
Er zijn verschillende visies op orgaandonatie waarbij culturele en religieuze achtergrond vaak een rol spelen. Daarbij spelen twee aspecten een rol die in afweging tegen elkaar worden uitgespeeld: enerzijds het respect voor het lichaam en lichamelijke integriteit en, anderzijds, het belang van naastenliefde en behulpzaamheid.
Vrijzinnig-humanisme
Het humanisme kent geen officieel standpunt over orgaandonatie. Het argument dat met orgaandonatie levens gered kunnen worden is een belangrijk argument. Het lichaam heeft na de dood geen nut meer voor persoon zelf, dus wordt orgaandonatie positief bekeken. Het zelfbeschikkingsrecht is belangrijk en ook de mening van de nabestaande is belangrijk. De positieve houding tegenover onderzoek versterkt het standpunt
Katholicisme
De rooms-katholieke kerk staan positief tegenover orgaandonatie. De katholieke ethiek benadrukt dat orgaandonatie een goede en vrijwillige daad uit altruïsme is.. Orgaandonatie mag niet als een plicht worden gezien, maar als een daad van naastenliefde.
Protestantisme
Volgens de protestantse kerk is de wens om wel of geen organen te doneren een persoonlijke kwestie. Er bestaan verschillende meningen binnen de kerk. Sommigen vinden dat orgaandonatie botst met de opvatting dat het menselijk lichaam intact moet blijven. De meer vrijzinnige richting ziet donatie vooral als een vorm van naastenliefde
Jodendom
Over orgaandonatie bestaat een tegenstelling tussen de orthodoxe en liberale stroming. De liberale stroming stelt de zorg voor het leven boven de eer van het dode lichaam. Maar volgens de orthodoxe stroming mag juist geen inbreuk worden gemaakt op de integriteit van het lichaam. Dit omdat het lichaam geschapen is naar het voorbeeld van Gods lichaam. Het doodscriterium is belangrijk. Hersendood alleen is onvoldoende. Volgens de Halacha (een verzameling wetten en gedragsregels) vormen de verschillende symptomen samen de zekerheid dat de dood is ingetreden.
Islam
Binnen de verschillende richtingen van de Islam is geen overeenstemming over orgaandonatie. Uitgaande van de deugd van naastenliefde vindt men het toelaatbaar om organen te doneren. Dat is gebaseerd op de regel ‘nood breekt wet‘ en het principe van naastenliefde. Maar sommige autoriteiten binnen de Islam wijzen orgaandonatie af omdat het lichaam aan God toebehoort en daarom niet beschadigd mag worden. Op basis van de Koran en de Hadith vinden de meeste geleerden van de islam dat orgaandonatie is toegestaan omdat de waarde van het menselijk leven
Boeddhisme
Volgens het boeddhisme is het menselijk lichaam een onverbrekelijk geheel van lichaam en geest. De dood is het geleidelijk natuurlijk verval van deze eenheid. Als er organen uit het lichaam gaan, zou dat niet eervol zijn voor het lichaam. Toch zijn er ook voorstanders. Zij wijzen erop dat het in het boeddhisme belangrijk is om met anderen mee te leven. Toch zijn ook binnen het Boeddhisme argumenten voor orgaandonatie te vinden. Zo is de noodzaak om medeleven te tonen in het Boeddhisme een belangrijke deugd.
Hindoeïsme
Binnen dit geloof bestaan verschillende opvattingen over orgaandonatie. Voor het hindoeïsme zijn karma en wedergeboorte heel belangrijk zodat er niet mag ingegrepen worden en ons lot moeten ondergaan. Hoewel er scheiding van lichaam en ziel plaatsvindt bij de dood, moet het lichaam dus ongeschonden blijven na de dood.Anderzijds bestaat er een lijst van de verplichtingen aan de gemeenschap in Hindoegeschriften als het derde punt ‘dana’ opgenomen, een schenking. Dit is een belangrijke aanwijzing om een orgaan te doneren. Er zijn echter geen religieuze wettelijke verboden op orgaantransplantatie. Over het algemeen laat men de keuze vrij per individu.
Shintoïsme
In het shintoïsme stuit het wegnemen van organen op bezwaren, omdat dit het lichaam van de gestorvene onteert. Een intact lichaam garandeert de hergeboorte van de ziel. Ook is men bezorgd of wel alle sporen van leven zijn verdwenen uit een lichaam dat is doodverklaard met een techniek die alleen hersenactiviteiten meet.
Jehova’s getuigen
De Bijbel laat zich niet rechtstreeks uit over orgaantransplantatie. Beslissingen over transplantatie van weefsel of organen kunnen daarom door individuele Getuigen worden genomen. Als Getuige kan orgaantransplantatie aanvaardbaar zijn. Voorwaarde hierbij is dat tijdens de operatie geen (donor)bloed wordt gebruikt.