel in een fase waarbij het wetenschappelijk bewijs voor het gebruik van de BMI uit het verleden goed kan bestaan naast het meten van de tailleomvang. De BMI wordt dus minder belangrijk omdat het meten van de hoeveelheid buikvet een betere idee geeft voor de gevolgen van overgewicht. De taille-omvang kan dus aanvullende informatie geven over het ziekterisico. Wanneer de middelomvang boven bepaalde grenswaarden uitkomt, zou men het actieniveau en de aanpak, oorspronkelijk gebaseerd op de BMI, kunnen aanpassen. De volgende tabel geeft een vergelijking van beide waarden.

 

Gezondheids-risico

BMI

Taille-omvang  (cm)

Actieniveau

vrouw

man

gemiddeld

tot 25

68-80

79- 94

Geen acties nodig 

verhoogd

25 - 30

81-88

95-102

   Preventieve behandeling: voorkomen van  gewichtstoename

sterk verhoogd

vanaf 30

vanaf 88

vanaf 102

Gewichtsvermindering met professionele begeleiding

Dit kan ook geïllustreerd worden door volgende figuur met de afbeelding van drie lichamen in voor- en zijzicht:

  • De eerste persoon (links) is 1,68m groot en weegt 70,6 kilogram.
  • De tweede persoon (midden) is 1,59m groot en weegt 63,2 kilogram.
  • De derde persoon (rechts) is 1,75m lang en weegt 75,7 kilogram.

Indien men deze mensen zou rangschikken volgens hun overgewicht dan zou men de rechtse figuur in vergelijking met de andere als de dunste klasseren en dus de kleinste BMI geven.  Het bizarre hier is echter dat deze drie personen allemaal een BMI van exact 25 hebben alhoewel ze totaal verschillende  lichaamstypes hebben en dus ook een verschillende taille-omvang:

  • Het rechtse lichaamstype heeft volgens bovenstaande tabel een gemiddelde tailleomvang en BMI en dus geen hoog gezondheidsrisico.
  • Het middelste lichaamstype heeft, niettegenstaande een eerder gemiddeld risico volgens de BMI, toch een verhoogd gezondheidsrisico vanwege de grote taille-omvang die wijst op een hoog vetgehalte in de buik.
  • Het linkse lichaamstype is eerder een twijfelgeval. Gezien het aanwezige vetgehalte in de heup en de benen zit (en minder schadelijk is) is dit waarschijnlijk een eerder laag gezondheidsrisico alhoewel wat meer lichaamsbeweging zeker goed zou doen voor de levenskwaliteit. Daarbij komt nog dat hier de BMI van 25 te laag geschat is vanwege de kleine lichaamslengte. Het is zo dat uit de formule van de BMI blijkt dat de index van grote mensen altijd groter zal zijn dan de BMI van kleine mensen omdat er enkel rekening gehouden wordt met lengte en gewicht en niet met de vorm (en dus ook niet met het vetgehalte) van het lichaam. Grote mensen hebben bijvoorbeeld proportioneel gezien langere benen dan kleine mensen, maar dat proportioneel verschil wordt niet meegerekend in de BMI.

 

Het is duidelijk dat de beste manier om de gezondheidsrisico’s in te schatten bestaat uit de combinatie van de BMI (als maat voor het overgewicht) met de taille-omtrek (als maat van het vetgehalte van de buik). Het zijn twee eenvoudige methodes die iedere patiënt na zijn  levertransplantatie kan uitvoeren voor de evaluatie van zijn gezondheidsrisico’s. Het is uiteraard slechts een eerste screening en de uiteindelijke beslissing gebeurt door uw behandelende hepatoloog die voor uw professionele begeleiding zorgt. Uiteindelijk blijft de enige remedie een gezond voedingspatroon en voldoende lichaamsbeweging!

 

 



 

 



 

 

Eet meer noten

Gezondheidsvoordelen van noten

Noten zitten boordevol gezonde voedingsstoffen. Denk bijvoorbeeld aan ijzer, vitamine E, vitamine B1, onverzadigde vetten en eiwitten. Het is wetenschappelijk bewezen dat het eten van ongezouten noten beschermt tegen hart- en vaatziekten. Daarnaast bevatten onbewerkte noten ook geen e-nummers.

Het eten van ongezouten noten verlaagt het LDL-cholesterol. Er zijn twee soorten cholesterol, namelijk het LDL- en HDL-cholesterol. LDL-cholesterol blijft hangen in de bloedvaten, waardoor de bloedvaten dichtslibben.

Gevolgen hiervan zijn een verhoogd risico op een hartinfarct en hart- en vaatziekten. HDL-cholesterol haalt juist het cholesterol in het bloed weg en vervoert dit naar de lever. Het eten van noten zorgt er dus voor dat er minder LDL-cholesterol aanwezig is in de bloedvaten.

Daarnaast lijkt er een relatie tussen het dagelijks eten van ongezouten noten en een verlaagd risico van 30% op hart- en vaatziekten. Dit is ook te verklaren door het verlaagde LDL-cholesterol.

Ook geven de vezels in de noten gezondheidsvoordelen. Vezels dragen bij aan een soepele spijsvertering, een vol gevoel na het eten en een verminderd risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker.

Nadelen van het eten van noten

Doordat noten veel onverzadigde vetten bevatten, zitten er relatief veel calorieën in noten., namelijk ongeveer 160 kcal in 1 handje noten (25 gram). Dit is de reden dat er geadviseerd wordt om niet meer dan één handje noten per dag te eten.

Ook worden er veel gezouten noten verkocht. De hoeveelheid zout verschilt per soort en merk, maar dit is al snel 1 gram zout per 100 gram. Dit is 17% van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH). Onbewust krijg je veel zout binnen, wat kan leiden tot een te hoge bloeddruk.

Daarnaast kun je klachten krijgen van het eten van noten als je allergisch bent. Je kunt bijvoorbeeld eczeem krijgen op de huid. Ook zijn jeukende bulten een veel gehoorde klacht

Meer zonnebloempitten eten

Zonnebloempitten zijn zeer goed voor je. De voedingsstoffen in de zaadjes helpen mogelijk het risico op veelvoorkomende gezondheidsproblemen zoals hartaandoeningen te verminderen. Ook verhogen ze je energieniveau.

Wees wel terughoudend met deze gezonde zonnepitjes. Ze zijn namelijk erg rijk aan calorieën en cadmium. Hierdoor kunnen grote hoeveelheden ongewenste bijwerkingen hebben, zoals gewichtstoename en nierbeschadiging.

  • Strooi ze over een salade of fruitsalade
  • Roer ze ‘s ochtends door je havermout
  • Meng ze door een smoothie
  • Strooi ze over je yoghurt
  • Voeg ze toe aan roerbakgerechten
  • Strooi ze over gesauteerde groenten
  • Voeg ze toe aan groenteburgers
  • Gebruik ze in de pesto in plaats van pijnboompitten
  • Maal de zaden fijn en gebruik ze als krokant korstje voor vis
  • Voeg ze toe aan gebakken producten, zoals brood en muffins

Tot slot : zaden,pitten en noten moeten zo bewaard worden dat ze niet kunnen schimmelen want dat is extreem gevaarlijk voor transplantatie patiënten. Koop geen grote hoeveelheden en zorg dat de versdatum goed zichtbaar is. Lijnzaad is zo een gevoelig product.

Bron : Gezondeten.nl

Nieuwe terugbetalingsregeling voor raadplegingen op afstand

Vanaf 1 augustus is een telefonische consultatie of een videogesprek met je arts niet langer gratis. Tijdens de coronapandemie was er een tijdelijke regeling waarbij je geen remgeld moest betalen en deze loopt nu af. Je zal 4 euro betalen voor een videoraadpleging en 2 euro voor een telefonische raadpleging. Eén euro als je recht hebt op een verhoogde tegemoetkoming. De derdebetalersregeling is verplicht, je betaalt dus enkel het remgeld.

Je ziekenfonds betaalt raadplegingen op afstand terug onder vier voorwaarden:

  • je moet al eerder bij die dokter zijn geweest of doorverwezen zijn door een andere arts;
  • de telefonische of videoconsultatie gebeurt op vraag van de patiënt;
  • de arts moet tijdens het gesprek toegang hebben tot jouw medisch dossier;
  • bij een videogesprek moet de verbinding veilig zijn.

Daarnaast is het belangrijk dat deze zorg op afstand slechts een aanvulling is voor fysieke raadplegingen met persoonlijk contact en lichamelijk onderzoek.

Infoavond voor patiënten: hoe omgaan met een auto-immuunziekte van de lever?

 

Dinsdag 3 oktober 2023 | 19 uur |

Artsen en een psycholoog van het UZGent gaven voor een volle zaal een uiterst interessante uiteenzetting over zeldzame leverziekten.

 

MAAK EEN KOSTENRAMING VAN JE ZIEKENHUISOPNAME

 


Op de website van het UZG kan je voortaan zelf een kostenraming opstellen van verschillende veelvoorkomende behandelingen.

In een handomdraai krijg je dan het geschatte totaalbedrag te zien, maar ook meer gedetailleerde info zoals verblijfskosten en honoraria. Je leest er ook per behandeling hoelang je normaal gezien in het ziekenhuis moet verblijven.

Het verloop van een ziekenhuisopname kan nooit met zekerheid worden voorspeld. Een raming geeft je een idee van de kostprijs, maar de uiteindelijke factuur kan door onverwachte omstandigheden afwijken.

Surf naar onderstaande link:

https://uzgent.be/patient/facturen-en-betalingen/maak-een-kostenraming-van-je-ziekenhuisopname?fbclid=IwAR2N7p8fpUebvCx65kvclNiUsBHeuru0U_Ri8byTfzgRwPx3c3cOcYk6igM

Dafalgan (Paracetamol) is een goed medicament maar overdreven gebruik maakt je lever zwaar ziek.


4 gram per dag gedurende 7 dagen is een veilig advies tenzij anders voorgeschreven.
Na een levertransplantatie mag men zoveel niet nemen !

Misselijkheid en pijn in de leverstreek zijn rode lichten.

Prof.Dr. Anja GEERTS waarschuwt voor de gevaarlijke gevolgen bij misbruik.


Nog te bekijken via onderstaande link tot 7 aug 2023.
https://vtm.be/vtmgo/vtm-nieuws~3975934b-22a2-4b4d-a10c-://  

www.hln.be/wetenschap-en-planeet/een-derde-meer-vergiftigingen-door-paracetamol~a6b69cd7/

 

Transplantaties nu en in de toekomst

 Levertransplantaties: Huidige toestand en nieuwe perspectieven

 

 Levertransplantaties worden momenteel beschouwd als bijna routine-operaties. Me heeft de indruk dat de methodieken standaard geworden zijn en niet meer onderhevig zijn aan ingrijpende verbeteringen. Hoe is nu de huidige toestand en zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in de pipeline?

 

  1. Diverse levertransplantatietechnieken

 

De lever is een belangrijk orgaan. Bij ernstige leverziekten kan het nodig zijn om een lever te transplanteren. Hiervoor is een donorlever noodzakelijk. De meeste donorlevers zijn afkomstig van overledenen. Eén van de criteria voor overleden orgaandonoren is dat de hersendood moet zijn ingetreden. Ook zijn sinds 2002 de mogelijkheden om organen van hartdode donoren (non-heart-beating donor) voor transplantatie te gebruiken verbeterd. Dit heeft een uitbreiding van het aantal mogelijke donoren tot gevolg.
Vanwege het tekort aan geschikte donororganen wordt voortdurend gezocht naar alternatieven om toch het groeiend aantal mensen op de wachtlijst te kunnen transplanteren. Hiervoor is een aantal bijzondere technieken ontwikkeld waarover u in dit deel meer kunt lezen. Vooral op het gebied van de levende donoren valt in de toekomst groei van het donoraantal te verwachten.

  1. Orthotope (of gewone) levertransplantatie (OLT)

De zieke lever wordt in zijn geheel verwijderd en vervangen door een donorlever. Deze methode wordt het meest toegepast. Deze operatie gebeurt in de meeste gevallen van levertransplantatie. Meer uitleg van de operatie wordt gegeven in een ander artikel in dit tijdschrift

 

  1. Gereduceerde levertransplantatie

Als het kan wordt een donorlever volledig getransplanteerd. Maar het komt ook voor dat een donorlever te groot is voor de ontvanger, bijvoorbeeld als de donor een volwassene is en de ontvanger een kind. De donorlever wordt dan gereduceerd (verkleind) en wordt zodoende geschikt gemaakt voor de kleine(re) ontvanger. De gereduceerde lever zal na transplantatie weer aangroeien tot een volwaardige lever. Dit is mogelijk omdat de lever bestaat uit aparte segmenten die kunnen uitgroeien tot volwaardige levers.

  1. Splitlevertransplantatie

Een andere techniek die kan worden toegepast is de splitlevertransplantatie. De donorlever wordt dan gesplitst in twee gedeelten. Het grote voordeel van deze techniek is dat twee ontvangers kunnen worden getransplanteerd met één donorlever. Het grote (rechter) deel kan worden getransplanteerd bij een volwassen ontvanger. Het kleine (linker) gedeelte is geschikt voor transplantatie bij een klein kind. Ook kan in sommige gevallen een grote lever gesplitst worden voor twee volwassen ontvangers. Een nadeel van split levertransplantatie is dat dit kan leiden tot meer complicaties en een iets lagere overlevingskans dan bij OLT. Anderzijds kan dit gerechtvaardigd zijn als een oplossing voor twee acute patiënten bij gebrek aan donororganen

  1. Dominotransplantatie

Bij deze vorm van levertransplantatie komt de donorlever van een patiënt met een erfelijke stofwisselingsziekte. Door deze ziekte maakt de lever een afwijkend eiwit aan. Verder is de lever gezond. Deze aandoening begint meestal rond het dertigste levensjaar en kan op den duur levensbedreigend worden. De enige manier om dit te voorkomen is door transplantatie van een gezonde donorlever. De verwijderde 'zieke' lever is nog wel bruikbaar bij andere patiënten die d ingend een donorlever nodig hebben. Het duurt namelijk vele jaren voordat de ontvanger van de lever last krijgt van de stofwisselingsziekte. Na ongeveer tien jaar is echter opnieuw een transplantatie nodig

 

  1. Leverdonatie door een levende donor

 Bij deze operatie wordt een deel van de lever van een gezonde volwassene verwijderd. Dit deel van de levende donor, wordt getransplanteerd bij de patiënt. De meeste donoren zijn familie van de ontvanger of hebben een emotionele band met de ontvanger. Het deel van de lever dat bij de donor achterblijft, groeit aan tot normaal formaat. Het getransplanteerde deel van de lever groeit met de ontvanger mee. Het risico op overlijden van de donor aan de gevolgen van de operatie is tussen de 0.5 en 1%.  De resultaten bij de ontvangers zijn zeker even goed als bij OLT met een postmortale donor en mogelijk beter indien de overleving op de wachtlijst meegeteld wordt.

Met deze techniek wordt geen hinder ondervonden van het donortekort. Ook is de wachttijd vaak korter. Een ander voordeel is dat de operatie is te plannen. De ontvanger kan hierdoor in een goede conditie aan de transplantatie beginnen. Een nadeel echter is dat er risico’s zijn voor de donor, die een ingrijpende operatie moet ondergaan. Tot een leverdonatie door een levende donor kan daarom pas worden besloten na een zorgvuldige afweging.

  1. Gecombineerde transplantaties

Als naast de lever ook een ander orgaan moet worden getransplanteerd, kan er een gecombineerde transplantatie plaatsvinden. Dit zijn zeer gecompliceerde operaties en de slaagkansen zijn navenant hoger dan bij een gewone OLT

  1. Piggy back

Het toepassen van de zogenaamde Piggyback-techniek heeft in de afgelopen jaren geleid tot minder bloedverlies tijdens de levertransplantatie. Dit is een chirurgische techniek waarbij de eigen holle ader (vena cava) van de ontvanger in tact blijft. Vroeger werd de holle ader verwijderd met de zieke lever. Het is inmiddels bewezen dat door dit lagere bloedverlies tijdens de levertransplantatie de resultaten in termen van transplantaatoverleving beter zijn

  1. Auxiliaire levertransplantatie

Bij metabole ziekten en acuut leverfalen kan het soms beter zijn om de eigen lever niet geheel te verwijderen en er een halve of hele donorlever naast te plaatsen. ierbij wordt de eigen (zieke) lever van de patiënt dus niet verwijderd. Deze operatie wordt in zeldzame gevallen uitgevoerd, en alleen bij patiënten met acuut leverfalen, waarbij op zeer korte termijn getransplanteerd moet worden. Het blijkt dat bij twee derde van de overlevenden van auxiliaire levertransplantatie regeneratie van de eigen lever optreedt. De donorlever kan dan weer worden verwijderd of de donorlever verschrompelt.  Het voordeel van auxiliaire levertransplantatie voor de patiënt is dat deze zonder  immuunsuppressie verder door het leven kan.

 

  1. Alternatieven voor levertransplantatie.

Als antwoord op het orgaantekort worden verschillende strategieën voorgesteld om de vraag naar menselijke organen en/of orgaantransplantatie te doen dalen:

 

  1. Preventie

Wegens het orgaantekort wordt het belangrijk geacht om naast orgaantransplantatie ook te investeren in preventie van de aandoeningen die transplantatie nodig maken.  Verschillende aandoeningen die leiden tot een nood aan transplantatie (bv. diabetes, cardiovaculaire aandoeningen of kanker), gaan gepaard met risicofactoren die met een bepaald gedrag samenhangen (bv. ongezond dieet, onvoldoende beweging, roken, alcohol) en dus vermeden kunnen worden via aanpassing van het gedragspatroon. Preventie is echter niet zo vanzelfsprekend. Hier kan verwezen worden naar een artikel over de NASH leveraandoening in dit tijdschrift. In België zijn er vooralsnog  geen nationale, gecoördineerde en doeltreffende preventie-acties. Veel mensen beschouwen dergelijke acties onterecht als een ontoelaatbare inbreuk op hun persoonlijke vrijheid.

 

  1. Xenotransplantatie

Er wordt al lange tijd onderzoek verricht naar het transplanteren van dierlijke organen in plaats van menselijke organen. Dergelijke transplantatie, waarbij donor en ontvanger tot een andere soort behoren, noemt men xenotransplantatie of soms ook hetero-, heterogene of heterologe transplantatie. Meer bepaald wordt gedacht aan het gebruik van (genetisch gemanipuleerde) varkens. Deze kunnen relatief snel gekweekt worden en zullen dus goed voorradig zijn, evenals minder logistieke en ethische problemen opleveren dan menselijke orgaandonatie. Transplantatie van bepaalde dierlijke weefsels (bv. varkenshartkleppen, paardenpezen) is al enige tijd een klinische realiteit. Transplantatie van dierlijke organen is daarentegen beperkt gebleven tot weinig succesvolle experimentele pogingen, zoals o.a. de ophefmakende implantatie van een bavianenhart in baby Fae in de Verenigde Staten midden jaren ‘80. Transplantatie van dierlijke organen zal wellicht niet snel uitgroeien tot een volwaardig alternatief voor orgaantransplantatie. Dit komt onder meer door de sterke afstotingsreactie, het gebrek aan kennis over fysiologische compatibiliteit en het risico op ziekte-overdracht. Het  is realistischer dat transplantatie van bepaalde dierlijke organen slechts zal worden ingezet als een bridge to allotransplantation, m.a.w. om het wachten op een menselijk orgaan te overbruggen. Maar dit zou betekenen dat nog meer mensen in aanmerking zouden komen voor transplantatie, wat de vraag en dus de wachtlijsten zou doen groeien.

 

  1. Kunstorganen

Ook de vervaardiging van allerlei mechanische, orgaanfunctievervangende apparaten, zogenaamde kunstorganen of artificiële organen, wordt al geruime tijd beschouwd als een mogelijke piste om het orgaantekort in te perken. Voorlopig bestaan er echter nog geen kunstorganen die orgaandonatie en -transplantatie volledig kunnen vervangen. Er zijn nog verschillende nadelen en ook is er onvoldoende kennis beschikbaar. Voor nierinsufficiëntie bestaat al lang de dialyse, ook wel de kunstnier genoemd. Dit uitwendige apparaat kan via het circulerende bloed de afvalstoffen uit het lichaam halen. Hierdoor kan een nierpatiënt jaren in leven worden gehouden. Nierdialyse is echter duurder dan niertransplantatie en gaat gepaard met een veel lagere levenskwaliteit en minder goede overlevingskansen. Voor de lever bestaan er leverdialyse en bio-artificiële levers (die gebruik maken van menselijke of dierlijke levercellen), maar ook dit zijn eerder experimentele praktijken die nog niet de resultaten van levertransplantatie evenaren.

  1. Reproductief klonen

Sinds het klonen van schaap Dolly in 1997 kan ook worden gedacht aan het reproductief klonen van mensen als een bron van transplanteerbare organen die bovendien geen immunologische problemen zouden stellen. Dit idee werd reeds op afschrikwekkende wijze vertolkt in de film The Island (2005). Weliswaar wordt dergelijke praktijk beperkt door maatschappelijke grenzen. Zo is het reproductief menselijk klonen (d.i. het voortbrengen van één of meerdere menselijke individuen wier genen identiek zijn met die van het organisme van waaruit het kloneren werd gerealiseerd) expliciet wettelijk verboden in België na een advies van het Raadgevend Comité voor Bioethiek..Dit verbod steunt op de schending van de menselijke waardigheid.

 

  1. Regeneratieve geneeskunde

Ten slotte kunnen er in de toekomst ook alternatieven voor orgaantransplantatie voortvloeien uit de ontwikkelingen binnen de regeneratieve geneeskunde. Deze tak van de medische wetenschap omvat de verschillende methoden waarbij cellen worden aangewend om menselijke cellen, weefsels en organen te vervangen of te laten regenereren met het oog op functieherstel. Enerzijds zou de regeneratie van organen in vivo kunnen plaatsvinden. Zo kan bv. de injectie van stamcellen het potentieel vertonen om beschadigd weefsel te herstellen en zo transplantatie te vermijden.  Anderzijds zou het orgaantekort ook kunnen worden opgevangen door ex vivo cellen te planten op een synthetische of biologische steunvorm en zo implanteerbare organen te maken (tissue/organ engineering). Zo werd bv. al een trachea geproduceerd (én getransplanteerd) door een donortrachea te ontdoen van alle cellen en de resterende vorm vervolgens te bedekken met de eigen cellen van de patiënt, wat ook immunologisch minder problemen oplevert. Voorlopig blijven deze technieken nog eerder experimenteel en vertonen ze nog verschillende problemen, zoals o.a. een tekort aan functionele cellen, het richten van de celgroei, het vinden van een geschikte steunvorm en hoge kosten. Nóg meer veraf ligt het concept van 3D-printen van organen met cellen. Wetenschappelijk onderzoek daaromtrent is veelbelovend.

 

  1. De toekomst van orgaandonatie

 

Het voorgaande leidt tot het besluit dat de transplantatiegeneeskunde voorlopig sterk afhankelijk blijft van orgaandonoren en van strategieën die het aanbod van menselijke organen verhogen. Dit veronderstelt dat het huidige aantal donoren lager ligt dan het aantal potentiële donoren. Er moet m.a.w. marge voor verbetering zijn. In 2003 werd door NIVEL een studie uitgevoerd naar het donorpotentieel binnen 10 West-Europese landen, waaronder België. Het donorpotentieel werd hierbij gedefinieerd als het aantal mensen dat overlijdt aan een specifieke doodsoorzaak waardoor organen in principe in aanmerking komen voor transplantatie. Zoals uit de definitie blijkt, beperkte deze studie zich tot overleden donoren. De groep levende donoren werd niet in aanmerking genomen. Nochtans zijn levende donoren evenzeer donoren die ontvangers van de wachtlijst kunnen halen. In feite zou het donorpotentieel dan ook beter ruimer omschreven kunnen worden als de groep mensen die geen medische contra-indicaties vertonen om hypothetisch als donor op te treden. Zo krijgt men een beeld van het maximaal aantal donoren in een land. Voor België werden over het donorpotentieel helaas geen recente cijfers of berekeningen gevonden. In 2003 werd in de Nederlandse NIVEL-studie het donorpotentieel van België wat betreft de hersendode donoren berekend op 350 donoren per miljoen inwoners. In 2006 schatte de wetgever dat België aan 400 donoren per jaar zou moeten geraken In 2012 werden nog maar 320 overleden donoren gebruikt (iets meer dan 400 met levende donoren erbij), waarmee 925 transplantaties (1014 met levende donoren erbij) werden uitgevoerd. Verbetering is dus nog steeds mogelijk. Maar gelet op deze cijfers en op de hoge wachtlijstcijfers lijkt het volledig wegwerken van het orgaantekort middels orgaandonatie niet direct haalbaar. Het verbaast dus niet dat sommigen zich al hebben afgevraagd of het orgaantekort geen blijvend en onoplosbaar probleem zal zijn. Zo ja, dan zou enkel de verdere ontwikkeling van de bovenstaande alternatieven in de (verre) toekomst soelaas kunnen bieden.

 

 

Interessante links:

www.umcg.nl/NL/UMCG/Afdelingen/Levertransplantatiecentrum

WWW.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7121307

 

 



Na de herstelperiode, als je weer goed kunt eten, kies dan voor gezonde voeding.

Na de transplantatie krijg je vaak meer trek. Let op je gewicht. Drink ook genoeg (1,5 liter tot 2 liter per dag, tenzij anders gezegd), liefst water, om de resten van de medicijnen die je slikt goed weg te spoelen.

Na de levertransplantatie moet je altijd medicijnen nemen om te voorkomen dat je lichaam je nieuwe lever afstoot. Sommige etenswaren of kruiden kunnen de werking van deze medicijnen veranderen.

Deze (voedings)middelen kun je beter niet nemen, want ze kunnen problemen geven:

  • Pompelmoes of grapefruit (sap en vrucht). Pas op met vruchtensap met meerdere soorten fruit!

  • Sint-janskruid

Deze vruchten kunnen ook problemen geven als je er veel van eet:

  • Clementine

  • Granaatappel

  • Pomelo

  • Bloedappelsienen Andere citrusvruchten mag je wel eten.

Gember, kurkuma en groene thee kunnen ook problemen geven als je er veel van neemt, zoals in kruidenpillen. Een beetje gebruiken om je eten op smaak te brengen mag wel.

Alcoholverbod

Na een levertransplantatie mag je nooit meer alcohol drinken. Alcohol is slecht voor de levercellen en kan reageren met de medicijnen die je slikt. Alcohol is ook slecht voor de bloeddruk en heeft geen voedingswaarde. Als je vroeger te veel alcohol dronk, drink dan ook geen alcoholvrije bieren of cocktails. Je leert dan niet om anders om te gaan met alcohol en je kunt er weer zin in krijgen. Dit vergroot het gevaar om opnieuw te starten met drankmisbruik.

Ook marihuana (cannabidiol) kan problemen geven met de medicijnen die je immuunsysteem onderdrukken. Cannabis bestaat in verschillende vormen (hennepplant, CBD-olie, cannabishars…). Gebruik dit niet.

Hygiëne in de keuken

Omdat je medicijnen neemt die je immuunsysteem onderdrukken, ben je sneller vatbaar voor infecties. Let daarom goed op de hygiëne bij het eten. In etenswaren kunnen schadelijke bacteriën zitten als ze niet goed zijn gewassen, bewaard, klaargemaakt of vervoerd.

Een foto met je telefoon nemen als diagnose ?

Medische app om je huid op plekjes te helpen controleren.

 

 

Er is in de media gesproken over een hulpmiddel bij het bekijken van verdachte huidvlekken.

Maar wat is dat nu precies en wat ben ik daar eigenlijk mee ?

Ik ben dan even op zoek gegaan en voor Vlaanderen is het vooral Skin Vision die reclame maakt.

 

Geneeskunde op afstand komt steeds dichter en dus ben ik op onderzoek gegaan om hier een review te kunnen schrijven.

 

Testaankoop gezond heeft in haar meinummer 2023 een uitstekend artikel geschreven over het risico op huidkanker en herkennen van verdachte vlekjes. Over Skin vision blijven ze een beetje op de vlakte, deze app is de meest onderzochte en zou de beste resultaten kennen bij vergelijkend onderzoek. TA Gezondheid kiest voor een grondige bespreking van de preventie van huiskanker en richtlijnen om zelf verdachte vlekken te herkennen eerder dan de app uit te testen.We blijven op dat vlak dus een beetje op onze honger zitten.

 

Zoals dikwijls moet men eerst kijken naar Nederland voor grondig onderzoek op vlak van consumenten bescherming. Zo heeft de consumentenbond meerdere apps vergeleken, alleen Skin vision is bij ons gekend.

 

Huidplekjes werden zowel door dermatologen als Skin vision bekeken en beiden zagen de verdachte vlekjes. De app bestempelde er ook meer als huidkanker maar onterecht. Deze app is wel erg voorzichtig met een advies en stuurt snel door naar de arts wat op zich goed is.

 

Het blijkt wel dat het feit dat men zelf een vlekje moet opmerken, fotograferen en nadien al dan niet een afspraak maken met een arts, de patiënt een onzeker gevoel geeft. Ofwel angst als het een (verkeerd) alarm is ofwel een mogelijke onterechte geruststelling.

 

In een klein onderzoek was een flink deel van de proefpersonen van mening dat ze meer vertrouwen hebben in een doktersbezoek.

Tegelijk ontdekten de dermatologen in het onderzoek huidkanker op een plek die de patiënt zelf over het hoofd had gezien of niet verdacht vond.

Zelf zie je nu ook niet alle plekjes op je lichaam.

 

Ik wil er ook aan toevoegen dat niet iedereen in staat is om de beste foto’s te nemen:  lichtinval, scherpte en kleur zijn van het grootste belang bij het beoordelen van huidvlekken.

 

Privacy

 

Er is altijd een risico dat als je de website van een app bezoekt , je nadien bestookt wordt met reclame.Bij Skin vision is dat niet zo.

 

 Conclusie:

 

de basisidee blijft volgens mij terecht dat een medische app de zorgverlener niet kan en mag vervangen en dus oordeelkundig moet gebruikt worden naast of bovenop een consultatie.

Aangezien de app eerder te veel en onnodig alarm slaat, stelt zich de vraag wat de toegevoegde waarde is om de patiënt al dan niet gerust te stellen.

Skin vision motiveert zelf haar product door te vergelijken met de check bij de tandarts op gaatjes maar het verschil is wel dat bij een app je zelf de controle doet.

 

Ter info

 

Helan en Partena bieden Skin vision gratis aan voor hun leden

De CM komt tussen voor een bepaald bedrag.

 

Zelf heb ik geen abonnement (50 euro per jaar ) genomen maar blijf ik bij de oude werkwijze, ik kijk zelf elk kwartaal naar verdachte vlekjes (jeuken, vergroot, verkleurd, bloeden,..)  en laat mijn echtgenote ook een inspectie doen. Als we echt iets verdacht zien of twijfelen dan vraag ik een afspraak op huidziekten UZGent ( triage tel 09 332 22 87 voor versnelde consultatie en zeg dat je LTx bent  ) maar als de wachtduur te lang is dan is er uiteraard je huisarts waar je altijd sneller op consultatie kan.

 

Persoonlijk ben ik volledig gewonnen voor de procedure waarbij je naar de huisarts gaat die indien nodig zelf een foto doorstuurt naar de triageafdeling en als dan blijkt dat verder onderzoek gewenst is, je een verwijsbrief opmaakt.

Daarna contacteer je de polikliniek voor triage en zeg dat je een LTx bent en dat je een verwijsbrief hebt.Op deze wijze ben je snel geholpen en wordt de polikliniek iets minder belast.

 

Guido Rasschaert - persoonlijke bijdrage

 

 

 

               NA EUTHANASIE IS EEN LEVER EVEN GOED VOOR TRANSPLANTATIE

 

 

Sinds 2002 is euthanasie toegestaan in België bij meerderjarige patiënten met een ondraaglijk fysisch of psychisch lijden. De meeste mensen weten dat organen kunnen worden gedoneerd na een natuurlijk overlijden. Veel Belgen hebben zich dan ook spontaan aangemeld als potentiële donor in geval van een natuurlijk overlijden.

Maar mensen en zelfs artsen weten vaak niet dat orgaandonatie ook mogelijk is na een euthanasie. Die donatie kan nochtans helpen om het nijpende tekort aan organen op te vangen. Zo verkorten de  wachttijden en vermindert het risico dat patiënten overlijden voor een transplantatie kan plaatsvinden.

Een recente studie bewijst dat de kwaliteit van een lever gedoneerd na euthanasie even goed is als die van een lever gedoneerd na een natuurlijk overlijden.

Bron: https://www.uzgent.be/patient/zoek-een-arts-of-dienst/algemene-en-hepatobiliaire-heelkunde/nieuws/na-euthanasie-is-een-lever-even-goed-voor-transplantatie

Alcoholvrij > goed voor iedereen, niet alleen leverpatiënten

Wat is het effect van een maand geen alcohol ?

 

Uit de eerste Vlaamse Preventiebarometer blijkt dat 1 op de 10 personen meer dan 10 glazen per week drinkt.  Zo zijn alsmaar meer mensen zich bewust van de risico’s en schadelijkheid van alcohol waardoor ze, al dan niet voor een bepaalde periode, alcohol afzweren. En een maand niet drinken biedt al heel wat voordelen, dat blijkt uit verschillende onderzoeken. 

 

  • Je voelt je fitter en alerter. Alcohol werkt verdovend en maakt ons suf. Door geen alcohol te drinken, worden je zintuigen aangescherpt en voel je je beter in je vel.
  • Je slaapt beter, kan je beter concentreren en hebt meer energie. Uit Brits onderzoek bleek dat ruim 60 % van de deelnemers aan de alcoholvrije maand verklaarde beter te slapen en meer energie te hebben. Op een schaal van 1 tot 5 verbeterde de slaapkwaliteit met 10 procent (van 3,9 naar 4,3). Hetzelfde onderzoek toonde ook aan dat de concentratie op een schaal van 1 tot 5 met 18 procent verbeterde (van 3,8 naar 4,5). Omdat je lever alcohol moet afbreken, krijgen je spieren minder suikers en wordt melkzuur trager afgebroken, wat maakt dat je minder energie hebt en meer last van stijfheid. Alcohol afzweren zou er zelfs voor zorgen dat je op lange termijn tot 10% sneller kan lopen.
  • Het is goed voor je cholesterolniveau, het suikergehalte in je bloed en je leverOnderzoek aan University College London toont aan dat het levervet -een voorloper van leverschade- na één maand onthouding met gemiddeld 15 procent afnam. Daarnaast zou het suikergehalte in het bloed met gemiddeld 16 procent dalen, en de bloedcholesterol met gemiddeld 5 procent. 
  • Het helpt om gewicht te verliezen.  Alcohol bevat heel wat calorieën. 
  • Je krijgt een mooiere huid. Alcohol droogt uit. Na één maand zonder alcohol heb je een mooiere, egalere huid. 
  • Je gaat bewuster om met alcohol. Verschillende studies tonen aan dat mensen na zo'n alcoholvrije maand, gedurende lange tijd veel bewuster omgaan met alcohol en zelfs zes maand na de alcoholstop opvallend minder dronken dan ervoor. Ze doorbraken vastgeroeste patronen en alcohol was niet meer vanzelfsprekend. 
  • Je spaart heel wat geld uit. Alcohol is duur, je kan dus heel wat 'winnen' tijdens een alcoholpauze.
  • Je lichaam krijgt tijd om te herstellen. Alcoholconsumptie vergt veel van je lichaam, en werkt gezondheidsproblemen in de hand. Door geen alcohol te drinken verlaag je het risico op onder andere hartklachten, vroegtijdige dementie, overgewicht en zelfs kanker.

 

Gezonde lever nog gezonder

Na de ‘droge maand’ was er een duidelijk effect: de cholesterolwaardes daalden, het buikvet nam af en de waardes in het bloed die wijzen op een prikkeling van de lever en het verval van levercellen daalden. De leverstijfheid en het levervet van de proefpersonen bleef vergelijkbaar met dat van de controlegroep. Arts-onderzoeker Isabelle Munsterman: “Het levervet en het gewicht bleven gemiddeld stabiel, maar we zagen in enkele gevallen wel een forse daling. Dit kan mogelijk te maken hebben met een hoger levervetpercentage aan het begin.” Zodra de proefpersonen weer gingen drinken, verdween overigens het gezondheidseffect. Bij de controlegroep bleven alle metingen stabiel, wel hadden zij een lagere gemiddelde bloeddruk en lagere cholesterolwaardes dan de proefpersonen.

 

Daarom: Nultolerantie voor alcohol, zeker voor alle levertransplantatiepatiënten!